Читать онлайн книгу «Raji: Boek Een» автора Charley Brindley

Raji: Boek Een
Charley Brindley
In 1925 wordt er een meisje uit India gevonden in een schuur in Virginia, in de VS.
December 1925. Vincent Fusilier vindt Raji slapend in de schuur van zijn ouders. Hij denkt dat ze een zwerfster is en zegt dat ze moet vertrekken. Ze begrijpt geen Engels en weet niet waar ze is. In de loop van de volgende maanden proberen de twee tieners elkaars taal en cultuur te begrijpen.


Raji

Boek een: Octavia Pompeii

door

Charley Brindley

charleybrindley@yahoo.com

www.charleybrindley.com

Geredigeerd door
Karen Boston
Website https://bit.ly/2rJDq3f

Omslagontwerp door

Charley Brindley

Alle rechten voorbehouden

Vertaalddoor

Leen Vermeersch
Fool Stop vertaling en correctie

© 2019 door Charley Brindley, alle rechten voorbehouden

Gedrukt in de Verenigde Staten van Amerika

Eerste uitgave februari 2019

Dit boek is opgedragen aan

Grace Elizabeth Ann Brindley

Sommige boeken van Charley Brindley
zijn vertaald in het:
Italiaans
Spaans
Portugees
Frans
Chinees
en
Russisch

Andere boeken van Charley Brindley
1. Oxana’s Pit
2. The Last Mission of the Seventh Cavalry
3. Raji Book Two: The Academy
4. Raji Book Three: Dire Kawa
5. Raji Book Four: The House of the West Wind
6. Hannibal’s Elephant Girl
7. Cian
8. Ariion XXIII
9. De laatste plaats in de Hindenburg
10. Dragonfly vs Monarch: Book One
11. Dragonfly vs Monarch: Book One
12. The Sea of Tranquility 2.0 Book One: Exploration
13. The Sea of Tranquility 2.0 Book Two: Invasion
14. The Sea of Tranquility 2.0 Book Three
15. The Sea of Tranquility 2.0 Book Four
16. Sea of Sorrows, Book Two of The Rod of God
17. Do Not Resuscitate
18. Hannibal’s Elephant Girl, Book Two
19. The Rod of God, Book One
20. Henry IX
21. Qubit’s Incubator
Binnenkort verkrijgbaar
22. Dragonfly vs Monarch: Book Three
23. The Journey to Valdacia
24. Still Waters Run Deep
25. Ms Machiavelli
26. Ariion XXIX
27. The Last Mission of the Seventh Cavalry Book 2
Meer details over andere boeken vind je op het einde van dit boek.

