Читать онлайн книгу «Daisys Ketting» автора Owen Jones

Daisy's Ketting
Owen Jones
Daisy's Chain - Liefde, Intrige en de onderwereld aan de Costa del Sol - Daisy, de trotse dochter van een rijke voormalige gangster uit Londen, John en zijn Spaanse vrouw Teresa, groeide op in Marbella aan de Costa del Sol, ook wel bekend als de Costa del Crime. Ze verafgoodde haar ouders en probeerde indruk te maken op haar ouder wordende vader door, na haar studie aan de universiteit, het familiebedrijf te helpen runnen. Een desastreuze inschattingsfout eindigt echter in een familiedrama, en haar moeder zet Daisy op een veiliger pad, door haar als boetedoening de lokale gemeenschap te laten helpen. Daisy's Chain is een tragisch verhaal met een plezierig happy end.
Daisy's Chain - Samenvatting: John is een rijke, alleenstaande, voormalige gangster uit East End in Londen, die aan de Costa de Sol in Zuid-Spanje woont. De pers noemt het al lang de 'Costa del Crime', maar dat kan hem niet schelen zolang hij zijn rustige leventje maar kan voortzetten. Hij heeft genoeg van bendeoorlogen. Op een dag kondigt zijn huishoudster en geliefde, Terri, aan dat ze zwanger is - iets wat ze onmogelijk achtten vanwege hun leeftijd. Het idee om voor het eerst vader te worden bevalt John wel, hij trouwt met Terri, en Daisy wordt geboren. Hij houdt van haar, maar heeft weinig tijd vanwege zijn zakelijke verplichtingen. Ze weet nooit zeker of haar vader echt van haar houdt en probeert indruk op hem te maken, vooral nadat ze over zijn vroegere reputatie van bikkelharde man heeft gehoord. Na de universiteit begint ze de zaken van haar vader over te nemen. Ze gaat echter steeds buitensporiger te werk, tot ze op een dag te ver gaat, en haar ouders in het ziekenhuis belanden. Dit na een wraakaanval van rivalen op hen, die ze had veroorzaakt door een van hun mannen gevangen te nemen en te martelen. John sterft aan zijn verwondingen; Terri is zwaar gewond en hun trouwe lijfwacht wordt neergeschoten. De reden voor de hinderlaag komt uiteindelijk aan het licht, en het bewijs wijst naar Daisy. Met moeite weet ze de schuld van zich af te schuiven, en de lijfwacht weet haar er buiten te houden, maar Terri wil haar een lesje leren. Het probleem is, hoe straf je een meisje dat alles heeft? Terri dreigt alle bedrijven te verkopen en haar toelage stop te zetten, tenzij ze deelneemt aan haar moeders eerste solo-onderneming, waarbij ze wordt geholpen door de lijfwacht. Daisy stemt toe en ze beginnen aan de renovatie van een leegstaande kerk om vluchtelingenmoeders en hun kinderen onder te brengen. Tot haar verbazing vindt Daisy het werk leuk en ontmoet ze een jonge man die van haar houdt en haar idealen deelt.



1 Daisy’s Ketting

Een verhaal over liefde, intrige en de onderwereld aan de Costa del Sol

door

1 Owen Jones

Vertaling

1 Jos van Ederen

Oorspronkelijke titel:

1 DAISY’S CHAIN
Copyright © april, 2021 Owen Jones
Bangkok, Thailand en Fuengirola, Spanje

Het recht van Owen Jones om te worden geïdentificeerd als de auteur van dit werk is bevestigd in overeenstemming met secties 77 en 78 van de Copyright Designs and Patents Act 1988. Het morele recht van de auteur is bevestigd.
In dit fictieve werk zijn de personages en gebeurtenissen ofwel het product van de fantasie van de auteur of ze zijn volledig fictief gebruikt. Sommige plaatsen kunnen bestaan, maar de gebeurtenissen zijn volledig fictief.

1 Dankwoord
Deze uitgave is opgedragen aan mijn vrouw, Pranom Jones, die mijn leven zo aangenaam mogelijk maakt - dat doet ze fantastisch.
Dank ook aan Wes Waring voor zijn advies over sluipschuttersgeweren.
Karma zal iedereen in natura terugbetalen.

1 INSPIRERENDE CITATEN
Geloof niet ergens in, alleen omdat je het gehoord hebt,
Geloof niet ergens in, alleen maar omdat het door velen is gezegd en verondersteld,
Geloof niet ergens in, alleen omdat het geschreven staat in jullie religieuze teksten,
Geloof niet ergens in, alleen op gezag van leraren en ouderen,
Geloof niet in tradities omdat ze al generaties lang worden overgeleverd,
Maar als iets, na observatie en analyse, in overeenstemming is met de rede en bevorderlijk is voor het welzijn en voordeel van iedereen, aanvaard het dan en leef ernaar.
Gautama Boeddha



Grote Geest, wiens stem op de wind zweeft, luister naar mij. Laat mij groeien in kracht en kennis.
Laat mij steeds de rode en paarse zonsondergang aanschouwen. Mogen mijn handen de dingen respecteren die U mij heeft geschonken.
Leer mij de geheimen die verborgen liggen onder elk blad en elke steen, zoals U eeuwenlang de mensen hebt geleerd.
Laat mij mijn kracht gebruiken, niet om groter te zijn dan mijn broeder, maar om mijn grootste vijand te bestrijden - mijzelf.
Laat mij altijd voor U verschijnen met schone handen en een open hart, zodat als mijn Aardse tijd als de zonsondergang vervaagt, mijn Geest zonder schaamte tot U terug zal keren.
(Gebaseerd op een traditioneel Sioux gebed)

1 1 LA VILLA BLANCA, MARBELLA, 1995
Teresa lag op haar rug op bed, zwaar ademend, maar met een brede grijns op haar gezicht naast haar baas John, die met zijn vijfenzestig jaar veel te veel te verduren had gehad om zelf een actieve rol te kunnen spelen als het om het hartstochtelijke bedrijven van de liefde ging. Hij hield ervan dat ze vloekte terwijl ze hen beiden bevredigde, maar dat was iets wat ze niet van nature in zich had, zodat ze het meestal in het heetst van de strijd vergat. Teresa was tweeënveertig en trots om John als haar minnaar te hebben. In feite hield ze al jaren van hem, ondanks het grote leeftijdsverschil. Ze had zich voor het eerst tot de deftige Engelsman aangetrokken gevoeld, in de tijd dat hij spullen van haar kwam kopen op de markt van Fuengirola, en was verliefd op hem geworden, bijna vanaf de eerste dag dat hij haar aannam als zijn kok en huishoudster. Ze wist toen nog niet dat zijn veelvuldige bezoeken aan de markt een excuus waren geweest om haar te zien.
“Dat was geweldig, Teri, meid – oh, yes – jij krijgt zelfs een volwassen man aan het huilen”.
Teresa rolde naar haar minnaar toe op zijn wachtende rechterarm. Ze legde haar rechterarm over zijn borst terwijl ze kusten.
“Je bent de beste”, zei hij tegen haar.
“Ik vind het heerlijk om je gelukkig te maken, Johnny, want ik hou echt van je. Je bent mijn held en mijn redder”, antwoordde ze, zoals ze vaak deed.
Er klonk van buitenaf een explosie als een gedempte knal. Terwijl John de telefoon wilde pakken, begon deze op hetzelfde moment te rinkelen. Net zoals hij had gedacht, was het degene die hij op het punt stond te bellen.
“Wat was dat, Tony?” vroeg hij zonder een spoor van angst in zijn stem.
“Ik weet het nog niet zeker baas, maar we zijn niet geraakt –”
Hij werd onderbroken door een tweede explosie, vergelijkbaar met de eerste en daarna een derde van een andere soort.
“Het komt van de weg af, van een eind verderop. Ik denk dat het bij O’Leary is, te oordelen naar de rookpluimen. Ik ga nu naar buiten om een beter beeld te krijgen”.
Tony was een boom van een kerel. Hij had de vorm van een deur met een kale kop erop. Hij was het hoofd van de beveiliging van John, en al tien jaar bij hem in dienst. John kon hem horen rennen over de telefoon, zonder zwaar te ademen of even te stoppen.
“Ik ben nu ongeveer tweehonderd meter van hun voordeur. Het lijkt erop dat het huis is geraakt, en de voorste poort – en er liggen overal stukken motor – Twee mannen liggen op de grond – in brand – Oh! Ik denk dat ze net zijn uitgeschakeld met een enkele slag van een honkbalknuppel in hun nek. Ziet eruit als een drive-by met RPG’s als je het mij vraagt. Ik kom terug naar binnen. Ik wil niet gepakt worden als getuige hiervan”.
“Nee, natuurlijk niet. Kom terug en hou je van de domme, maar kijk wat je kunt vinden zonder dat het opvalt. Geef me later een evaluatie”.
Hij hing op. Vijf minuten later was John, zoals wel vaker het geval was, in slaap gevallen, en stond Teresa rustig op, kleedde zich aan, en ging weer aan het werk. Het was tijd om het diner van haar werkgever te regelen. Tijdens de maaltijd gaf Tony John een verbaal verslag van de bomaanslag.
“Dit is niet officieel, baas, maar ik kreeg het van een van de O’Leary’s jongens, dus ik denk niet dat we dichter bij de waarheid kunnen komen. Het was een drive-by en ze gebruikten raketwerpers. Blijkbaar hebben ze de eerste afgevuurd toen ze langskwamen. Die ging door de spijlen van het hek en raakte het huis. De portier, die waarschijnlijk zijn beschermengel aan het bedanken was dat hij niet werd opgeblazen, werd door een paar kogels getroffen. De motorrijders kwamen daarna weer terug langs het hek en vuurden opnieuw, maar de staart van de raket moet brandstof dat waarschijnlijk uit een kogelgat in de benzinetank lekte, hebben ontbrand en de boel ontplofte. De tweede granaat raakte de poort, zoals met de eerste waarschijnlijk de bedoeling was geweest, en blies hem op. Doordat de motor ontplofte, stonden de rijders in de fik toen ze weer op aarde landden. De mannen van O’Leary braken hun nek met honkbalknuppels zodat er geen losse eindjes overbleven”.
“Wie was volgens hen verantwoordelijk, Tony?”
“Hij zei dat ze het niet wisten, maar toen ik suggereerde dat het een rivaliserende Ierse bende van thuis was, zei hij niet dat het niet zo was”.
“Was er behalve de twee brokkenpiloten nog iemand anders gewond?”
“De portier is er slecht aan toe. Hij is door granaatsplinters geraakt en die grote smeedijzeren poorten gaven hem een flinke klap toen ze naar binnen kwamen gevlogen, maar hij blijft waarschijnlijk wel leven. Een schoonmaakster kreeg wat glassplinters in haar kont, maar ze maakt het verder goed. De O’Leary’s waren achter bij het zwembad, dus die zijn ook oké“.
“Is de politie er al? Ik dacht dat ik een paar sirenes hoorde, maar ik sliep toen al en kan het ook gedroomd hebben”.
“Nee, ze kwamen wel – en de brandweer en de ambulance, natuurlijk nadat het allemaal voorbij was. De O’Leary’s hadden zelf de portier en de schoonmaker in de Range Rover gezet en hen beiden naar het ziekenhuis gebracht. De ambulance nam de lichamen van de motorrijders mee, de brandweer besproeide het rokende wrak en controleerde het huis op structurele schade, terwijl de politie het gebied afzette. Er zijn er nog steeds een hoop die proberen er bezorgd en druk bezig uit te zien.
Ze vroegen me of ik iets gezien had, en ik zei dat ik alleen de rook gezien had. Het kan ze geen moer schelen zolang er maar geen Spanjaarden bij betrokken zijn”.
“Klopt, je hebt gelijk. Nou, in ieder geval bedankt, Tony. Goed gedaan, zoals altijd. Denk je dat we in gevaar zijn?”
“Nee baas, het waren gewoon de Micks, eh, sorry baas, de Ieren, die een oorlog om hun territorium hadden. Heeft niets met ons te maken. Ik heb wel een paar extra mannen meegebracht, voor de zekerheid”.
“Goed. Heb je al gegeten?” vroeg hij terwijl hij naar een stoel wees.
“Nee, maar er staat iets op me te wachten in het kantoor als ik terug ben. Bedankt”.
“Weet je het zeker, Tony. Je bent hier altijd welkom, dat weet je. Maar goed, dat moet je natuurlijk zelf weten, laat me je niet van je bikken afhouden. Ik zie je later op mijn rondes”.
John wandelde graag twee keer door de tuinen voor hij naar bed ging, als onderdeel van zijn trainingsregime.