Inhoud
Hoofdstuk een (#ulink_27155716-61a8-5d30-be61-4d1503e307eb)
Hoofdstuk twee (#ulink_9b2195e9-b44a-5d6f-96f5-ed65d7f2d4a9)
Hoofdstuk drie (#ulink_cee14c03-357e-54d6-aaf2-b41c4413d5b2)
Hoofdstuk vier (#ulink_e36d4332-c397-5272-b232-0b68c59a22f8)
Hoofdstuk vijf (#ulink_96b5be5a-6519-5f6c-bcef-5f21eddad7c3)
Hoofdstuk zes (#ulink_67735b75-8d1f-58bb-828d-6a5042aaac5a)
Hoofdstuk zeven (#ulink_6c88cb30-6306-57ad-be03-2cd3d2c4ad8d)
Hoofdstuk acht (#ulink_2703be13-1f48-558d-a735-2470a29f9e55)
Hoofdstuk negen (#ulink_36b33867-8662-5ded-a69d-a6a5fb584416)
Hoofdstuk tien (#ulink_651eaf79-4c50-5c1c-bc5a-8adb807e6b83)
Hoofdstuk elf (#ulink_8dcc8de7-b03c-52aa-b4a6-83e9cf9bfa0c)
Hoofdstuk twaalf (#ulink_dedac825-b95d-5638-8db6-d3e4fbbba857)
Hoofdstuk dertien (#ulink_f5c1969e-2f5a-591d-a974-6191ccc633eb)
Hoofdstuk veertien (#ulink_8074e66c-2fcc-50f8-bd49-5c360e29afc1)
Hoofdstuk vijftien (#ulink_baf3d26f-3a37-5dee-a0b5-10acd0091ce7)
Hoofdstuk zestien (#ulink_eb37fa7f-ecba-5dc0-8909-5397f3480585)
Hoofdstuk zeventien (#ulink_e73173a1-0e3b-5bac-bca3-434dbf6697e5)
Hoofdstuk achttien (#ulink_39a5fbb5-1f5e-50ac-9aad-4a5fa3e5fba8)
Hoofdstuk negentien (#ulink_0fd99c40-9171-5cc5-aded-1b572a50ade3)
Hoofdstuk twintig (#ulink_a798fa34-650b-53bc-85aa-f28e50f1c5d4)
Hoofdstuk eenentwintig (#ulink_6737ad70-5364-535d-8d15-137b6fa08ada)
Hoofdstuk tweeëntwintig (#ulink_82173378-296e-5d75-b1eb-dfaa6229ed17)
Hoofdstuk drieëntwintig (#ulink_fda06eb2-b352-5071-8fb7-1e55e8b90b7c)
Hoofdstuk vierentwintig (#ulink_b2119141-1e37-561b-8f55-60938f2ea738)
Hoofdstuk vijfentwintig (#ulink_f1ddc050-fa72-587f-9b31-2d576b6ea3c4)
Hoofdstuk zesentwintig (#ulink_7e4bba8a-2a26-5bf1-a4e1-0729daec5ca1)
Hoofdstuk zevenentwintig (#ulink_4de73fbe-9058-598e-8ce5-0e9c73223163)
Hoofdstuk achtentwintig (#ulink_7daf8615-9c2c-5bae-b220-ec73121e1106)
Hoofdstuk negenentwintig (#ulink_b2c8e78e-894d-5352-9c96-a2ecca74ccab)
Hoofdstuk dertig (#ulink_b607088d-5b47-5ca8-9809-3e81f9c4b06b)
Hoofdstuk eenendertig (#ulink_a575af87-51c9-58de-8d11-327b775566d9)
Hoofdstuk tweeëndertig (#ulink_0e01144b-301c-532e-9f79-e36853c0c6e9)
Hoofdstuk drieëndertig (#ulink_4a79a010-acff-5ca1-b702-fee1064bd940)
Hoofdstuk vierendertig (#ulink_f4c405f3-9540-54eb-9c92-a8910777141d)
Hoofdstuk vijfendertig (#ulink_9a0a8dbb-41cc-5065-b839-7e3c5d0b9117)
Hoofdstuk zesendertig (#ulink_0763c59c-58a7-5475-ad36-f9f707cf2c3f)