John Baltimore was twintig jaar geleden, op zijn vijfenveertigste, voor het eerst naar Marbella verhuisd. Dat was, ook al verbleef hij er elke keer langer, slechts op parttime basis. Hij was er niet, zoals velen voor hem, naartoe gevlucht. Hij had gewoon genoeg geld verdiend en geërfd om te denken dat het waarschijnlijk een goed idee was om het Verenigd Koninkrijk te verlaten, voordat mensen, dat wil zeggen de politie, de belastingdienst en de pers, vragen begonnen te stellen. Als er genoeg stenen werden omgedraaid, zou er uiteindelijk wel iets naar hem leiden. Om dat te voorkomen was hij geëmigreerd, hoewel zowel hij als zijn vader voor hem al tientallen jaren onroerend goed in Andalusië hadden.
De pers had de kust van de provincie Malaga gekscherend de Costa del Crime gedoopt, waar meer waarheid in zat dan de meeste mensen, met andere woorden het gemiddelde Britse publiek, wisten. Het was een zeer treffende beschrijving voor een toch aanzienlijke Britse minderheid in het gebied. Veel Britse maffiosi waren naar de Costa del Sol verhuisd met de bedoeling hun oude leven van misdaad op te geven, maar raakten verveeld en keerden er weer naar terug. Sommigen voerden hun oude activiteiten in Groot-Brittannië gewoon op afstand uit, terwijl anderen probeerden de plaatselijke gemeenschap in hun greep te krijgen, waartegen zich onder andere de Spanjaarden hevig verzetten. Dit leidde vaak tot geweld; soms wonnen de Britten, soms niet.
John had alles in Groot-Brittannië achtergelaten, maar had een reeks winstgevende bedrijven in Spanje waarvoor hij echter langzamerhand zijn belangstelling verloor. Hij was een workaholic, zonder erfgenaam of zelfs maar een echtgenote, en kon gewoon niet stoppen. Hij was drie keer getrouwd geweest en had vele affaires gehad. Sommige van zijn minnaressen hadden beweerd dat zij een kind van hem hadden, maar hij had de verantwoordelijkheid nooit op zich genomen, omdat hij verwachtte op een dag een wettige erfgenaam te hebben. Die dag was jammer genoeg nooit gekomen, en op zijn leeftijd had hij de hoop al lang opgegeven dat het ooit nog zou gebeuren.
Hij was van plan om er voor te zorgen dat Teresa het de rest van haar leven naar haar zin zou hebben, net als zijn ‘echte’ vrouwen, en hij speelde met het idee om de rest na te laten aan een liefdadigheidsinstelling voor vrouwen die in moeilijkheden waren geraakt. Hij en zijn vader hadden er een handje van om veel vrouwen in zo’n benarde positie te brengen, dus leek het hem alleen maar eerlijk.
Johns vader, naar wie hij was vernoemd, was door zijn moeder van Dublin naar Londen gestuurd om te voorkomen dat hij betrokken zou raken bij een opstand die was voorgesteld door de Ierse Republikeinse Broederschap, waarover eind 1914 geruchten de ronde waren gaan doen onder mensen die op de hoogte waren. Zij waren van plan gebruik te maken van de verregaande Britse betrokkenheid bij de Eerste Wereldoorlog, en Duitsland had hun wapens aangeboden als zij een soort opstand konden organiseren. Zij was bang geworden voor zijn veiligheid nadat een vriend haar had verteld dat John serieus van plan was zich aan te sluiten bij ‘The Cause’ - om Ierland te herenigen, en het te bevrijden van de invloed van Westminster.
Hij was begonnen als een kleine crimineel in het Londense East End in het eerste jaar van de Eerste Wereldoorlog, maar had in een kamer in een huis gewoond waar vrouwelijke Belgische vluchtelingen waren ondergebracht. Er waren honderdduizenden Belgische vluchtelingen in het Verenigd Koninkrijk, de meesten vrouwen en kinderen. Hij had gemerkt dat velen moesten tippelen om in hun levensonderhoud te voorzien, dus had hij op sluwe wijze genoeg geld geleend van een woekeraar om een huis te huren dat hij als bordeel had ingericht. Binnen een week had hij er tien jonge Belgische vrouwen en meisjes wonen en werken, de klok rond, en binnen een jaar had hij een dozijn van dergelijke ‘bedrijven’. Binnen vijf jaar had hij de huizen volledig in zijn bezit.
Het eerste wat hij had gedaan toen hij geld begon te verdienen, was zijn jongere broers erbij halen om hem te helpen zijn nieuwe, steeds ingewikkelder wordende zaak te runnen.
Hij was miljonair voor zijn dertigste en was daar bijzonder trots op, want hij was in 1914 in Londen aangekomen met minder dan een pond op zak.
John junior was het product van een van de vele affaires van Sean met een van de werkmeisjes. Echter, degene die hij zijn hele leven vader had genoemd, was zijn adoptievader. Omdat zijn eigen ouders in twee afzonderlijke vuurgevechten door zijn eigen familie waren vermoord, had John senior John junior geadopteerd. Hij schaamde zich voor wat zijn broer had gedaan, en voor de manier waarop zijn nakomelingen wraak hadden genomen. Het gerucht ging dat de mannen in de familie verminderd vruchtbaar waren en John junior vermoedde dat dit bij hem eveneens het geval was. Hij had de gedachte aan een nakomeling al lang uit zijn hoofd gezet.



Twee maanden later, na nog een vrijpartij, maar voordat John in slaap viel, fluisterde Teresa in het oor van haar baas:
“Johnny, mijn lieve held, je wordt vader –”
“Eh? Waar heb je het over, Teri? Ik kan geen kinderen krijgen – ik heb er nooit een gehad en ik ben nu zeker te oud! Hoe dan ook, je vertelde me dat je door de menopauze heen was, met andere woorden: jij kunt er ook geen krijgen”.
“Dat dacht ik ook, dus deze baby is een geschenk van God voor ons, Johnny”.
“Een verdomd wonder, als het waar is. Ben je al bij een dokter geweest?”
“Nee, nog niet, maar een vrouw weet deze dingen; ze heeft geen dokter nodig om het haar te vertellen”.
“Misschien niet, maar een man wel, dus ga het morgen maar eens uitzoeken, meisje”.
“Maar wat als het waar is, Johnny, wat zeg je dan?”
“Het kan gewoon niet waar zijn. Ik kan het niet, en jij kunt ook geen baby krijgen!”
“Maar, wat als het waar is?”
“Onzin, het kan niet. Je hebt last van winderigheid – of je bent dikker geworden. Dat is het, je bent aangekomen”.
“Nee, Johnny, onze baby is maar zo groot als een pinda! Ik ben daardoor niet dikker geworden. In feite weeg ik evenveel als altijd: tweeënvijftig kilo, maar ik ben zwanger. Hoe onmogelijk het ook lijkt, ik ben zwanger. Ik herinner me het gevoel van vroeger, maar ik zal het morgen bij de dokter navragen”.
“Goed! Doe dat, en je zult zien dat ik gelijk heb”.
Seconden later sliep hij, en was Teresa bezig ervoor te zorgen dat het haar geliefde aan niets zou ontbreken.



Toen John te horen kreeg dat hij nog dit jaar vader zou worden, wist hij niet hoe hij moest reageren. Het ging voor hem alles een beetje te snel, toch was hij van binnen dolgelukkig. De harde man in hem won het echter, en daarom drong hij aan op een DNA-test. De vruchtwaterpunctie tien weken later wees uit dat hij een van de ouders was, daarom bood hij Teresa aan met haar te trouwen. Zij reageerde terughoudend waardoor hij zich teleurgesteld voelde.
“Ik dacht dat je het fijn zou vinden om met me te trouwen, Teri”, zei hij.
“Dat zou ik ook”, gaf ze bedroefd toe, “maar niet alleen omdat ik je baby draag. Ik had graag gehad dat je me ten huwelijk vroeg uit liefde”.
“Maar ik hou van je, Teri, dat weet je. Ik ben gewoon niet erg goed in het zeggen van dat soort dingen, ik dacht dat je dat wel wist”.
“Een vrouw hoort het toch graag, Johnny”.
“Ik veronderstel dat een man dat ook doet, mijn liefste, ik moet eerlijk toegeven dat ik het fijn vind, hoewel, als je ooit aan iemand vertelt dat ik zoiets gezegd heb, zal ik het zonder blikken of blozen keihard ontkennen”.
“Jullie dwaze machomannen”, spotte ze zachtjes, terwijl ze in de holte van zijn arm lag. “Jullie willen het horen, maar jullie willen niet hetzelfde plezier geven aan de mensen die jullie liefhebben. Dat is egoïstisch, of niet soms?”
Hij antwoordde enkele minuten niet, maar Teresa was bereid te wachten.
“Ja, ik denk het wel”, gaf hij uiteindelijk toe. “Het spijt me zo dat ik je niet eerder heb gezegd dat ik van je hou. Ik heb het in mijn hele leven nog nooit tegen iemand gezegd, behalve misschien tegen mijn moeder. Ik weet het niet meer. Heb ik je ooit over haar verteld? Haar naam was Fleur en ze kwam uit België, maar we zullen het voorlopig nog niet over haar hebben. Wil je, alsjeblieft, met me trouwen Teri? Het zal me de gelukkigste man van de wereld maken, en ik weet dat dat afgezaagd klinkt, maar ik ben een man van actie, niet van woorden – Ik denk dat je daar ondertussen al achter bent”.
“Het klinkt niet oubollig, Johnny, het zijn mooie woorden –” Haar ogen vulden zich met tranen. “Ik zal met je trouwen, Johnny. Ik heb altijd van je gehouden, maar ik wil dat je me belooft dat je voor ons kind zult zorgen. Ik geef niet om mezelf, maar er moet voor ons kind gezorgd worden, anders kan ik beter nu weggaan”.
“Mijn liefste Teresa, als je met me trouwt, zal ons kind, jongen of meisje, alles erven wat ik bezit”.
“In dat geval, Johnny, krijg je van mij een ja met heel hart en ziel, ik wil heel graag met je trouwen.”



John wilde dat de huwelijksceremonie binnen een week zou plaatsvinden, maar Teresa stond erop alles goed te plannen en te organiseren. Ze vroeg John alleen niet zich tot het katholicisme te bekeren, en ze vroeg ook niet om de baby katholiek op te voeden.
Met veertien weken, na de grote bruiloft, vertelde Teresa John dat ze een meisje verwachtten. Ze was bang dat John teleurgesteld zou zijn, maar daar was niets van te merken.
John van zijn kant dacht dat hij teleurgesteld moest zijn, hij was verbaasd dat dit niet zo was.
“Welke naam zullen we haar geven?” vroeg Teresa op een morgen in bed.
“Kunnen we haar Daisy noemen?” vroeg hij.
“Natuurlijk”, mijmerde ze. “Daisy – Margarita in het Spaans – een parel – een verborgen juweel. Het is de perfecte naam voor onze dochter, ons geschenk van God, dat er nooit had mogen zijn.”
2 DAISY´S VROEGE KINDERJAREN
Het was Teresa’s derde zwangerschap. Hoewel de andere voortijdig waren afgebroken, verliep deze zonder problemen. Wel was ze natuurlijk een beetje bang vanwege haar verleden. John was zich hiervan bewust en zorgde voor een privé-verpleegster voor haar en een tweede auto, zodat de tuinman haar naar het ziekenhuis kon brengen, als hij en Tony niet thuis waren. De hele zwangerschap verliep echter probleemloos, en Daisy werd thuis geboren op 14 december, op een heerlijke zonnige namiddag, met de hulp van een vroedvrouw die door de verzekeringsmaatschappij van de familie ter beschikking werd gesteld. Het was een vlotte bevalling en John glunderde van trots toen hij zag hoe zijn mooie vrouw hun prachtige baby vasthield.
John was nooit zo’n fotoliefhebber geweest, maar binnen een week had hij er honderden geschoten. Hij liet ze aan zijn vrienden en kennissen zien en als ze zeiden dat Daisy zijn neus of ogen had, was hij apetrots, hoewel hij de gelijkenis zelf niet kon zien. Voor hem was zij het evenbeeld van zijn lieveling Teresa, en dat zou hij niet anders gewild hebben. Hij ging nooit met haar buiten de poort, maar hij wandelde graag met haar in de kinderwagen door de tuin en beschreef haar de bloemen en de vogels als hij zeker wist dat niemand hem kon horen. Hij had Teresa’s hart doen smelten toen ze op een morgen bij Daisy kwam en John ‘poesje mauw kom eens gauw’ voor haar hoorde zingen. Op het moment dat hij haar zag luisteren, was hij rood geworden van schaamte en had het nooit meer gedaan.
De tuinwandelingen waren kort daarna opgehouden. In plaats daarvan ging John vaker op stap. Dat had gevolgen voor Teresa. John was niet gewend zonder partner uit te gaan en wilde dat zijn vrouw hem vergezelde, wat betekende dat ze een kindermeisje nodig hadden. Hoewel het niet was wat Teresa wilde, vond ze dat ze moest gehoorzamen, omdat John altijd zo goed voor haar was geweest.
De perioden dat baby Daisy bij haar kindermeisje, Lisa, werd achtergelaten, werden langer en frequenter, totdat de baby meer genegenheid voor Lisa toonde dan voor haar moeder. Het brak Teresa’s hart, maar ze kon er niets aan doen. Rond deze tijd merkte Tony dat kleine Daisy vaak alleen in haar box in de tuin zat. Hij kwam daarom regelmatig langs om haar te vermaken. Hij had er geen probleem mee dat iemand hem zag of hem voor gek verklaarde, hij hield van kinderen en had het altijd betreurd dat hij er zelf geen had. Daisy was ook dol op hem en ze werden dikke vrienden.
Daisy bleek als peuter alles snel op te pikken: zij leerde even snel Spaans als Engels. Teresa gebruikte deze gelegenheid om haar eigen beheersing van het Engels, dat tot dan toe redelijk gemiddeld was geweest voor de omgeving en haar achtergrond, te verbeteren. Dit kon haar later goed van pas komen en het verbeterde de relatie met haar dochter.
Desondanks groeide Daisy min of meer alleen op, of beter gezegd, met de bedienden. Zij woonde in dezelfde villa als haar ouders, maar John was aan zijn vrijgezellenbestaan gewend, en was te oud om te veranderen. Hij ging ‘s avonds graag iets eten en drinken, en verwachtte dat zijn vrouw hem vergezelde, zoals de vrouwen van zijn vrienden hen vergezelden. Het maakte niet uit dat na afloop van de maaltijd de vrouwen aan de ene kant van de tafel zaten en de mannen aan de andere.
Tegen de tijd dat ze thuiskwamen, was kleine Daisy vaak al door haar kindermeisje in bed gestopt en in slaap gevallen terwijl ze een verhaaltje voorgelezen kreeg. Om eerlijk te zijn, Daisy’s kindermeisje had niet meer van haar kunnen houden als ze van haarzelf was geweest. Daisy’s moeder deed haar best om haar regelmatige afwezigheid goed te maken, omdat ze zich daar altijd schuldig over bleef voelen, maar ze was er nu van overtuigd dat Daisy’s toekomst veilig was en dat was wat ze het allerbelangrijkst vond.
Daisy zou nooit hoeven te doen wat zij had moeten doen om een toekomst voor zichzelf en haar kinderen veilig te stellen, als ze die op een dag zou krijgen.
Daisy volgde het pad van veel kinderen van rijke ouders. In haar eerste jaren varieerde dit van het ene moment verwend worden door schuldbewuste ouders en het andere weer emotioneel door hen verwaarloosd worden; toen ze vijf jaar oud was, werd ze naar de kleuterschool gebracht, waar leraren probeerden de ouders en kindermeisjes van de kinderen te vervangen. Iedereen bedoelde het goed, maar het leidde alleen maar tot meer verwarring, isolement en eenzaamheid voor de betrokken kinderen, ook voor Daisy.
Ze groeide enigszins kil op; een eenling die niet op zoek was naar vriendschap of gezelschap. Dat weerhield andere kinderen er niet van om te proberen bevriend met haar te raken, maar geen van hen werd erg close met haar. Ze had er geen idee van wat een hartsvriendin was. Op school ging het net zo. Daar probeerde ze wel in alles uit te blinken, maar dat was omdat ze de goedkeuring van haar vader probeerde te krijgen. Ze was zekerder van die van haar moeder, die wel wat tijd met haar doorbracht als ze haar ‘plichten’ voor Johns sociale leven niet hoefde te vervullen.
Het was in deze fase van haar leven, op de lagere school, dat zij voor het eerst hoorde over haar vaders wapenfeiten en reputatie als een ‘harde man’. Sommigen beschreven hem zelfs als ‘genadeloos’ of ‘koelbloedige moordenaar’. Deze beschrijvingen van haar vader deden haar echter niet twijfelen aan zijn karakter, ze versterkten alleen maar zijn heldenstatus in haar jonge geest. Beschouwde haar moeder hem immers niet als ‘haar held’ en noemde ze hem niet vaak zo?
Ze liet zich nooit uit over haar gevoelens wanneer mensen slechte dingen over haar vader zeiden, maar ze reageerde ook niet wanneer mensen vol ontzag over hem spraken. Wel gloeide ze van binnen van trots over de persoon waarover ze van anderen meer leerde dan van hem zelf.
Ze kreeg les in het Engels en Spaans op dezelfde school, en sprak beide talen vloeiend. Ze ging net zo makkelijk om met de rijke en arme Spaanse kinderen als met rijke Britse. Ze had nooit arme Britten ontmoet, dus totdat ze op haar zestiende naar een kostschool in Groot-Brittannië ging om haar eindexamen te doen, had ze er geen idee van dat die bestonden. Wat dat betreft was ze net als veel Spaanse kinderen.
Haar ouders namen haar mee naar Londen om op kostschool te gaan, maar toen ze haar daar achterlieten, met haar moeder in tranen, ontdekte ze dat het de man was die ze oom Tony noemde, het hoofd van de beveiliging van haar vader, die ze het meest miste. De kindermeisjes waren gekomen en gegaan, net als haar leraren op school, maar Tony was er altijd geweest, wat meer was dan ze van haar ouders kon zeggen. Hij had haar leren fietsen op een fiets met steunwieltjes, en hij was het die ze eraf haalde en haar opving als ze omviel. Hij had haar ook leren zwemmen, in bomen klimmen, een bal trappen en gooien, en zelfs de grondbeginselen van boksen en karate. Zij had dierbare herinneringen aan het rugby kijken met hem op de televisie, en genoot ervan hem enthousiast te zien worden als Engeland punten scoorde of bijzonder goed speelde. Regelmatig dacht ze met weemoed terug aan die gelukkige dagen, waarvan ze wist dat ze waarschijnlijk voorgoed voorbij waren.
Het was op kostschool en op de universiteit, waar ze Business and Economics studeerde aan de LSE, dat ze een olifantshuid ontwikkelde en de sluwheid van een vos. Zij had altijd het bijzondere vermogen gehad om zich elk woord te herinneren dat iemand ooit over haar, haar familie en vooral haar vader had gezegd. Ze had ook de gewoonte om alles op te schrijven in dagboeken, en dat al een decennium lang, maar dit was slechts een manier om te onthouden. Zij had al in haar jeugd ontdekt dat als zij iets eenmaal had opgeschreven, zij het nooit meer vergat.
Om iets buiten school en later de universiteit te doen, nam zij lessen in mixed martial arts. Ze was bedreven in full contact Kyokushinkai Karate, en had Aikido en boksen geleerd tegen de tijd dat ze van school kwam.
John en Teresa voelden zich de meest trotse ouders van de hele wereld toen ze naar Londen gingen om te zien hoe hun dochter haar eerste klas graad in ontvangst nam. Ze vierden het direct daarna in het Ritz met vrienden, en ‘s avonds bij vrienden van Daisy. Het was een perfecte dag en misschien wel de enige in tien of vijftien jaar dat Daisy zich tegelijkertijd voor haar beide ouders waardevol had gevoeld.
John en Teresa boden haar een eersteklas vliegticket rond de wereld aan als beloning voor haar prestatie, en hadden als verrassing een gloednieuwe Porsche 911 Carrera S Cabriolet in de garage in Spanje staan, maar tot hun verbazing weigerde Daisy het ticket.
“Ik vlieg liever gewoon met jullie mee terug naar Malaga, als het niet uitmaakt”, zei ze. “Ik wil iets bijdragen aan het familiebedrijf. Er zal later genoeg tijd zijn om de wereld rond te vliegen. Ik wil met jou in het familiebedrijf werken, pap”.
Pa, zesentachtig jaar oud, wist niet zeker wat hij daarvan moest denken, maar voelde zijn hart warm worden. Hij sloeg een arm om zijn dochter en gaf haar een kneepje in haar schouder. Het was een zeldzaam moment van samenzijn voor hen beiden.
Als alternatief voor de wereldreis trakteerden Daisy’s ouders haar op een dagje shoppen in hartje Londen waar ze 5.000 pond kon besteden. John kwam met zijn aloude excuus van een slechte rug om zijn vrouw en dochter niet te hoeven vergezellen, maar ze wisten toch al dat hij niet van winkelen hield en gingen gezellig met z´n tweetjes. Ze hadden het reuze naar hun zin en showden bij terugkeer hun nieuwe outfits voor hem. Hij veinsde belangstelling, maar nogmaals, ze kenden hem beiden te goed om enig enthousiasme over mode van hem te verwachten.
Bezorgd over de Britse pers besloot John dat het veiliger voor hem zou zijn om de volgende dag naar Spanje terug te keren, en zijn kleine familie ging maar al te graag met hem mee. Hij was zo lang weggeweest dat Groot-Brittannië, en zelfs Londen, niet meer als thuis aanvoelde. Teresa hield van Londen, maar alleen om te winkelen, en Daisy wilde graag aan haar nieuwe leven beginnen. Ze voelde zich ouder, verantwoordelijker, en beter in staat om haar ouders op een hoger niveau te leren kennen dan mogelijk was geweest toen ze nog een kind was.
“Heb je geen vriendje of een speciaal iemand waar je afscheid van wilt nemen?” vroeg haar moeder.
“Nee”, antwoordde ze enigszins verlegen. Dat was niet omdat ze wel een vriendje had, maar omdat ze zich er van bewust was dat mensen van een mooie jonge vrouw als zij nu eenmaal verwachtten dat ze er een had, toch had ze die niet. Teresa geloofde haar niet, maar ging er verder niet op in. Feit was dat er in de vijf jaar dat ze weg was geweest, tientallen jongens en mannen achter haar aan hadden gezeten. Echter, ze had met geen van hen een emotionele band kunnen krijgen.
Tijdens het eerste jaar had ze het wel geprobeerd, echt geprobeerd, maar ze hield niet van zoenen, vooral niet op z’n Frans. Ze hield er niet van betast te worden of dat er van haar verwacht werd jongens te behagen. Ze had drie keer gevreeën met twee verschillende partners, maar ze had niet genoten van die ervaringen. Daarna had ze het opgegeven en deed alsof ze een verloofde in Spanje had, zodat niemand een verkeerde indruk van haar zou krijgen. Ze had zelfs geen vriendinnen gehad die close genoeg waren om te merken dat ze haar verloofde, die ze Dick (Engels voor lul) noemde omdat ze daarom moest lachen, nooit ontmoet hadden.
Ze had de conclusie getrokken dat ze aseksueel was, ook al wist ze diep van binnen dat dat ook niet waar was. Ze viel wel op jongens, niet op meisjes, maar ze hield niet van hen, in elk geval niet van degenen die ze tot nu toe had ontmoet, en ze moest toegeven dat dat er nogal wat waren geweest op de universiteit.
Desalniettemin, om haar moeder op een dwaalspoor te brengen, ging ze die avond een paar uur alleen op stap, echter alleen om een film te zien en een hamburger te eten.
Ze waren alle drie blij, vooral Daisy, dat ze de volgende middag terug naar Spanje konden vliegen.
3 DE LEERTIJD
Op de zondagmiddag na hun terugkeer zei Daisy na de lunch tegen haar vader: “Pap, ik ben er klaar voor om je te helpen op welke manier je maar wilt. Ik wil je rechterhand zijn en ik sta m´n mannetje, eh meisje, of, eh, vrouw, hoe je me ook wilt noemen. Ik denk dat onze zaken het beste binnen de familie gehouden kunnen worden, dus als je wilt, neem ik vanaf morgen Tony’s baan over als je plaatsvervanger”.
Ze had verwacht, of tenminste gehoopt, dat haar held haar nog een knuffel zou geven voor die loyaliteitsverklaring, maar ze werd weer teleurgesteld, ook al was dat zoals gewoonlijk niet van haar mooie gezicht af te lezen.
“Tony is al zo’n 30 jaar bij me… Je kunt niet zomaar in zijn schoenen stappen, liefje… en trouwens, wat zou je moeder in hemelsnaam zeggen? Tony heeft een gevaarlijke baan. Ik kan je onmogelijk zijn werk laten doen…”
Ze was er kapot van, maar alleen zij wist dat.
“Ik wil alleen maar helpen, pap. Ik wil mijn steentje bijdragen aan de organisatie die je hebt opgericht, en die onze manier van leven mogelijk heeft gemaakt… die van mij en die van mama”.
“Dat is heel lief van je, Daisy, maar ik zie niet in hoe je kunt… Ik zal je zeggen wat ik zal doen. Geef me een paar dagen de tijd om er over na te denken en ik laat je weten welke positie in ons familiebedrijf voor jou geschikt is. Wat denk je daarvan?”
“Beloofd?”
“Ik beloof het, moppie, tegen het einde van de week”.
Ze vond het heerlijk als hij haar ‘moppie’ noemde, en kuste hem op de wang.
“Ga nu maar en laat me er over nadenken”, zei hij.


John was trots op zijn dochter en de manier waarop ze hem aanbad, maar hij was bang dat die aanbidding niet lang zou duren als hij Daisy te veel over zijn zakelijke activiteiten te weten zou komen. Vandaar dat hij probeerde haar op afstand te houden door haar een baan te geven, die alleen te maken had met de juridische kant van zijn financiële zaken.
“Daisy, ik heb de perfecte baan voor je gevonden”, zei hij op een dag tegen haar. “We gaan je studeerkamer ombouwen tot een echt, prestigieus kantoor, en jij kunt de financiën in de gaten houden. Je wordt de boekhouder van de firma… of de accountant, als je helemaal op de hoogte bent van de financiële wetten in dit land. Ik weet dat je dat allemaal hebt gestudeerd met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk, maar in Spanje gaat het er net iets anders aan toe, zodat je je daar nu eerst in moet verdiepen.” Hij hoopte dat zij, door haar met deze extra last op te zadelen, geen tijd zou hebben om zich met zijn zaken bezig te houden.
“Wil je dat ik een kantoorklerk word? Na al die tijd studeren - veertien jaar of meer - word ik een leerling-boekhouder?”
Het was duidelijk dat hij haar had beledigd en teleurgesteld, en dat haar buitenspel zetten niet zo gemakkelijk zou zijn als hij had gehoopt. Het was een probleem dat hij niet had voorzien.
“Je moet ergens beginnen, moppie, en dat kan niet bovenaan zijn. Iedereen moet zijn of haar plaats in een organisatie verdienen door onderaan te beginnen… En je zult niet helemaal onderaan beginnen. Elk bedrijf heeft goede accountants nodig, anders wordt je door de overheid en sommige werknemers helemaal kaal geplukt. Jouw taak zal zijn om er voor te zorgen dat onze firma geen geld kwijt raakt”.
Hij was nu op zijn best, hier was hij goed in. “Je moet elk aspect van ons bedrijf analyseren en het koppelen aan de financiële resultaten. Dan zul je verbeteringen kunnen voorstellen in de manier waarop we dingen doen. Weet je, ik word oud, en ik kan niet meer zoals vroeger de vinger aan de pols houden bij al onze operaties. Daarom heb ik jou nodig. Een betrouwbaar, intelligent en goed opgeleid lid van de familie… een jong iemand die uithoudingsvermogen heeft en er helemaal voor gaat. Er is niemand anders die daar aan voldoet, of wel?”
Ze keek lang en diep in zijn ogen om te zien of hij haar aan het belazeren was, maar moest toegeven dat er niemand anders was om die functie te vervullen. “Ik weet dat je me in de maling neemt, pap, maar het is moeilijk om met jou in discussie te gaan, dus ik zal doen wat je van me verlangt. Ik ben echter vastbesloten om een echte baan te hebben, en niet een of ander dom voorwendsel dat je voor me verzonnen hebt. Ik ben vastbesloten om een echte bijdrage te leveren aan ons bedrijf. Ik wil iets terugdoen. Begrijpen wij elkaar?”
“Ja, liefste, maar je moet het volgende goed begrijpen: het zal wat tijd kosten om je in deze nieuwe rol in te werken. Het is niet zozeer een nieuwe baan, ik controleerde al mijn zaken als vanzelfsprekend elke dag of week, afhankelijk van de omstandigheden, maar ik heb het laten versloffen, dus ik wil dat je verder gaat waar ik opgehouden ben. Het is een nieuwe rol voor je, en het zal wat tijd kosten om je die te leren. Begrijp je dat?”
“Ja, pap, wanneer begin ik? Ik kan niet wachten om met je samen te werken”.
“Ik ook, schat. Laten we een nieuwe computer kopen, alleen voor het kantoorwerk, en een groter bureau. Je kunt dat allemaal uitzoeken en je inschrijven voor een cursus boekhouden. Vraag Manuel, onze accountant, wat hij aanbeveelt, en koop dezelfde software die hij ook gebruikt.” Terwijl John dit allemaal zei, realiseerde hij zich dat de bal nu weer bij hem lag om zijn dochter een zinvolle functie te geven waar ze trots op kon zijn als ze het goed deed.
Hij wilde echter nog steeds niet dat ze in de buurt kwam van de louche zaken die hij deed.