Hoofdstuk een
Fuse duwde de deur van de schuur open; zijn adem stokte toen hij het meisje zag slapen in het hooi. Hij greep naar de deur voor steun. Zoiets was nog nooit gebeurd. Waar kwam ze vandaan?
Mooi... wat is ze mooi.
Het meisje lag op haar zij in een vierhoek Virginiaanse zon.
Wat moet ik doen? Haar wakker maken? Haar met rust laten? Ik kan niet de hele dag naar haar staan staren... ook al zou ik wel willen.
Hij porde met zijn laars tegen haar voet. "Hé, word wakker."
Ze rilde, rolde zich in een bolletje en duwde haar handen tussen haar knieën. Een opgelapte, slobberende overall en een dun jasje bedekten haar kleine lichaam. Ze droeg versleten lakschoenen zonder veters of sokken.
Ze is niet echt goed gekleed voor de winter.
"Ransom." Het miniatuurpaard rolde van het hooi en ging bij de jongen staan. "Heb jij haar binnengelaten?"
De kleine hengst maakte een zacht keelgeluid en stootte met zijn hoofd tegen de heup van de jongen terwijl hij aan zijn hand snuffelde.
"Nee." Fuse verwisselde de metalen emmer naar zijn rechterhand en krabde het paard tussen de oren. "Ik heb geen snoep voor je vanmorgen."
In het hooi, vlakbij het meisje, lag een kleine, gehavende koffer met een oude, lederen riem errond.
"Waar komt ze vandaan, Ransom?"
Hij hield zijn emmer schuin zodat het paard bij de haver kon die erin zat. Ransom, die vier jaar was, kwam maar tot de taille van Fuse.
"Je moet vertrekken." zei Fuse met luide stem om het meisje te wekken. Met haar lange, zwarte haar en mooi gebruinde huid deed ze hem denken aan een Roma. "Dit is een schuur, geen hotel."
Het meisje schoot wakker. Ze keek om zich heen en dan naar de koffer. Ze greep hem vast en drukte hem tegen haar borst.
"Wat doe je hier?" vroeg hij.
Ze schudde haar hoofd en keek hem boos aan. Haar ogen waren donkerbruin en smeulden uitdagend. Haar adem maakte snelle, kleine mistwolkjes als ze de ijskoude decemberlucht uitademde, net als bij Ransom nadat hij van een roedel honden weg gegaloppeerd was. Fuse wachtte even, maar ze zei niets.
"Wel, je moet vertrekken." zei hij. "We willen geen bedelaars die in onze schuur slapen." Zijn woorden maakten grotere wolken dan de hare.
Hij wees naar de deur. Ze keek ernaar, ging staan en nam haar koffer vast bij de riem.
Waarom zegt ze niets tegen me?
Ze harkte met haar vingers stukjes stro uit haar haar en stak haar kin uit terwijl ze zijn blik vasthield. Haar haar reikte tot onder haar taille. Ze was kleiner dan hem en een beetje jonger - dertien of zo - maar ze krabbelde niet terug, zelfs geen beetje. Hij bewonderde haar doorzetting en wenste dat ze tegen hem zou praten.
“Oké, zeg dan niets.” zei Fuse. "Maar ik heb geen tijd om je te staan aanstaren. Kom, rappe Ransom. Even kijken hoe het met Stormy gaat."
Ransom liep hem op een drafje voor naar de achterkant van de enorme schuur. Koerende duiven fladderden rond de balken en hielden dan halt met hun kopje schuin om het kleine paard te bekijken van op hun hoge zitstokken.
Fuse stopte naast een Ford model T en controleerde de banden. De auto was maar vier jaar oud en in uitstekende toestand, maar er was niet meer mee gereden sedert het ongeval van zijn vader. Fuse reed er twee keer per week mee rond de boerderij om te verhinderen dat de motor het zou begeven, maar nooit op de hoofdweg. De auto had een platte band, maar dat zou moeten wachten tot na school.
Het paardje galoppeerde terug naar Fuse en huppelde rond hem zodat het stof rondstoof.
"Vooruit, ik volg je wel."
Er loeide een koe toen hij erlangs liep. De sterke geur herinnerde hem eraan dat hij de stallen nog moest uitmesten voor hij vertrok.
Ransom rende naar een halve deur van een stal die dicht was. Hij friemelde met zijn neus aan de grendel en slaagde erin hem te openen. De deur zwaaide open.
"Hé, waar heb je dat geleerd?"
Een tweede miniatuurpaard, een vrouwelijke palomino, stond zwaar te ademen naast een hoop hooi.
"Hoe gaat het, Stormy?" Fuse knielde neer en streelde haar dikke buik.