Toen Daisy de volgende maandagmorgen om negen uur achter haar bureau zat, zette ze haar Apple Mac aan en staarde naar een leeg boekhoudprogramma. Niemand kwam haar bezoeken, niemand stuurde haar gegevens en niemand vroeg haar om advies. Ze was echter vastbesloten om zich deze job eigen te maken. Ze wist dat haar vader haar op de een of andere manier voor de gek hield, maar ze was er even zeker van dat hij de waarheid sprak toen hij had toegegeven dat hij de dingen de laatste jaren had laten versloffen. Op de een of andere manier zou ze die achterstand inhalen.
Omdat zij echter niets concreets te doen had, begon zij haar werkdag met het doorlopen van alle instellingen voor de stuk of tien programma’s op haar nieuwe computer, en daarna ging zij lunchen.
“Hoe was je eerste dag werken voor je vader?” vroeg haar moeder.
“Oh, ik heb al mijn programma’s ingesteld en gewacht tot iemand me zou vertellen wat ik moest doen… of me op zijn minst wat informatie zou geven over de bedrijven die ik zou moeten onderzoeken - zoals hun namen en adressen, maar er kwam niemand. Dus, ik deed wat ik kon, en nu kom ik lunchen”.
“Zo moet je dat doen, schat. Uiteindelijk kom je er wel. Hardlopers zijn doodlopers.” Ze keek naar haar moeder, die vaak de neiging had om op het verkeerde moment nietszeggende platitudes uit te kramen, maar die zat te eten en keek niet haar kant op. Daarna richtte ze haar blik op haar vader, maar hij ontweek haar ook.
“Dus, pa, wie gaat me helpen om te beginnen?” Ze was vastbesloten om op het onderwerp door te gaan.
“Sorry, moppie, wat zei je? Ik zat te denken. Oh, voor ik het vergeet, heeft Manuel je de info gestuurd waarom ik hem gevraagd heb?”
“Ik weet niet welke info je bedoelt, of wel soms? Aangezien noch hij, noch iemand anders mij vanochtend iets heeft gestuurd, kan ik zeggen: nee, dat heeft hij niet gedaan”.
“Misschien heb ik het hem vergeten te vragen. Een ogenblikje.” Hij drukte op een paar toetsen van zijn telefoon en sprak met iemand. “Nee, ik ken haar nieuwe contactgegevens niet. Ik zal het haar zelf laten vertellen.” Hij gaf Daisy zijn telefoon en zei: “Je moet wat visitekaartjes laten drukken zodat mensen weten dat je bestaat en hoe ze met je in contact kunnen komen. Ik weet het niet eens, en ik woon in hetzelfde huis als jij!”
Die zat, en het klopte nog ook. Dat mensen wel of niet wisten wie ze was of wat ze deed, had zeker ook te maken met het feit dat ze ontoegankelijk was. Die middag ontwierp ze een visitekaartje met behulp van een on-line drukker, knipte het ontwerp uit met behulp van Jing, en e-mailde het naar een plaatselijke drukker voor onmiddellijke verwerking. Duizend visitekaartjes in kleur zouden de volgende dag worden geleverd. Het enige veld waar ze een probleem mee had gehad, was haar functietitel. Ze was vastbesloten om niet als boekhouder of zelfs als accountant te worden aangeduid. De beschrijving die ze uiteindelijk vond, beviel haar wel: ‘Probleemoplosser’.
Het paste goed bij het temperament van de familie, vond ze, en het klonk lekker agressief voor een vrouw. Vooral een mooie, jonge, blonde vrouw met blauwe ogen. Het was perfect. Daarna voerde ze de namen en gegevens in van de bedrijven van haar vader, en maakte zich vertrouwd met waar ze gevestigd waren en wat ze deden.
Die avond, tijdens het diner, legde zij haar vader de lijst voor van vijftien bedrijven die zij had gekregen.
“Goed, pa”, begon ze, “ik wil me aan de managers van elk van deze bedrijven voorstellen, en zeggen dat ik van plan ben hen te bestuderen. Denk je dat het beter is als jij me rondleidt en me voorstelt, of wil je dat ik ze eerst bel en er daarna met een introductiebrief van jou naartoe ga?”
“Met welke wil je beginnen?”
“Ik dacht dat het beter zou zijn om met de twee kleinste te beginnen. Dan kan ik mijn techniek perfectioneren voordat ik met de grotere begin. Wat denk jij?”
“Dat klinkt goed. Staat deze lijst in een bepaalde volgorde?”
“Van de hoogste winst naar de laagste. Weet je dat niet eens? In de tweede kolom staat de procentuele winst van de omzet”.
“Ik krijg deze cijfers elk kwartaal van Manuel, maar zolang ze redelijk lijken, maak ik me er niet veel zorgen over.” En dat was waar. Hij was een multimiljonair, en zijn legale ondernemingen dekten zijn levensstijl ruimschoots, maar zijn andere zaken brachten veel, veel meer op.
“Ik kan je naar de eerste paar op je lijst brengen, geen probleem, maar ik kan niet garanderen dat ik je naar alle vijftien breng. Hoe denk je het te doen, één per dag?”
“Dat is het basisplan, maar het hangt echt af van wat ik vind. Sommige kunnen veel langer duren”.
John knikte instemmend. “Ik neem mijn auto, en jij kunt met die van jou gaan. Als ik je eenmaal heb voorgesteld, ga ik verder met mijn eigen zaken en jij met de jouwe. Vind je dat goed?”
“Tuurlijk, dat is perfect. Het is niet nodig dat je blijft rondhangen en duimen gaat zitten draaien.”



De eerste op haar lijst die ze om elf uur wilde bezoeken was een “Cambio” - een gelegenheid waar mensen geld konden wisselen en reischeques konden verzilveren, aan de kust in het plaatsje Los Boliches, dertig minuten ten noorden van Marbella. Terwijl ze er in hun afzonderlijke auto’s heen reden, legde Daisy haar vader via hun handsfree mobiele telefoons uit wat haar bedenkingen waren.
“Die zaak heeft het moeilijk, pap. De huur is hoog voor een kiosk, maar de opbrengst is te verwaarlozen. Het is misschien de moeite waard om deze zaak te sluiten en het geld ergens anders te herinvesteren”.
“Whoa, meisje! Rustig aan. Je opdracht is om onderzoek te doen. Je moet je bevindingen aan mij voorleggen, en dan zullen we beslissen wat te doen. Begin niet mijn zaken te sluiten voordat je het met mij besproken hebt. Is dat duidelijk?”
Het was niet helemaal zoals ze het bedoeld had, maar het was een les voor haar om in het vervolg haar woorden zorgvuldiger te kiezen als het over gevoelige onderwerpen ging. Ze verontschuldigde zich. “Sorry, pap. Zo had ik het niet bedoeld. Ik was hardop aan het denken.”
“Dan is dat nog iets wat je moet leren. Wees op je hoede als je mensen vertelt wat je denkt. Dat mag bij je moeder en mij, maar in geen geval bij iemand anders. Het is alsof je mensen vertelt welke kaarten je hebt. Dat is ongelofelijk dom”.
“OK, pap, het is duidelijk, ik heb je goed begrepen.” In feite wist ze dat al heel lang, maar ze had gedacht dat het niet van toepassing was op haar ouders, zoals hij net zelf had gezegd. Maar blijkbaar was dat wel zo en was er weer een les geleerd.
John stelde zijn dochter voor aan Paco, die het winkeltje runde, nam een kop koffie en liet hen daarna alleen. Paco en John gedroegen zich als oude vrienden, maar toen de laatste was vertrokken, reageerde hij terughoudend op Daisy.
Zij vroeg hem naar het aantal transacties per dag en de gemiddelde waarde daarvan, de drukste tijdstippen en de drukste dagen. Zij had deze informatie al tot en met het einde van het vorige kwartaal, maar zij wilde weten in hoeverre Paco de vinger aan de pols had.
Om twee uur veinsde ze honger voor en reed weg. Ze reed echter alleen haar opzichtige Porsche uit het zicht, en liep vervolgens met hoofddoek en zonnebril, in een soort van stervermomming terug naar een restaurant op het strand, schuin tegenover de kiosk. Urenlang peuzelde ze aan haar zeebaars met salade gevolgd door ijs, en fotografeerde ze iedereen die naar de kiosk ging met de zoomlens van haar Nikon SLR camera.
Zij was opgewonden over haar bevindingen en wilde ze die avond tijdens het diner aan haar vader voorleggen, maar zij weerstond de verleiding omwille van wat hij haar die ochtend had verteld. Ze deelde hem eenvoudig mee dat een volledige analyse nog enkele dagen zou duren en dat hij haar pas de volgende zaterdag als hij dat wilde, of de maandag, zou moeten voorstellen bij de volgende zaak.
Zij keerde die week elke dag terug naar het restaurant voor een lange lunch en schreef haar verslag op vrijdagavond. Haar eerste analyse was klaar en ze was er immens trots op. Ze presenteerde het aan haar ouders na het diner op vrijdagavond. Na een verslag van twintig minuten bracht ze haar conclusies.
“Mijn eerste indruk was dat de manager, Paco, ofwel vaak niet open was, ofwel met de cijfers knoeide. Ik ben echter blij te kunnen melden dat, hoewel Paco zijn greep op het bedrijf lijkt te verliezen, hij eerlijk is, en wel alle uren werkt die hij claimt. Het bedrijf is echter nauwelijks winstgevend, omdat a. de mensen graag de plaatselijke valuta rechtstreeks van hun bankrekening opnemen met een pinpas, en b. de verkoop van reischeques al jaren daalt en dat is van invloed op de winst.
“Op grond van een zuiver winstoogmerk zou het redelijk zijn dit concern te sluiten. De opbrengst zou in een van de andere bedrijven kunnen worden gestoken, maar ik kan nog niet zeggen in welke.” Ze ging zitten onder applaus van haar moeder.
“Heeft Daisy dat niet goed gedaan, Johnny? Net een echte professional… en vergeet niet: ‘Beter voorkomen dan genezen’! Dat is wat ik altijd zeg”.
Ze keken haar beiden aan, knikten, glimlachten, en keken toen naar elkaar. Daisy hoopte op lof, maar wist wel beter dan zoiets te verwachten.
“Dank je, Daisy”, antwoordde John na een paar minuten nadenken. “Ik denk dat je correct bent in je analyse. Fundamenteel juist, in ieder geval. Is je iets opgevallen aan Paco?”
“Hij heeft een lichamelijk probleem, als je dat bedoelt?”
“Ja… zijn benen zijn verminkt. Hij heeft, zoals je zegt, een lichamelijk probleem. Theresa, ken je Paco nog? De man die de Cambio in Los Boliches runt?” Ze knikte en kreeg tranen in haar ogen.
“Hoe is het met die lieve man, Johnny? Gaat het goed met hem?”
“Ja, liefje, het gaat goed met hem. Daisy is de hele week bij hem geweest…”
“Oh, dat is aardig van je, Daisy! Vergeet nooit je oom Paco.”
Daisy was in de war. Ze had nog nooit van een oom Paco gehoord. “Wie is hij, pap?”
“Ik zal je zeggen wie hij is, moppie, hij werkte vroeger met Tony. Op een dag probeerde een man me onder vuur te nemen met een machinegeweer toen ik uit de auto stapte in Fuengirola. Je moeder zat nog in de auto en Paco hield de deur voor me open. Hij duwde me terug naar binnen en kreeg vijf kogels in zijn benen.
“Vijf kogels, bedoeld voor mij, en mogelijk ook voor je moeder. Ik, wij, danken ons leven aan Paco. Daarna kon hij niet meer zo goed uit de voeten, zoals je terecht opmerkte, dus hebben we hem in een bedrijfje gestopt om hem een inkomen en wat respect te geven. Ik zeg dit niet om kritiek te leveren op je werk, dat feitelijk juist is, maar Paco heeft een baan voor het leven… en hij maakt nog een kleine winst ook, die je moeder en ik in een fonds stoppen waarvan hij niet op de hoogte is, bestemd voor hem als hij met pensioen gaat”.
Daisy had het gevoel dat zij er ingeluisd was om de fout in te gaan, maar troostte zich met de wetenschap dat zij een eerlijke poging had gedaan om de zaak te analyseren binnen het kader van de informatie die haar was gegeven.
Het kostte maanden om de andere veertien zaken te analyseren, maar er waren geen verborgen valkuilen meer, ook al werd een van de bars gerund door een andere ex-werknemer. Johns legitieme imperium in Andalusië bestond uit drie middenklasse hotels, een 8-Till-Late supermarkt, vier restaurants, vier bars, een reisbureau, een touroperator en Paco’s Cambio. Zij vond echter tegenstrijdigheden bij twee van de bars en twee van de hotels.
Op een middag, toen zij Tony in de tuin een handje hielp, vroeg zij hem om raad, zoals zij haar hele leven al had gedaan. Hij was voor haar veel meer een oom en een vertrouweling dan wie dan ook.
“Oom Tony, je werkt al heel lang voor mijn vader, denkt je dat ik de firma help of dat ik alleen maar aan het lijntje word gehouden?”
“ Kindje, ik heb nooit vrijwillig tegen je gelogen, maar je moet weten dat mijn eerste loyaliteit aan je vader moet zijn. Als hij je zegt dat je helpt, wie ben ik dan om dat tegen te spreken? Hij heeft het globale plaatje… Ik zorg voor de beveiliging en een paar andere dingen. Mijn advies is dat je moet vertrouwen op je vaders oordeel. Tenslotte heeft hij het tot nu toe vrij goed gedaan, nietwaar? Maar, als je dat niet kunt, dan moet je je eigen hart volgen. Het spijt me dat ik niet meer kan helpen, maar wat er ook gebeurt, ik zal altijd je vriend zijn als je me nodig hebt. Dat beloof ik je”.
“Dat weet ik, oom Tony… Dat weet ik. Je bent voor mij een rots in de branding, en dat ben je altijd al geweest.” Ze strekte zich, ondanks haar lengte, uit om hem op zijn ruwe wang te kussen. Hij legde een arm om haar schouder en gaf haar een kneepje.
“Ik kan beter verder gaan met mijn ronde, jongedame”, zei hij, haar los latend en weg lopend. Zij was de enige vrouw met wie hij nog geen seks had gehad en die toch iets voor hem betekende, op zijn kat na, waarvan hij nu spijt had dat hij haar ‘Poessie’ had genoemd, telkens als hij haar binnen moest roepen.

1 4 DAISY BEGINT HAAR DRAAI TE VINDEN
In de daaropvolgende maanden maakte Daisy met plezier kennis met de managers van haar vaders legale zaakjes en verzamelde ze heel wat gegevens. Vervolgens analyseerde ze die, en zette ze om in suggesties om ze te stroomlijnen en te verbeteren. Al deze zaken bevonden zich tussen Marbella en Los Boliches, wat een eigenlijk een kort ritje langs de mooie kust is. Zij was dan ook nogal verbaasd te ontdekken hoe weinig de meesten van elkaars bestaan afwisten.
Ze had suggesties voor elk van de bedrijven afzonderlijk, en zij had ook ideeën voor hen in het algemeen. Ze wilde het professioneel aanpakken, daarom belegde ze een vergadering met haar ouders, zodat ze haar plannen kon uitleggen.
“Moet ik Tony ook uitnodigen, pap?”
“Nee, hij moet weten wat we besluiten, maar we doen dit eerst als gezin en strijken eventuele kreukels glad. Dan, als we helemaal zeker zijn van ons standpunt, kunnen we het met anderen bespreken.
Laat buitenstaanders nooit zien dat de insiders kibbelen over details. Het gezicht dat we naar buiten toe laten zien, zelfs naar Tony, moet een eensgezind gezicht zijn. Zelfs als we het privé niet overal over eens zijn.
Daisy had het allemaal al eerder gehoord, maar knikte plechtig. “Dat zal ik onthouden, pap”.
“Hoe gaat het met je cursus Spaans boekhoudrecht? Doe je die nog steeds?”
“ Natuurlijk doe ik die nog steeds. Waarom zou ik daar mee ophouden? Ik heb je gezegd dat ik serieus van plan was om te helpen, en dat zal ik je in mijn presentatie ook bewijzen. In feite geniet ik van de cursus, hoewel de meesten daar anders tegenaan zouden kijken. Het is een beetje droge stof als je begrijpt wat ik bedoel”.
“Dat kan ik me voorstellen, maar iemand moet het doen, en die iemand ben jij op dit moment. Sorry, moppie”.
“ Je hoeft je niet te verontschuldigen. Ik vroeg om een baan met verantwoordelijkheid, en die heb ik nu. Ik ben gelukkig, echt waar”.
“Goed dan…”
“Ik ga vanavond uit met een paar vriendinnen pap, dus blijf maar niet op voor me. Ik zie je morgenochtend om tien uur voor de presentatie. Doei pap. Ik hou van je.” Ze sloeg haar armen om zijn schouders, gaf hem een kus op zijn wang en vertrok met een tevreden gezicht.
Hij glimlachte inwendig; hij was zo verdomd trots op haar dat hij soms dacht dat hij zou ontploffen.
‘s Morgens liet ze de kok voor elf uur in haar kantoor koffie met een smeuïge chocoladetaart bereiden, want dat was een van de lievelingscombinaties van haar ouders.
Ze had tot even na elven nodig om de individuele aanpassingen aan de vijftien bedrijven te schetsen, maar ze ging door terwijl haar moeder de cake sneed en de koffie inschonk.
“.. en dat brengt me bij het thema ‘Integratie’. Ik heb het gevoel dat we onze bedrijven niet aanmoedigen om gebruik te maken van elkaars specialiteiten. Bijvoorbeeld, geen van de hotels, bars of restaurants beveelt een ander aan. Ik vind dat heel vreemd en beschamend verspillend. Een van de hotels en drie bars bieden bijvoorbeeld geen ander gerecht aan dan tosti’s… en één doet friet”.
“Ik stel voor dat we de bars en dat hotel aanmoedigen om afhaalmaaltijden bij onze restaurants te bestellen, als ze binnen een redelijke afstand van elkaar liggen. Mijn voorstellen voor samenwerkingsverbanden staan in paragraaf zeventien. De vijf groepen die je ziet, één hotel en vier bars, liggen allemaal binnen vijf kilometer van de restaurants in hun groep. Waar twee of drie restaurants aan één etablissement kunnen worden gekoppeld, zouden we speciale gecombineerde menu’s kunnen laten opstellen. Het is niet nodig uit te leggen dat het eten niet ter plaatse wordt bereid, tenzij de uitbater ernaar wordt gevraagd, toch?”
Het was een retorische vraag, maar haar vader schudde instemmend zijn hoofd.
“De bar die een beetje geïsoleerd ligt zou banden kunnen aanknopen met restaurants van derden voor een percentage van de opbrengst.” Ze keek op om haar vader te zien knikken naar de pagina die voor hem lag. Dat moedigde haar aan, dus ging ze met zwier verder.
“De volgende fase, zouden we ‘globalisering’ kunnen noemen. Niet dezelfde globalisering zoals bij McDonald’s, maar onze eigen versie. Slechts één van onze bars heeft een fatsoenlijke website, en drie van de andere etablissementen hebben een waardeloze. Ik stel voor dat we voor al onze zaken een eersteklas website maken en links naar anderen plaatsen waar dat nuttig kan zijn. We kunnen iemand inhuren om dit voor ons te doen, en ik zal erop toezien.
“En tenslotte komen we bij ‘Familie worden’. Wat is dat? Het is mijn term voor het creëren van een wederzijds-coöperatieve, familiale sfeer, binnen onze groep. We zouden elkaar kunnen ontmoeten voor een praatje, een drankje en een maaltijd één keer per kwartaal of twee keer per jaar… zelfs één keer per jaar. Wat jullie het beste vinden. Je zou zelfs een groepsbonus kunnen uitschrijven van één of twee procent van de nettowinst over de hele linie, maar nogmaals, dat zou aan jullie zijn.
“Bedankt voor jullie aandacht, dat is het einde van mijn verslag.” Ze ging zitten en haar beide ouders applaudisseerden voor haar.
“Goed gedaan, Daisy!” zei haar moeder. “Was onze kleine meid niet geweldig, John?”
“Dat was ze zeker, Teri. Ik wist dat je speciaal was, moppie, maar er staat veel meer in”, zei hij terwijl hij met het rapport in zijn hand zwaaide, “dan ik had verwacht, en voor negentig procent ben ik het er meteen mee eens. Zoals je moeder zegt, goed gedaan. Je moet ons een paar dagen geven om dit te overdenken, maar dan komen we bij je terug met eventuele vragen die we hebben. Is dat goed?”
“Tuurlijk, pap, alles wat je zegt.” Ze was in de zevende hemel.
“Laten we beneden gaan lunchen”, stelde hij voor, terwijl hij op zijn gouden Patek Philippe polshorloge keek.



Haar vader was blij met al Daisy’s voorstellen en vertelde haar dat ook.
“Het enige waar ik niet zeker van ben, is het overmaken van geld via het web bij Paco. Ik heb er naar gekeken. Ok, tien of twaalf jaar geleden, maar de cijfers klopten niet. Je kunt opnieuw navraag doen, als je wilt. De rest is geweldig”.
“Dus, wat is de volgende stap, pap?”
Hij keek even in de ruimte voor hij sprak. “Als we klaar zijn, leggen we het voor aan Tony. Dan, als hij geen problemen ziet, roepen we alle managers één voor één bij ons en leggen hen het nieuwe regime uit. Als je wilt houden we daarna, in het belang van jouw ‘Familie worden’, een informele pool party waar we het met iedereen kunnen bespreken, en ze allemaal aan elkaar kunnen voorstellen. Klinkt dat goed?”
“Ja, pap, dat klinkt perfect. Zal ik het organiseren of doe jij dat?”
“Laten we eerst met Tony praten, en laat dat dan aan hem over. Jij bent een nieuwe verbindingsofficier, maar het was steeds zijn taak. Jullie konden het altijd goed met elkaar vinden, dus probeer hem niet van streek te maken. Denk eraan, niemand vindt het leuk om zich gedegradeerd te voelen… een beetje macht verloren te hebben… vooral niet aan een nieuweling, zelfs niet als ze de dochter van de baas is”.
“Oké, pa, dat laat ik dan aan jou over”.