Ze draaide zich om om naar hem te kijken. Zijn aanrakingen leken haar te kalmeren.
"Wedden dat je vandaag je baby krijgt." Hij keek over zijn schouder. "Als dat meisje een beetje slim was," fluisterde hij, "had ze hier geslapen, waar het warm is." Hij controleerde de kleine petroleumkachel die aan de muur hing. "De tank is halfvol. Genoeg om je de hele dag warm te houden." De merrie neuzelde aan zijn hand en hij veegde de dikke blonde bles uit haar ogen. "Ik zie dat je al je haver opgegeten hebt." Hij leegde zijn emmer in de houten trog en zetten een stap opzij zodat ze erbij kon. "Ik zal deze stal uitmesten en dan moet ik papa gaan helpen voor ik vertrek." Hij wendde zich naar het andere paard. "Ransom, ik weet niet hoe je geleerd hebt om die grendel open te krijgen, maar je moet Stormy met rust laten. Ik denk dat je heel binnenkort papa wordt, maar ze zal liever hebben dat je hier niet komt om haar lastig te vallen."
Terwijl Ransom naast Stormy uit de trog aan het eten was, ging Fuse naar buiten om zijn emmer achter de schuur te legen, vulde hem dan met vers water, keerde terug en mestte haar stal uit. Nadat hij een vers laagje stro op de grond gestrooid had, rook alles veel beter.
"Kom op, Ransom."
Fuse streelde de rug van Stormy en klopte op haar achterhand. Dan vergrendelde hij de deur en Ransom galoppeerde naar de brede schuurdeur. Het paardje stopte bij de hoop hooi en snuffelde. Fuse staarde naar de indruk in de vorm van een lichaam in het hooi; ze was weg.
"Tja, hier kon ze niet blijven, hé. We hebben sowieso al te veel hongerige dieren."
Hij pakte een stapel jutezakken van een plank. De kippen kakelden naar elkaar terwijl ze in de aarde scharrelden. Varkens knorden en bakkeleiden om de maïs terwijl de stier kauwde en snoof.
Hij hoorde een stil geritsel in het hooi en dan een gedempt gepiep als een van de katten een muis doodde.
Ransom keek met zijn grote bruine ogen naar Fuse en hield zijn hoofd scheef.
"Bovendien," zei Fuse, "eet ze waarschijnlijk als een paard."
Ransom snoof en ging naar de deur met gespitste oren.
Fuse legde de jutezakken op de stapel hooi en volgde het paardje naar buiten. "Maar ze was eigenlijk wel mager, vond je niet?"
De eerste felle zonnestralen van de ochtend weerkaatsten in het gerijmde gras. Het spoor van het meisje leidde van de schuur naar het huis. Maar halverwege op weg naar de veranda draaide het spoor plots naar links.
Waar wilde ze ineens heen?
Fuse knielde om de voetafdrukken in de sneeuw te onderzoeken. Ze leidden naar de omheining van de weide van Ransom. Blijkbaar was het meisje over de omheining geklommen en had het hooiland overgestoken. Het leek erop dat ze een kilometer verder naar het bos gelopen was.
Ik dacht dat ze naar de straat zou lopen om te liften. Waarom zou ze naar het bos gaan in plaats van naar het centrum?
Hij raakte een van de voetafdrukken aan.
Er zit een gat in de zool van haar linkerschoen.
Hoofdschuddend stond hij recht om Ransom te volgen naar het hek van de weide. Het paardje prutste met zijn neus aan de grendel, maar kreeg hem niet open. Fuse wrikte de bevroren grendel los, opende het hek en volgde Ransom de wei in.
"Blijf hier en wees braaf. Als dat stinkdier terugkomt, laat het dan gewoon met rust. Het heeft een week geduurd voor de stank weg was uit de schuur de vorige keer dat je het achternagezeten hebt. Als ik de koeienstallen schoongemaakt en me gewassen heb, zal ik het ontbijt klaarmaken voor papa en dan vertrek ik naar school."
Ransom galoppeerde naar de drinkbak om aan het ijs te snuffelen.
"Om halfvijf zal ik thuis zijn. Misschien hebben we tegen dan een nieuw, klein veulen. Zou het een palomino worden zoals Stormy, of een bruin veulen met zwarte manen zoals jij?"
Fuse brak het laagje ijs met zijn vuist. Hij gooide de stukken ijs uit het water en keek naar het bos. De boomtoppen bogen synchroon door, net als een rij vermoeide soldaten met de noorderwind in hun rug. Fuse bekeek het donkere bos even en liep dan naar het huis.
"Tot later, rappe Ransom."