Nadat zij de nieuwe structuur van de familiebedrijven aan Tony, en nog een keer aan haar ouders, had uitgelegd, bevond zij zich met de Big Man in de tuin, zoals wel vaker gebeurde. “Vond je onze ideeën echt goed, oom Tony, of accepteerde je gewoon een nieuwe managementstijl?”
Normaal gesproken was hij net zo voorzichtig met zijn woorden als Daisy’s vader, maar niet tegen haar. Hij had haar altijd zoveel van de waarheid verteld als hij vond dat ze moest weten of aankon.
“Ik ben het eerlijk gezegd eens met wat je daarbinnen zei. Het is iets van deze tijd, denk ik… We zouden niet eens gedacht hebben aan wat jij voorstelde… onze stijl was om hen, de managers, te vertellen wat ze moesten doen, en hen lastig te vallen als er niet genoeg geld binnenkwam… Maar die werkwijze is aan het uitsterven… De politie is lang niet meer zo corrupt als twintig jaar geleden, en het is niet meer in de mode om managers die niet meewerken een pak slaag te geven… Dus al met al denk ik dat jouw manier een goede update is van de stijl van het bedrijf… en om eerlijk te zijn, ben ik er vrij zeker van dat je vader het daarmee eens is…”
“Dus, je denkt dat ik het goed doe, oom Tony?”
“Meer dan goed, kleintje, veel meer dan dat. Je lijkt wat dat betreft als twee druppels water op je ouders. Daisy pakte zijn enorme biceps en drukte die tegen haar wang terwijl ze liepen. “Er is echter nog iets, ik heb liever dat je me vanaf nu gewoon Tony noemt. Het verandert niets, maar…. Ik weet het niet, het klinkt gewoon beter voor mij…”
“Geen probleem. Dan noem ik je ‘Gewoon Tony’!”
“Er is nog één ding, als je met de zigeuners omgaat, kan je nog altijd een pak slaag van mij verwachten… de volwassen dochter van de baas of niet”.
“Bericht gelezen en begrepen. Bedankt voor de peptalk. Ik zie je later wel.
“Oh, Tony, er is nog een ander ding, heb je nog een paar minuten?”
“Voor jou? Altijd. Wat is het?”
“Ken je de Stranger’s Arms in Los Boliches?”
“Ja, dat is er een van je vader”.
“Ja. Nou, ik was daar een keer later op de avond, na de normale werktijden van de meeste mensen bedoel ik, en ik kreeg de indruk dat sommige van de meisjes daar aan het ‘werken’ waren.”
“Is dat niet de bedoeling”, zei hij, maar hij wist waar ze op doelde.
“Nee, ik bedoel ‘werken’ werken… zichzelf aanbieden. Staat Pa dat soort dingen toe in zijn bedrijven?”
Het was een moeilijke vraag om te beantwoorden gezien de gedragscode die hij zich had aangemeten om met Daisy te praten.
“Laat ik het zo zeggen… Mijn interpretatie van je vaders regels is dat managers een grote speelruimte hebben, zolang hun activiteiten ons niet in conflict brengen met de politie of de bevolking.
“Is dat een antwoord op je vraag?”
“Zoiets, maar niet echt. Staat hij toe dat meisjes in zijn bar hun beroep uitoefenen?”
“Als hij er niets van weet… en als noch de politie noch het publiek klaagt.”
“Is dat ‘Ja’ of ‘Nee’?”
“Het betekent wat ik zei”.
“Dus, dat is een ‘Ja’ dan?”
“Dat kan een interpretatie zijn, denk ik”.
“Zijn de meisjes freelancers of werken ze voor ons?”
Tony aarzelde een paar seconden voordat hij zei: “Ze werken niet voor een van de vijftien bedrijven op je lijst, als dat is wat je vraagt”.
“Dat vroeg ik eigenlijk ook, maar nu vraag ik of ze voor een van onze bedrijven werken die niet op mijn lijst staan?”
“Ah, nu heb je ons in een hoek gedreven. Ik kan die vraag niet beantwoorden. Dat kan alleen je vader”.
“Ik begrijp dat ik je in een onmogelijke positie breng, o… Tony, maar ik kan onmogelijk mijn werk goed doen, als ik niet precies weet wat er aan de hand is. Maak je daar maar geen zorgen over. Ik zal het papa vragen”.
“Tot straks”.
Toen ze enkele dagen later met haar vader sprak, was hij voorbereid op haar vraag, want Tony had hem gewaarschuwd. Hij had nachten lang nagedacht over wat zijn antwoord zou zijn.
“Het zit zo, moppie”, zei hij terwijl ze in zijn grote, luchtige, lichte kantoor zaten dat een hele wand van schuifglas had dat op het zwembad uitkwam, “… het is echt niet gemakkelijk om het op een manier te zeggen waardoor je het zult begrijpen… Toen mijn vader en ik hier voor het eerst kwamen wonen, oh, zo’n vijftig jaar geleden, was Spanje nog niet zoals je het nu kent, en ik ook niet. Ja, we hadden geld, maar wij, of vooral ik, hadden nog dromen. Pa was rijk en was tevreden, maar ik was nog jong en wilde mijn eigen stempel drukken… mezelf ook bewijzen.
“Ik, of wij, raakten verzeild in timesharing, wat toen een nieuw concept was. De grond was goedkoop en de arbeidskrachten ook, maar de plaatselijke bevolking kon zich nog steeds niet de prijzen veroorloven die wij voor de huizen wilden vragen - villa’s en appartementen noemden wij ze - dus kwamen wij op het idee om massa’s Britten uit de middenklasse over te laten komen om ze in plaats daarvan per week te verkopen.
“Dat ging lekker, maar toen realiseerden we ons dat ze iets te doen moesten hebben… vooral ‘s avonds. Ze konden de hele dag op het strand liggen met hun vrouwen of vriendinnen, maar daarna wilden ze doen waar hun lichaamsklok hen vertelde dat het tijd voor was… een drankje na het werk. Vandaar dat we de villa’s, hotels en time-share appartementsblokken omringden met bars, restaurants en disco’s, die het nieuwe ding waren.
“In die tijd verdienden de Britten tien keer meer dan de plaatselijke Spaanse jongens en het duurde niet lang voor de meisjes dat doorhadden. We hadden geen andere keuze dan met hen samen te werken. Als we ze niet in onze bars toelieten, hingen ze buiten rond tot ongenoegen van de vrouwelijke vakantiegangers, en kochten ze de politie om, om te voorkomen dat ze werden weggestuurd.
“Of, nog erger, ze zouden naar een bar van een concurrent gaan waar ze wel welkom waren, en onze gokkers met zich meenemen. De enige verstandige oplossing was om ze binnen te laten, zodat de klanten een praatje met ze konden maken en drankjes voor ze konden kopen. Uiteindelijk raakten we van de pooiers af, waar de meisjes ons dankbaar voor waren.
“Maar waar het uiteindelijk om gaat, is het aantal stoelen dat bezet wordt. Klanten die aan de bar zitten, hebben de neiging meer uit te geven dan klanten die aan een tafel zitten, en soms zaten de barkrukken vol met meisjes die uren aan een glas water zaten, dus moesten we hen laten betalen voor het gebruik van onze bars als hun kantoor. Uiteindelijk kwamen we tot een werkregeling die voor alle partijen aanvaardbaar was, en die goed werkte, maar tijden en situaties veranderen, en bedrijven moeten mee veranderen.
“Tegenwoordig werken veel meisjes in de zomermaanden om hun collegegeld te betalen. Anderen willen misschien een nieuwe auto of een reis naar de Verenigde Staten… en sommige migrantenmeisjes willen gewoon hun familie wat geld kunnen sturen om te helpen… of om hen hierheen te halen om als gezin herenigd te worden. Velen sparen om hun ouders of zelfs echtgenoten over te laten komen”.
“Maar het is verkeerd, of niet, pap?”
“Wat is verkeerd?”
“Prostitutie… geld verdienen aan meisjes die hun lichaam verkopen…”
“In sommige landen is dat volgens de wet zo… maar in andere niet. Prostitutie, prostituees… het zijn verschrikkelijke woorden, nietwaar? Ik weet het wel, schelden doet niet zeer maar slaan veel meer en zulke spreekwoorden, maar het is niet waar. Woorden kunnen en doen pijn. Ik zal je ooit nog wel eens over mijn jeugd vertellen, en geloof me, ze deden pijn. Die woorden zitten vol met vooroordelen die in het verleden zijn gecreëerd door mensen uit de middenklasse met een veilige baan. Vrouwen die nog nooit van hun leven hadden hoeven werken en mannen die ‘s avonds gebruik maakten van de meisjes nadat ze hen overdag hadden veroordeeld. Een wijze vrouw uit de middenklasse zei eens tegen mij over werkende meisjes: “Daar gaan veel vrouwen die de genade van God verdienen.” Vergeet nooit dat je bevoorrecht geboren bent, Daisy. Jouw positie in het leven is niet normaal… je had ook geboren kunnen worden als een mooie, straatarme vluchteling. Wat zou je dan ruilen voor eten en onderdak? Denk er maar eens lang en hard over na… Je conclusies zullen je misschien verrassen.
“Hoe dan ook, ik heb al geprobeerd uit te leggen dat we ten onder zouden zijn gegaan als we vroeger niet met hen hadden samengewerkt - maar dat is nu nog steeds zo. Mannen houden nou eenmaal van een vluggertje als ze op vakantie zijn. Wonderlijk nietwaar, dat zelfs deze nederige, berooide meisjes de zaken vorm kunnen geven? Toch, het enige dat veranderd is, is de reden waarom de meisjes geld willen. In de jaren zestig was het voor de eerste levensbehoeften, nu is het vaak voor luxe… behalve in het geval van de vluchtelingen natuurlijk. Is het verkeerd om mensen te helpen hun doelen te bereiken? Is het niet beter om iemand niet te bekritiseren, tenzij je eerlijk tegen jezelf kunt zeggen dat je in hun schoenen hebt gestaan?
“Ik denk niet dat het verkeerd is te proberen te begrijpen en te helpen, vooral wanneer de mensen die de wetten maken ook op een avond in de bars zitten, met hun hand kruipend langs het blote been van de mooie, jonge vreemdeling die naast hen zit. De meeste mensen zijn hypocriet, moppie. Het is allemaal ‘Doe wat ik zeg, niet wat ik doe’. Je bent nog jong, en ik wilde je beschermen tegen de slechtere kant van het leven, zoals ik dat met je moeder heb gedaan, maar ik realiseer me dat ik het mis had. Je werkt in de firma, en Andalusië is niet zo groot. Nu je hier woont, en een actieve rol in de gemeenschap speelt, zou je vroeg of laat toch wel het een en ander over onze familiereputatie horen”.
“Wat kan ik nog meer te horen krijgen?” Ze was een en al oor. Haar vader had nog nooit zo openlijk met haar over zijn familie, zijn verleden, of zijn zakelijke belangen gesproken. Ze was echter meer geschokt door zichzelf dan door hem. Ze had verwacht dat ze de moraalridder zou uithangen, maar ze merkte dat ze dat helemaal niet zo voelde. Ze besefte ook dat de kinderen op school meer dan alleen maar een beetje de waarheid hadden gesproken. Niet dat dat enig verschil uitmaakte voor wat zij van hen vond - ze hadden tenslotte nog steeds de bedoeling gehad haar familie te beledigen, en dat was genoeg, of ze nu gelijk hadden gehad of niet.
John zuchtte. “Nou, ook in de begintijd rookten de meisjes graag wiet of dope. Velen van hen kwamen uit Marokko, en de beste wiet en hasjiesj komen daar vandaan… net over het water in feite, van Ketema. Je moet niet vergeten dat deze meisjes hun hele leven de mannen in hun familie het hadden zien roken, en het was goedkoper dan bier en veiliger dan illegale drank. Het was ook het begin van de Flower Power, Jimi Hendrix, en de Hippies. Het bezit van drugs was strafbaar in Groot-Brittannië, en hier ook, maar de lokale politie keek de andere kant op.
“Dus, de meisjes rookten, en deelden het met hun klanten… en sommige slimme hippies kwamen zelfs voor de ‘scene’ zoals ze het noemden. Het was onvermijdelijk dat we drugs gingen leveren, eerst aan de meisjes, en daarna aan anderen. Het was winstgevend, dat kan ik je wel vertellen!
“We stuurden een tot kampeerwagen omgebouwd Transitbusje voor een maand naar Marokko, en die verdween dan een week in Ketema tijdens het toeren. De boeren daar haalden het voertuig uit elkaar, stopten het vol met vier- of vijfhonderd kilo dope en zette hem weer in elkaar. Een dag later zou het hier te koop zijn. We konden gemiddeld één pond per gram verdienen, dus dat was een half miljoen per maand in die dagen! En dat voor een investering van vijftigduizend!
“Het probleem was dat het zo lucratief was dat anderen probeerden ertussen te komen. We hebben jaren tegen de concurrentie gevochten… zo is Paco neergeschoten. Ik werd twee keer neergeschoten bij andere gelegenheden, en ontsnapte tientallen keren aan nog meer verwondingen. Toch hebben die drugs nooit iemand kwaad gedaan. Ik rookte ze zelf, en ik wed dat je moeder dat ook deed voor we trouwden. We stopten met drugs toen de chemische verdovende middelen hier kwamen. Een beetje coke of speed, zelfs een tripje was oké, maar toen ze de basisdrugs begonnen te versterken, stopten we.
“De Ieren en de Russen hebben dat nu grotendeels in handen, en wij laten ze gewoon hun gang gaan. Ze zijn altijd aan het schieten of elkaar aan het opblazen… Het is een vies spelletje… niet voor mij en mijn familie, maar ik zal niet ontkennen dat we het zo’n dertig jaar gedaan hebben of misschien iets langer.
“Wat is er nog meer…? We smokkelen sigaretten naar Engeland, waar de regering ze zo zwaar belast dat de gewone roker geen legale sigaretten meer kan kopen. Gokken… daar zijn we veel mee bezig. We hebben plaatsen waar bekende klanten kunnen wedden op paardenraces en dergelijke… meestal Britse races, maar het internet knaagt daaraan… We hebben stripclubs, maar we houden ons niet bezig met andere vormen van porno… We doen niet aan wapens, behalve voor onze eigen persoonlijke bescherming. Ik veronderstel dat je zou kunnen zeggen dat we van de meeste dingen wel wat doen, maar niet de extreme dingen… niet meer.
“Beantwoordt dat je vraag?”
“Ja… het geeft me veel om over na te denken… Kun je me een lijst geven, zoals je de vorige keer deed?”
“Ja, als je dat zeker weet. Geef me wel een paar dagen en zorg dat die lijst nooit het huis verlaat.”
In een roes liep ze naar boven, naar haar eigen kantoor. De meeste slechte dingen die mensen over haar familie hadden gezegd, waren toch waar.
Toen ze zich in de draaistoel achter haar bureau liet ploffen, wist ze niet goed wat ze van dit alles moest denken. Ze belde naar de keuken voor een koffie en een koek, schoof achterover in haar stoel, en legde haar voeten op haar bureau. Ze analyseerde haar gevoelens en was verbaasd dat er geen spoor van teleurstelling te vinden was. Haar vader had haar verteld wat er gebeurd was en waarom, en het was volkomen logisch voor haar. Het waren andere tijden, lang voordat zij geboren was; haar vader, en ongetwijfeld ook haar moeder, hadden uitdagingen het hoofd moeten bieden, en waren daarmee omgegaan op de voor hen beste mogelijke manier. Het was gemakkelijk om mensen te bekritiseren om wat zij gedaan hadden, maar hoe zou haar nageslacht beoordelen hoe zij zou omgaan met de problemen die op een dag haar pad zouden kruisen? Vriendelijk, hoopte ze, maar wilde niet iedereen dat ook? Toch wist ze dat het niet altijd zo ging.
Zij kon niet wachten om de nieuwe lijst van haar vader te zien en zich in te laten met de mensen die met de bedrijven op de lijst werkten. Het leek allemaal zo veel spannender dan de ‘legitieme lijst’.
5 DE ILLEGALEN
Toen Daisy de lijst van illegale bedrijven had ontvangen, had zij de namen van de meeste herkend, ondanks het feit dat zij het grootste deel van haar late tienerjaren op school en aan de universiteit in het Verenigd Koninkrijk had doorgebracht. Eén naam sprong haar echter in het oog - een bar in de nabijgelegen heuvels die onder de plaatselijke bevolking de reputatie van losbandig had. Het zou een bordeel zijn, en zo stond het ook op de lijst - een van vijf van dergelijke “bars” of “hotels.“ Er waren zeven “madams”, elk met een aantal meisjes; twintig smokkelaars die smokkelwaar (meestal sigaretten) via Gibraltar naar het Verenigd Koninkrijk vervoerden; drie illegale goktenten, een ex-douane-expediteur die mannen hielp bij het verkrijgen van onbetrouwbare gezinsvergunningen voor echtgenoten die anders niet in aanmerking zouden zijn gekomen voor een visum voor het Verenigd Koninkrijk en een witwasservice, die maar liefst veertig procent in rekening bracht.
Ze had geen cijfers om mee te werken, en op basis van haar naïviteit leken de illegalen niet veel waard, maar ze herinnerde zich dat haar vader had gezegd dat ze vijf keer meer opbrachten dan de legalen deden.
Ze moest nog een keer een goed gesprek met haar vader hebben, voordat ze de bedrijven op de nieuwe lijst tot op de bodem zou uitzoeken, toch verheugde ze zich er enorm op. Tijdens de lunch kaartte ze het onderwerp bij hem aan, voorzichtig omwille van haar moeder, en hij vroeg haar om met hem om drie uur in de tuin een wandeling te maken.
“Ga je een wandeling in de tuin maken met je vader, Daisy? Dat is leuk. Het is daar in deze tijd van het jaar echt schilderachtig. Ik zou graag met je meegaan, maar drie uur… Dan zit ik midden in mijn siësta. Waarom maak je het niet wat later, zeg half zes, dan kan ik met je mee? Je weet dat het vijfde wiel gezelligheid betekent en het vierde, eh, niet, ach laat ook maar zitten”, zei ze aarzelend.
“Misschien zijn we er nog als je wakker wordt, mam. Je hebt mijn mobiele nummer, bel me en we komen je halen“.
Het leek Teresa tevreden te stellen en ze viel terug in haar eigen wereldje, waar alles altijd mooi was en de zon altijd scheen of de maan altijd vol was.



“Als je vastbesloten bent om de andere kant van het bedrijf te leiden, wil ik dat je leert hoe je een vuurwapen moet gebruiken, en ik wil dat iedereen weet dat je weet hoe je er een moet gebruiken. Ik ben er als de dood voor dat je deze wereld betreedt, maar als ik morgen zou sterven, zou je het toch moeten doen, dus je kunt het beter met mijn hulp doen dan zonder“.
“Oké, Pa, dat idee staat me wel aan… Altijd al overigens. Hoe wil je het gaan aanpakken?”
“Ik, nee, jij gaat een legaal geregistreerde schietclub openen met jou als eigenaar. Tony of iemand die hij aanbeveelt kan het voor ons beheren, maar ik wil dat je daar minstens twee keer per week te zien bent, en of je nu een goede schutter blijkt te zijn of niet, we zullen laten rondvertellen dat je een scherpschutter, eh, schutster bent. Dat geeft je enige bescherming, maar we zorgen ook voor een wapen dat je goed kunt hanteren, wat dat ook is. Tony zal dat met je uitzoeken. Vraag het hem maar“.
Ze knikte, en voelde al een adrenalinestoot door haar aderen stromen.
“Dit zijn allemaal zaken die weinig risico’s met zich meebrengen, maar je weet nooit wanneer er een beginneling een vinger in de pap wil steken. Het pistool dient niet om ruzie te maken, hoor je me? Alleen om jezelf te verdedigen als iemand anders begint. Zorg dat je nu goed beseft dat je een territoriumoorlog nooit kunt winnen. Elke oude Joe Blogs uit Liverpool kan honderd geweren huren om achter je aan te komen. Dat zou je dood zijn, en je moeder, ik en Tony en zijn mannen zouden ook sterven. Die oude, Amerikaanse, zwart-wit films over gangsters waren maar films. Zo werkt het niet, zo heeft het in mijn tijd tenminste nooit gewerkt.
“Het is de eenzame schutter waar je voor moet oppassen… of schutster, denk ik tegenwoordig. Ik heb een paar kogels gekregen, en die doen me elke dag pijn, maar lang niet zoveel als de kogels die mijn mannen voor me opvingen. Ik denk elke dag aan die mannen en hun gezinnen. Vergeet dit nooit: als je iemands leven beïnvloedt of zelfs neemt, verander je vele levens, inclusief je eigen leven”.
Ze waren beiden enkele minuten stil. Daisy durfde de stemming van haar vader niet te verstoren, en hij wilde zijn woorden de kans geven om in te werken op zijn intelligente, maar misschien beïnvloedbare dochter.
Hij legde haar alles over de illegalen uit, zoals hij ze noemde, en waar en hoe ze opereerden, en beloofde haar binnenkort de namen en adressen van de managers te geven.
“Als puntje bij paaltje komt, Daisy, is het zoals ik het zie. Of je het nu leuk vindt of niet, of je nu feminist bent of niet, er zal altijd een markt zijn voor meisjes die seks verkopen. Oude mannen willen geen oude vrouwen neuken. Zo denken ze niet. Ze willen nog steeds jonge vrouwen, en op hun vijftigste, zestigste of zeventigste krijgen ze een grotere kick van het naar bed gaan met een twintigjarige dan een twintigjarige jongen krijgt. Veel meer… veel, veel meer. Dus, zolang er oude mannen met geld zijn, zullen er jonge vrouwen zijn die met hen naar bed willen. Het wordt niet voor niets het oudste beroep genoemd. Ik zie het als een soort dating service. Het helpt beide partijen te krijgen wat ze willen, en sommige van de meisjes trouwen uiteindelijk ook met een klant.
“Dus dat is één hoofdtak, en het witwassen van geld is de andere hoofdtak. Het regelen van familievergunningen om meisjes naar Groot-Brittannië te krijgen was vroeger erg winstgevend, maar de stemming voor Brexit heeft daar misschien een einde aan gemaakt, we zullen moeten afwachten. Hoe dan ook, het witwassen van geld zal altijd blijven werken, omdat er altijd nieuwelingen zullen zijn die niet weten hoe ze het moeten doen, hoewel om eerlijk te zijn, zelfs sommige van de grote firma’s vinden het teveel moeite. Ze berekenen de kosten van het witwassen door in hun prijzen. In feite is het veel gemakkelijker dan je zou denken, als je weet hoe”.
“Nog vragen, ga ik te snel voor je?”
“Nee, ik vind het allemaal fascinerend… misschien als alles een beetje bezonken is, en ik de details heb bekeken die je me gaat sturen, zal ik een paar punten hebben“.
“Niet sturen, moppie, overhandigen. De illegalen moeten worden behandeld met de grootst mogelijke discretie. En dat betekent geen onnodige aantekeningen, zelfs niet tussen familie, en zelfs die aantekeningen moeten versnipperd of anderszins vernietigd worden. Begrijp je me? Als je een briefje van mij in je prullenmand gooit, zal de schoonmaker het misschien vinden, of de stoffeerder, of iemand op de vuilstort. Er kunnen zelfs mensen zijn, bijvoorbeeld de belastingdienst, die op zoek zijn naar stukjes informatie… of de media. Je moet jezelf trainen om zorgvuldig om te gaan met mogelijk belastend bewijs. Dat, en veiligheid, waar het deel van uitmaakt, moet je grootste zorg zijn. Heb je dat begrepen?”
“Ja, pap. Je hebt me al mijn hele leven geleerd om voorzichtig te zijn, dit gaat gewoon een stapje verder“.
“Ja, maar vroeger was ik vooral bezorgd dat je ontvoerd zou worden en voor losgeld zou worden vastgehouden, nu ben ik bezorgd dat je ons allemaal in de gevangenis zou kunnen doen belanden. Dat zou je moeders dood kunnen betekenen, ik zou nooit meer het daglicht als vrij man kunnen zien, en jij zou jaren in de nor kunnen zitten… om nog maar te zwijgen van de honderden andere levens die zouden worden getroffen als al onze bedrijven zouden worden gesloten. Baas zijn brengt ongetwijfeld privileges met zich mee, maar het brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee… en die kunnen zwaarder zijn dan je je op dit moment kunt voorstellen…” Hij dwaalde weer af, maar ze was nog steeds niet geneigd om hem terug te brengen naar het onderwerp van discussie.
“Heb je ooit gehoord dat ik Micky de Bastaard werd genoemd?” vroeg hij plotseling.
Ze wist echt niet zeker of dat zo was, maar de bijnaam klonk haar vaag bekend in de oren. “Ik denk het niet, pap”, antwoordde ze omdat ze het gênant vond. “Waarom zou dat zijn?”
“O, het is een bijnaam die me al bijna mijn hele leven achtervolgt. Het begon al voordat ik naar school ging. Je kent mijn familiegeschiedenis niet, niet echt. Je kent er alleen een beknopte, gekuiste versie van. Je moeder en ik vonden het beter je er vroeger niet mee op te zadelen, maar het wordt tijd dat je nu de waarheid leert kennen. Laten we daar op die bank in de schaduw gaan zitten.
“Om bij het begin te beginnen, moet ik je mee terugnemen naar de Eerste Wereldoorlog. Op een dag vielen de Duitsers België binnen, en veel Belgen staken het Kanaal over naar Londen. Het waren over het algemeen middenklassers, maar ze moesten de meeste van hun bezittingen achterlaten. Binnen korte tijd hadden velen van hen geen cent meer over. De meeste mannen meldden zich aan bij het leger en gingen terug om te vechten, de vrouwen achterlatend om zo goed mogelijk voor hun gezin te zorgen. Sommigen vulden hun inkomen aan door ‘s nachts op straat te werken.
“Een ondernemende jonge Ier, John genaamd, zag een kans, huurde een huis, en stopte er een dozijn van de mooiste meisjes in. Wel, om een lang verhaal kort te maken, hij bezat weldra verschillende panden en had tientallen meisjes voor hem werken. Binnen enkele jaren was hij eigenaar van die panden. Mijn moeder was een van de kinderen van die vrouwen… een tweede generatie Belgische, zou je kunnen zeggen, en ze werkte in een van Johns huizen. De meeste mensen die over mijn verleden wilden praten, zeiden dat ze alleen maar voor de meisjes zorgde - koken, schoonmaken, wassen en dergelijke, maar misschien probeerden ze alleen maar aardig te zijn. Ik weet het niet, en het maakt me niets uit ook. Ik ben er zeker van dat ze alleen maar deed wat ze moest doen.
“Hoe dan ook, John kon zijn imperium niet alleen beheren en gaf zijn familieleden jobs om hem te helpen. Eén van hen was één van zijn broers, Dermot. Dermot verkrachtte mijn moeder op een dag en ik ben het resultaat.
“Ik weet, wat die blik op je gezicht is, maar je hoeft geen medelijden met me te hebben. Als er al iemand is om medelijden mee te hebben, dan is het wel je grootmoeder. Zij kreeg mij en ik groeide op bij haar en haar moeder. Ik weet niet of haar vader uit de oorlog is teruggekomen of dat hij al dood was toen ze in Groot-Brittannië aankwamen. Hoe dan ook, op mijn geboorteakte stond Vader: onbekend. Ik herinner me niets van die tijd. Op een dag, toen ik ongeveer twee was, schoot mijn moeder Dermot dood. Nogmaals, ik weet niet, wat haar over de rand dreef om het te doen, of dat ze gewoon haar tijd afwachtte.
“Twee of drie dagen later drongen Dermots drie zonen onze kamers binnen, en schoten mijn moeder en grootmoeder dood. Ik weet niet waarom ze mij in leven lieten… misschien konden ze een kind niet in koelen bloede doden, of misschien was het omdat ik hun kleine broertje was – halfbroertje.
“Het volgende stuk is wazig, maar de politie moet gekomen zijn en me onder toezicht gesteld hebben. John, Dermots oudere broer, de man die ik ‘vader’ noemde, adopteerde me en voedde me op als zijn eigen kind. Hij had geen andere kinderen.
“Hij liet mijn naam officieel veranderen in de zijne en ik werd John Baltimore. Ik weet niet eens wat mijn oorspronkelijke namen waren. John, Pa, heeft het me nooit verteld, heeft nooit de originele papieren bewaard, en ik heb er nooit naar gevraagd. Het leek er gewoon niet toe te doen. Dat maakt jou half Spaans, een kwart Belgisch en een kwart Iers van bloed, maar juridisch gezien half Spaans en half Brits.
“Maar goed, terug naar mijn verhaaltje. Sommige mensen waren jaloers op mijn geluk door de miljonair John geadopteerd te worden, en noemden me Mick de Bastaard… ‘Mick’ betekent Iers, tenzij mijn oorspronkelijke naam Michael was geweest… of zelfs Michel. Mick werd al snel Micky en ik heb me altijd voorgesteld dat ‘bastaard’ kwam van ‘lucky bastard’, het Engels voor geluksvogel, maar misschien was dat wishful thinking. Hoe dan ook, de bijnaam bleef hangen.
“Kinderen kunnen zo wreed zijn, weet je. Ze hebben me de hele schooltijd met die naam gepest, en ik huilde mezelf de meeste nachten in slaap, totdat John erachter kwam. Hij liet me bokslessen nemen en het schelden nam af… in mijn gezicht althans, maar nu verwees de bijnaam zeker niet naar mijn legitimiteit, maar naar mijn vermogen en bereidheid om snel en zonder genade wraak te nemen met mijn vuisten. Zo paste de bijnaam bij mijn doel. De mensen gebruiken hem hier niet veel, maar nog wel onder de oude mensen in East End, hoewel de meeste van mijn tijdgenoten nu dood zijn”.
Daisy wachtte even om te zien of hij verder zou gaan, en zei toen: “Wow! Ik had geen idee van dat alles. Ik had vage geruchten gehoord over de maffia en Londense bendes, maar ik heb er nooit veel aandacht aan besteed… nou ja, ik probeerde het in ieder geval niet te doen”.
“Zoals ik al eerder zei, we hebben geprobeerd je af te schermen van mijn verleden, maar je hebt ervoor gekozen om er deel van uit te maken. Toch kun je dat wat ik je net verteld heb negeren, als je dat liever hebt. Het maakt niet uit”.
“Dus, als ik jullie namen Google, vind ik misschien iets?”
“Dat zou kunnen. Misschien vind je wat zijdelingse verwijzingen naar de Richardsons of de Krays, maar wij waren niet van hun niveau. John, mijn vader, had onroerend goed en meisjes en daarna alleen onroerend goed. John was van voor de tijd van die grote gangsters… zij waren meer van mijn leeftijd… maar we zaten in verschillende zaken… er was misschien een kleine overlapping. Onze advocaten hebben alles in het werk gesteld om alle verwijzingen naar mij of pa van het internet te verwijderen. Google werkte mee, net als de meeste andere zoekmachines, en we hebben ons gedeisd gehouden sinds we in Spanje wonen… in ieder geval een behoorlijk gedeisd“.
“Hoe heb je mam ontmoet dan? Was zij ook betrokken bij al die dingen?”
“Je moeder? Nee, God zij dank! Ik denk dat ze nog nooit in het buitenland was geweest toen ik haar ontmoette. Toch denk ik dat dat haar verhaal is, dus ik zal er niet op ingaan, maar ik kan je verzekeren dat jij geen product van geweld bent, zoals ik was. In feite dachten we geen van beiden dat we in staat waren om kinderen te krijgen. Ik kreeg een paar klappen in mijn jongere dagen, en de dokters zeiden dat ik waarschijnlijk nooit kinderen zou kunnen krijgen… en je moeder zei dat ze de menopauze voorbij was. Jezus, ik was ook geen piepkuiken meer. Je moeder noemde je ‘een geschenk van God’ en ik wilde je de naam van een bloem geven ter nagedachtenis aan mijn moeder, die Fleur heette.
“Je moeder en ik waren verliefd, eh, en zijn dat nog steeds… en ik ben je echte en biologische vader. Zie je in wat voor een puinhoop je me brengt? Daarom kun je dit onderwerp beter aan je moeder overlaten“.
“OK, pap”, antwoordde ze glimlachend. “We weten allemaal dat je niet zo goed bent met emoties. Weet je, ik heb deze namiddag meer geleerd dan in een week op de universiteit. Bedankt dat je het me verteld hebt… Ik weet zeker dat het niet makkelijk voor je was. Ik hou van je, pap. Wil je dat ik met je meeloop naar het huis?”
“Nee, ga jij maar, ik blijf hier nog even zitten om de geur van de bloemen op te snuiven. Wees voorzichtig, wil je. Ik zou het mezelf nooit vergeven als er iets met jou zou gebeuren”.
“Er overkomt me niets. Je maakt je te veel zorgen”.
“Als je iets nodig hebt, wat dan ook, kom dan naar mij of ga naar Tony. Kijk naar hem en leer van hem. Hij is een goede man en kan je veel leren”.
“Dat zal ik doen, pap. Maak je geen zorgen. Zal ik Maria je wat ijskoffie of een ijsje laten brengen?”
“Nee, het is goed zo. Ik ga zo naar binnen. Is dat een van Tony’s nieuwe speeltjes daarboven?” vroeg hij wijzend naar een object in de lucht.
“Ik weet het niet zeker van deze afstand. Het kan een vogel zijn of een drone. Als je er een tijdje naar kijkt, kun je het aan het vluchtpatroon zien. Ja, ik denk dat het een drone is, maar ik weet niet of het er een van hem is of niet. Wil je dat ik hem bel en het vraag?”
“Nee, ik ben gewoon nieuwsgierig, dat is alles. Ik kijk er gewoon naar en kom er zelf wel achter. Ik zie je later wel”.
“OK, als je het zeker weet. Tot straks”.
“Heb je een gelukkige jeugd gehad, Daisy?” riep hij haar na.
“Ja, pap, heel erg.“ Toen vervolgde ze haar weg.
“Mooi zo. Daar ben ik blij om”, mompelde hij in zichzelf. “Ik heb soms het gevoel dat ik niet genoeg tijd met je heb doorgebracht… Daar heb ik spijt van, maar ik wist gewoon niet hoe. Sorry, moppie”.
Ze keerde terug naar haar kantoor, haar hoofd duizelde van alle nieuwe informatie. Ze pakte haar mobiel, activeerde hem en drukte op een knop.
“Gaat het nog door vanavond, Tony? Prima. Ik zie je om zeven uur. Oh, Tony, vloog je een paar minuten geleden met een drone? Nee? OK, het is gewoon dat we er een zagen tussen ons en de heuvels in het noord-westen “.