* * * * *

Aan de andere kant van het veld, tussen de eerste rij bomen, trok Rajiani haar kraag recht en kroop ineen tegen de stam van een grote den om aan de ijzige wind te ontsnappen. Haar slanke lichaam rilde terwijl ze toekeek hoe de jongen zijn boeken in zijn fietsmandje liet vallen. Ze wenste dat ze een dikke jas en warme handschoenen had zoals hij.
Hij duwde de fiets voort en rende ernaast tot hij genoeg snelheid maakte om erop te springen door een been over het zadel te zwaaien. Hij stond op de pedalen en liet zich langs de lange oprijlaan naar beneden glijden. Op het einde van de oprijlaan slipte hij zijwaarts in het losse grind. Ze hapte naar adem, maar hij stak zijn voet uit en leunde in de bocht terwijl hij moeiteloos naar links zwaaide. Hij stond weer op de pedalen en trapte hard en gecontroleerd zodat hij naar beneden vloog in het midden van de landweg. Nadat hij over de heuvel en uit het gezicht verdwenen was, pakte ze haar koffer op en rende terug naar de boerderij.

* * * * *

Normaal gezien duurde het twintig minuten om de zes kilometer naar school te fietsen met zijn rode fiets, tenzij de weg modderig was door regen, of sneeuw - dat was het ergste om in te fietsen.
Hij fietste naar de top van Caroline Bell Crest, waar het grind overging in een geasfalteerde straat, en liet zich dan van de heuvel glijden richting Wovenbridge. Toen hij bij de Harvey Winchester Tennisclub aankwam, vertraagde hij en slipte tot stilstand. De tennisvelden waren verlaten, maar soms zag hij mensen tennissen als hij voorbijreed, zelfs met dit koude weer. Er waren zes tennisbanen die allemaal netjes waren en goed onderhouden met rechte, goed opgespannen netten. Wat een contrast met het oude tennisveld in zijn school, met zijn gebarsten cement, vervaagde witte strepen en een boomstam in het midden om het net overeind te houden.
Ik zou er alles voor over hebben om hier eens te spelen, een keertje maar.
Hij keek naar zijn oude, houten raket in zijn fietsmand, zuchtte en haastte zich dan op weg.
Drie weken eerder was het de veertiende verjaardag van Fuse geweest, op 1 december 1925. Hij had geen cadeaus gekregen, maar dat vond hij niet erg. Hij had eigenlijk niets nodig, behalve misschien een nieuwe tennisbal en een bepaald boek: Lichamelijk onderzoek en klinische procedures.
Zijn vader bracht hem vroeger altijd in verlegenheid als hij opschepte bij de andere boeren dat zijn zoon de jongste was van zevenenveertig andere leerlingen in het laatste jaar; en zelfs de jongste ooit in het laatste jaar op Monroe High. De laatste keer dat hij geen A had behaald, had zijn vader aan de andere mannen verteld, was in de derde klas bij Mrs. Caldwell - ze had hem een B gegeven voor schoonschrift.
Drie luidruchtige kraaien trokken de aandacht van Fuse. Ze vlogen voor hem de straat over en landden op een omheining van prikkeldraad, waar ze druk zaten te krassen als een groepje kruimeldieven.
Soms wilde hij wegglippen en zich verstoppen als zijn vader weer over hem bezig was. Maar nu zou hij blij zijn met een simpele "hallo" of "hoe gaat het, jongen?".
Fuse racete langs Winchester Avenue en liet zich dan de speelplaats op glijden, waar hij al half afgestapt was als hij zijn fiets in het rek duwde. Hij greep zijn boeken, broodtrommel en tennisraket beet en rende de trap op terwijl hij de leerlingen en leraars ontweek. Zodra hij binnen was, haastte hij zich naar de bibliotheek.
Nadat hij aan de tafel was gaan zitten en zachtjes zijn gerief op de vloer geplaatst had, fluisterde hij: "Start!'.
Benjamin Clayton begon met een koningspionopening en drukte de knop van de schaakklok in om zijn klok stop te zetten en de tijd van Fuse te starten. Fuse verplaatste zijn zwarte koningspion en drukte op de knop.
Elke morgen zette Clayton het schaakbord en de schaakklok klaar. Gewoonlijk speelden ze drie of vier partijtjes snelschaak voor de bel van negen uur.

* * * * *

Rajiani was tot halverwege de wei geraakt wanneer Ransom aan kwam gegaloppeerd om haar te begroeten. Ze stopte, klopte op zijn schoft en kroelde in zijn nek en haastte zich dan verder. Hij racete rond haar en rende dan mee met haar naar de boerderij. Toen ze de omheining bereikten, duwde ze haar koffer onder de onderste lat en klom erover. Dan greep ze haar koffer weer beet en stapte naar het huis.
Ransom hinnikte en ze haastte zich terug naar hem.
"Sst."
Ze legde een vinger op haar lippen en streelde zijn zachte neus. Daar leek hij tevreden mee, dus liep ze naar het huis.
Rajiani opende de hordeur voorzichtig en stapte op de porch, waar een andere hordeur naar het huis leidde. Ze duwde zich tegen de muur naast de tweede deur en om te luisteren of ze beweging hoorde, vertraagde ze haar ademhaling; ze hoorde niets.
Plots piepte de deurdranger als een kat die schrok. Ze hapte naar adem en kneep haar ogen dicht om te luisteren of ze een stem hoorde of voetstappen die dichter kwamen, maar ze hoorde helemaal niets. Ze hield de hordeur op zijn plaats met haar voet en voelde aan de deurklink; er zat geen beweging in. Haar hand trilde van angst en kou. Ze blies haar warme adem op haar stijve vingers en greep de klink dan opnieuw vast om nog eens te proberen. Ze hoorde een luide, metalige klik toen de klink in haar hand bewoog. Dan glipte ze naar binnen en sloot de deur zacht achter zich. De warmte van de keuken omarmde haar als een zachte deken.
Zo prettig. Het lijkt wel of ik het al altijd koud heb gehad.
Er stond een schaal met broodjes op de tafel. Ze sloop er op haar tenen naartoe.
Woont de jongen hier alleen?
Ze legde haar koffer op de tafel, pakte een broodje en schrokte het naar binnen.
Oh, hoe zalig is het iets te kunnen eten.
Er waren nog vijf broodjes over. Aan de andere kant van de keuken stond een kan op het aanrecht naast een bord dat afgedekt was met een vaatdoek. Ze gluurde in de kan; water. Terwijl ze van de tuit dronk, tilde ze de vaatdoek op om het bord te zien; ze verslikte zich bijna. Er lagen zes repen vlees op het bord. Ze pakte er een van en at hem op in twee happen zonder het zich aan te trekken of het rundsvlees was of niet. Dan spoelde ze het vlees door met nog wat water. Ze had zelden vlees gegeten, en zeker geen rundsvlees, maar de honger was sterker dan haar overtuigingen.
Ze nam het bord en het water mee naar de tafel, waar ze al het vlees en nog vier broodjes opat, en dan de helft van de kan water uitdronk. Zelfs thuis had niets ooit zo lekker gesmaakt.
Met het laatste broodje in haar hand sloop ze naar de deur die naar het voorste deel van het huis leidde; ze gluurde om de hoek en trok zich geschrokken terug.
Daar is iemand!
“Hai Rama! Main ab pakdee jaaoongi!” fluisterde ze.
Hemeltje! Ik ben betrapt!