Daisy wachtte op de veranda tot Tony met de Mercedes aan kwam rijden en stapte meteen in.
“Daisy, laten we vanavond in plaats van naar de kust te gaan naar een ander bordeel gaan - het ligt in de heuvels vlak bij waar je de drone zag. Er is ook een casino tussen hier en daar, dat ik je op de terugweg kan laten zien. We kunnen jouw twee keuzes een andere keer doen”.
“Ja, natuurlijk, geen probleem. Heb je de drone gezien dan?”
“Nee, niet echt. Ik zag een vlek in de verte die van alles had kunnen zijn. Ik zal het morgen iemand in de gaten laten houden met een verrekijker”.
“Zou het dan een bedreiging kunnen zijn, denk je?”
“Nee, niet echt, maar alles kan een bedreiging zijn. Het is gewoon het beste om op de hoogte te zijn, alert te blijven en alles in de gaten te houden. Ik probeer verrassingen te vermijden. We hebben echter met niemand ruzie, dus het kan van alles zijn, van een hobbyist tot de drugsbestrijding.
“We zijn praktisch eigenaar van het dorpje waar we nu naartoe gaan. Er is een mooie bar, waar twee keer de plaatselijke bevolking in kan, met een dozijn meisjes die er werken. De bar heeft een snackbar en een dansvloer, waar ze ook drie keer per week karaoke doen. Vanavond niet, trouwens. Ik haat karaoke”.
“Ik ook”.
“De bar heeft boven een paar kamers, maar de meeste meisjes slapen in het pension. Je vader is eigenaar van beide etablissementen, en iedereen in het dorp werkt voor ons, behalve twee oude dames met kleine winkeltjes. Ze zijn allemaal erg loyaal aan de baas, dus het zal een goede plek zijn om te beginnen. We hebben namens jou navraag gedaan naar een oude, niet meer gebruikte mijn in de buurt, die we kunnen ombouwen tot een schietbaan. We kunnen er langs rijden, als je wilt”.
“Ja, graag. Je laat er geen gras over groeien, hè?”
“Zo hebben we altijd gewerkt. Neem zoveel tijd als je nodig hebt om tot een besluit te komen, maar als het eenmaal genomen is, ga er dan mee door, voordat iemand anders je voor is”.
“Die strategie lijkt te werken. Ik ben hier alleen om te leren, dus, alsjeblieft, vertel me alles”.
“Oké. Daar is het dorp, Santa Amalia, verderop aan de linkerkant. Het is niet echt ver buiten de stad”.
“Wat, die zes of zeven gebouwtjes halverwege de berg?”
“Ja, en daar is de mijn aan onze rechterkant…” Tony draaide de auto door de volgende haarspeldbocht, “Hier zo.“ Hij stopte de auto, maar zette de motor niet uit, en maakte geen aanstalten om uit te stappen. “Ik weet dat het er nu niet uitziet, maar het ligt dicht bij het dorp, dus het zal een deel van de gemeenschap worden.“ Hij reed een kilometer verder en stopte op een parkeerplaats, waar al een half dozijn auto’s en een taxi stonden. “De taxi’s zijn van ons - onderdeel van de touroperators”.
Ze knikte. “Ik neem aan dat je Rick gewaarschuwd hebt, dat we eraan komen? Goed, laat mij dan eerst naar binnen gaan, en jij volgt mij over vijf of tien minuten”.
“Wat je wilt, maar zeg me vijf of tien minuten. Ik wil altijd precies weten waar ik aan toe ben”.
“Laten we zeggen tien minuten, ik wil een gevoel voor de plaats krijgen, voordat ze weten wie ik ben. Oh, en doe je ‘hallo’s’ voordat je me aan iemand voorstelt, alsjeblieft.“ Ze sprong uit de auto en liep naar de ingang. Tony zette het alarm op zijn horloge op negen minuten en onderzocht de lucht.
Ondertussen kwam Daisy de bar binnen. Ze werd begroet door starende blikken van het personeel en de meisjes die aan de bar zaten, waar ze recht op afliep en plaatsnam. De verlichting was aan de donkere kant en er waren heel wat nog donkerdere hoekjes en nisjes, waarvan sommige bezet waren door stelletjes. Het was duidelijk dat er heel wat betast werd.
“Hallo, juffrouw, bent u verdwaald?” vroeg een stem die haar verraste.
“Nee, waarom vraagt u dat?”
“We krijgen hier niet veel onbegeleide jongedames binnen. Hoe kan ik u helpen, juffrouw?”
“Een fles San Mig, alstublieft”.
“Zeker, juffrouw. Met ijs en een glas?”
“Nee, alleen de fles, alstublieft”.
Hij zette hem voor haar neer. “Dat is dan zeven euro vijftig, alstublieft”.
“Zet het maar op een rekening, ik wil er waarschijnlijk nog wel een paar”.
“Zoals u wenst. Wilt u wat gezelschap?” vroeg hij, denkend dat ze lesbisch zou kunnen zijn.
“Later, misschien. Ik wil gewoon een paar minuten ontspannen.“ Hij begreep de hint en ging naar de andere kant van de bar om met de meisjes te praten, die allemaal ongeveer van haar leeftijd waren en al even mooi. Twee van hen zagen er Arabisch uit; één was waarschijnlijk afkomstig uit het Marokkaanse Rifgebergte. De deur ging achter haar open en Tony kwam tevoorschijn vanachter het dikke rode gordijn dat in de deuropening hing. Ze keek weg voordat zijn hoofd tevoorschijn kwam. Hij liep langs haar heen en ging voor Rick zitten. Ze kon ze nog net horen praten. Daisy ving het woord ‘lesbo’ op en zag hoe ze zich allebei omdraaiden om naar haar te kijken.
“Hallo, Tony!” zei ze terwijl ze haar rechterhand ophief ter begroeting. Ze genoot ervan om te zien hoe Rick ineenkromp toen hij zich zijn vergissing realiseerde. Daisy pakte haar drankje en haar handtasje en ging bij hen zitten. Tony stelde hen voor.
“Daisy”, zei ze. “Sorry voor de misleiding, maar eerste indrukken en zo”.
“Rick”, zei hij met een zuinig lachje op zijn gezicht.
“Ik zag vanmiddag een drone deze kant op vliegen, heb jij iets gezien, Rick?”
“Ik? Nee, maar ik kom niet zo vaak buiten. Deze zaak kan houdt je 24/7 op de been. Je kunt het beter aan de dorpelingen vragen, of ik kan morgenochtend de schoonmakers vragen en Tony bellen, als je wilt?”
“ Fijn. Bedankt.” Zij drieën en alle onbezette meisjes keken naar het rode gordijn toen ze de buitendeur hoorden opengaan. De bewakingscamera aan de binnenkant van de deur toonde een blanke man van ongeveer dertig jaar oud. Hij ging aan de bar zitten, een paar stoelen van Daisy vandaan, en bestelde een biertje, dat een van de vrouwelijke personeelsleden voor hem klaarzette. Een minuutje later stond hij naast Daisy.
“Waarom kom je niet bij me zitten, schat? Ik heb je hier nog niet eerder gezien”.
“Nee, dank je”, antwoordde ze, “en haal je hand van mijn been”.
“Oh, spelen we hard to get?” Hij begon haar dij te strelen.
“Ik zeg het je niet nog eens”, waarschuwde ze hem. Hij probeerde over haar kruis te wrijven, en toen ze Tony zag opstaan, haalde ze uit met een achterwaartse houw naar zijn halsslagader. Hij viel als een zak steenkool in een koker. Tony raapte hem op en droeg hem naar een bank.
“Hij is bewusteloos, maar in orde. Sorry voor dit, Rick. Kun jij dit verder afhandelen? We kunnen beter gaan. Kom op, jongedame”.
Ze haastten zich naar de auto en stapten in. “Dat was gevaarlijk en dom om te doen, ook al was het zijn eigen schuld”.
“Ik zou nooit toestaan dat een man me zo zou behandelen in een bar. Ik zou altijd zo gereageerd hebben, of jij er nu bij was of niet, en of ik nu in een van mijn vaders zaken was of niet”.
“Ik geloof je, maar daar gaat het niet om. Als je iemand afstraft, breek dan zijn neus, sla een tand uit zijn mond, maar sla hem nooit ofte nimmer knock out op een tegelvloer… of welke harde vloer dan ook. Wat als hij zijn nek had gebroken op een barkruk of zijn hoofd op de vloer had gestoten, een hersenbloeding had gekregen en was gestorven? Je zou worden aangeklaagd voor moord, niet alleen voor mishandeling. En dat zou de politie aan het snuffelen brengen, en meerdere mensen zouden met je ten onder kunnen gaan. Het was stom om te doen, Daisy. Je had me hem een klap moeten laten geven en hem in een taxi moeten laten gooien. Alsjeblieft, doe het niet nog eens in een van onze bars”.
“Je hebt helemaal gelijk. Beschouw me als terechtgewezen. Gaan we nog steeds gokken?”
“Nee, ik breng je naar huis. We gaan een andere avond”.
Ze zei geen woord meer. Ze wist dat hij gelijk had, maar voelde zich gerechtvaardigd om een man te slaan die haar lastigviel.

Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=65494937) на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.