Hoofdstuk twee
Rajiani drukte zich tegen de keukenmuur en hield haar adem in.
Er is een man in de kamer hiernaast! Hij zit voor het haardvuur.
Hij kon elk ogenblik binnenkomen en ontdekken dat ze zijn eten gestolen had.
Ze begon weer te ademen en sloop voorzichtig naar de tafel om haar koffer te nemen. Net op het moment dat ze hem wilde oppakken, hoorde ze de voordeur piepend opengaan en iemand binnenkomen.
"Goeiemorgen." zei een zangerige vrouwenstem. "Hoe voelt u zich vandaag, Mr. Fusilier?"
Rajiani keek om zich heen, koortsachtig op zoek naar een plaats om zich te verstoppen.
Ik ben een kasteloze.Ik mag hier niet betrapt worden terwijl ik hun eten steel. Ze zullen me doden zonder aarzelen.
"Het is echt erg koud buiten vandaag." zei de vrouw. "Ik ben blij dat je zoon vuur gemaakt heeft voor hij naar school vertrok."
Rajiani begreep niet wat de vrouw zei, maar ze had de taal onderweg al gehoord toen ze weggelopen was. De jongen die haar slapend in de schuur gevonden had, sprak dezelfde taal.
Hij was gemeen, maar de volwassenen zullen hatelijk zijn. Ze gedragen zich altijd slechter tegen iemand zoals mij.
"Ik zal wat verse koffie zetten voor je en we gaan dan oefeningen doen. Ik heb vandaag een nieuwe oefening voor je armen en schouders. Ik denk wel dat ze je zal bevallen."
De man zei geen woord.
Toen Rajiani op de houten vloer voetstappen hoorde die in de richting van de keuken kwamen, sprong ze achter de keukendeur en trok hem tegen zich om zich te verstoppen. Plots stopten de voetstappen, op nauwelijks een paar centimeter van waar ze stond.
"Wel, heb je ooit." zei de vrouw.
Rajiani gluurde van achter de deur en zag de vrouw staan staren naar de tafel met haar handen op haar heupen. Ze droeg een wit uniform met een rok die tot haar enkels reikte. Haar hoge, zwarte schoenen waren gepoetst tot ze blonken en ze droeg een witte kap.
"Twee vieze borden." zei de vrouw. "Ik heb nog nooit meegemaakt dat Vincent schotels op de tafel achterlaat zonder ze af te wassen. En wat doet dat ding daar?”
Tegen wie is ze aan het spreken?
Rajiani volgde de blik van de vrouw en zag de twee borden. Ze sperde haar ogen open toen ze haar koffer opmerkte op de tafel!
De vrouw ging naar de tafel om de borden af te ruimen en bleef kijken naar de koffer. "Dat heb ik nog nooit gezien. Zou het iets voor school zijn van Vincent?" Ze bracht de borden naar het aanrecht en ging terug om de kan te halen.
Ze praat tegen zichzelf? dacht Rajiani en ze kroop nog wat dieper in de schaduw.
Vooraan op de gesteven kap van de vrouw was een rood kruis genaaid. Ze was slank en groot en hield zich perfect recht, in haar gezicht had ze geen enkele rimpel. Ze droeg een bril met een metalen montuur en de kleur van haar huid leek wel die van donkere chocolade.
Die vrouw is zo donker. Zou ze een dalit zijn, net als ik? Ach, nee, ze draagt een verpleegstersuniform dus moet ze tot de kaste van de brahmanen behoren.
De verpleegster checkte hoeveel water er nog in de kan was en zette hem dan op het aanrecht. Ze opende de voorkant van het fornuis met een pook en nam wat aanmaakhout uit de bak met hout om de uitdovende sintels op te stoken. Terwijl het vuur weer oplaaide, vulde ze neuriënd een metalen pot halfvol met water. Ze plaatste een percolatorfilter en -mandje in de pot.
Wat een eigenaardige theepot. Hoe kan ze zo theezetten?
De vrouw nam een blik van een plank en schepte bonen in de molen met een lepel. Ze draaide een minuut aan de hendel en goot dan de inhoud in het mandje in de pot. Ze deed het deksel op de pot en zette hem op het fornuis om koffie te maken.
"Swing low, sweet chariot," zong ze zacht terwijl ze in de keuken bezig was en wachtte tot het water kookte. “Comin’ for to carry me home.”
Het geluid van de pruttelende pot trok Rajiani's aandacht. Een aroma vulde de warme keuken, maar ze herkende het niet. Voor haar rook het sterk als brandend eikenhout.
Dat zullen ze toch zeker niet drinken.
"Swing low." zong de verpleegster en dan neuriede ze de melodie terwijl ze de donkere drank in de kopjes schonk en de melk en de suiker in de kast zette. De twee kopjes rammelden op hun schoteltjes als ze ze naar de voorste kamer droeg.
"Nu gaan we een lekker kopje koffie drinken, Mr. Fusilier."
Toen de vrouw de keuken verliet, kwam Rajiani van achter de deur en gluurde de voorste kamer in. De man zat nog op dezelfde plaats naar het vuur te kijken. Nu realiseerde ze zich dat hij in een houten rolstoel zat, maar hij was niet oud.
Hoe zou het komen dat hij verlamd is? Wat is er met hem gebeurd?
De verpleegster zette de twee kopjes op een tafeltje naast de man. Ze roerde in eentje en schepte er een lepeltje stomende koffie uit.
"Ik zal ervoor zorgen dat hij zeker niet te heet is." Ze nipte van de lepel. "Mmmm, zoet en romig. Net zoals u hem het liefst drinkt."
Ze nam nog een lepel koffie en hield hem tegen zijn lippen. De man trok zijn hoofd weg met een ruk, alsof hij geschrokken was, maar slurpte dan luid van de lepel. Hij slikte en likte aan zijn lippen.
"Hij is echt lekker. Ik zei het toch." Ze gniffelde en hield de lepel weer voor zijn lippen. "Dokter Mathews zei gisteren tegen me: 'Julia,' zei hij, 'doe twee keer per dag twee volledige sets oefeningen met Mr. Fusilier.' Dus dat gaan we doen." Ze nam nog een slok van haar kopje en plaatste het terug in het schoteltje. "Zodra onze koffie op is, gaan we uw bloeddruk controleren, naar uw hart luisteren en dan gaan we uw benen aan het werk zetten. Die dokter zegt dat uw spieren niet zullen atrofiëren zolang we ze in beweging houden. En als u dan genezen bent, zal u weer kunnen stappen en zo. En zelfs weer werken op uw grote boerderij. Ik weet dat Vincent hard werkt en probeert alles bij te houden, maar hij zal uw hulp nodig hebben in de lente als er geplant moet worden."
Rajiani stapte achteruit, weg van de deur. Ze trippelde op haar tenen naar de tafel, greep haar koffer vast en haastte zich naar de achterdeur. Zo stil als een kitten greep ze de klink vast.
Traag, traag, doe hem niet klikken.
"Ja, mijnheer." de vrouwenstem uit de voorste kamer deed haar schrikken. "Laten we eens luisteren hoe uw hart klinkt vanmorgen en na de eerste oefening zal ik dan een mooie brief schrijven aan uw vrouw. Ze zal zeker benieuwd zijn hoeveel vooruitgang u boekt."
Rajiani glipte voorzichtig door de deur en trok hem dicht. Zodra ze buiten de tweede hordeur was, rende ze naar de schuur.

Hoofdstuk drie
Om twaalf uur haastte Fuse zich uit de geschiedenisles via de achterdeur van de sportzaal naar het tennisveld.
"Komaan, Fusilier." Cameron liet de witte tennisbal stuiteren op de rand van zijn nieuwe Wilsonraket die gemaakt was van fijngenerfd beuken- en esdoornhout en strak opgespannen was met kattendarm, het neusje van de zalm. "Je hebt al vijf minuten van onze lunchpauze verprutst met eten."
Fuse stopte de rest van zijn boterham met spek in zijn mond en dronk melk van de thermosfles. "Ik kom," mompelde hij met volle mond, "ik kom." Hij trok zijn jas uit, greep zijn raket beet en liep het veld op.
Cameron liet de bal vallen en sloeg hem over het net. "Wanneer ga je eens deftige schoenen kopen? Het is moeilijk om tennis te spelen met die bottines."
Fuse haalde uit naar de bal en sloeg hem in het net. "Ik heb een paar sportschoenen besteld uit de Sears Roebuckcatalogus." Hij rende naar de bal.
"Fantastisch. Dat zal maar een week of zes duren." Cameron stapte opzij en sloeg de bal terug met een knappe backhand. "Zet je af op je tenen. Buig je knieën en leun voorover. Wees klaar om naar links of naar rechts te gaan zodra ik tegen de bal sla. Goed zo. Die bal zal nu naar je rechterkant komen. Draai je lichaam zijwaarts zodra je ziet waar de bal heengaat. Stap door de bal. Breng je raket onmiddellijk weer naar achteren. Nee, nee, nee. Niet zijwaarts naar de backhandhoek lopen."
Mike Cameron zat ook in zijn laatste jaar net als Fuse, maar hij was drie jaar ouder en een kop groter. Hij was dun en gespierd en de beste tennisspeler in Winterset County. Door op de boerderij te werken en met de fiets naar school te gaan was Fuse in goede conditie, maar hij was niet zo sterk als Mike.
"Ik moet werken aan mijn opslag." zei Fuse.
Hij miste de volgende bal en rende om de bal op te rapen. Hij merkte drie meisjes op die aan een tafel zaten bij het administratiegebouw. Ze zagen er eigenaardig uit met hun dikke jas en wollen handschoenen terwijl ze hun boterhammen opaten en uit thermosflessen dronken. Fuse vond zichzelf enigszins knap, maar hij wist dat die meisjes daar niet zaten te bibberen tijdens hun lunchpauze om naar hem te kijken.
"Je moet aan alles werken." zei Cameron toen Fuse het veld weer op liep. “Denk je echt dat je zo bij Octavia Pompeii zal raken?"
"Ik moet wel."
"Oké, laten we oefenen op de opslag en de volley. Wedden dat al de beste spelers in geen tijd bij het net zullen zijn, klaar om de bal door je strot te duwen. Je bent aan de kleine kant om te tennissen, maar je hebt wel een heel groot voordeel: je bent linkshandig. Dat brengt je tegenstander altijd in de war omdat hij twijfelt welke kant je backhand is. En je kan makkelijk op zijn backhand opslaan. Oké, sla nu op en ren naar het midden van het net. Je moet snel zijn. Probeer er te raken in vier passen. Daar gaan we!"
Cameron deed Fuse de volgende veertig minuten hard werken en dan vertrokken ze.
"Oefen je alleen hier?" vroeg hij aan Fuse terwijl ze het tennisveld verlieten.
"Ja."
"Hm. Dat is niet genoeg. Ken je iemand bij de club?"
"Ha, was dat maar waar. Trouwens," Fuse gebaarde naar de meisjes, "ik zie dat je fanclub aanwezig is vandaag."
Cameron keek naar de drie meisjes en stopte om een overdreven buiging voor hen te maken met zijn arm waar hij zijn raket vasthield zijwaarts uitgestrekt en zijn vrije hand in zijn middel. Ze begonnen meteen te giechelen en te fluisteren.
"Die schuur van jou," zei Cameron tegen Fuse op weg naar de sportzaal, "is daar een gedeelte zonder obstakels, waar geen stallen of omheiningen zijn?"
"Ja, hoor." zei Fuse. "Aan de zuidelijke kant is er niets."
"Zie je hoe hoog dat net is?" Cameron wees met zijn raket naar het net en ze keken achterom in de richting van het tennisveld.
"Ongeveer tot je middel."
"Juist. Schilder ter hoogte van je middel een witte lijn van zes meter lang op de muur van de schuur. Oefen je opslag en je volley tegen de muur van de schuur. Het maakt niet uit waar de bal heen stuitert, zorg gewoon dat je hem een centimeter of vijf boven de witte lijn slaat als je opslaat en ren dan naar de muur."
"Denk je echt dat dat zal helpen?"
"Je moet oefenen op je groundstroke, je smash, je backhand en al de rest. Maar ik zeg het je, als je de opslag en de volley beheerst, zal je winnen met tennis. Kom op, we moeten ons opfrissen voor de algebrales van Mr. Anderson.
Ze liepen naar de kleedkamer voor de jongens achteraan de sportzaal.
"Bedankt om me te helpen bij het oefenen." zei Fuse.
"Geen probleem, je zal het me nog wel terugbetalen. Ik heb namelijk nog altijd hulp nodig met stereometrie."

* * * * *

Fuse zat een dik geïllustreerd boek te lezen op de achterste rij in de klas van Mr. Anderson.
“Mr. Fusilier.”
Fuse schrok en toen hij opkeek, zag hij dat Mr. Anderson op hem afkwam. De andere leerlingen keken in stilte naar de leraar.
"Zou je vandaag misschien deel willen nemen aan de les?"
"J-ja, mijnheer." Fuse sloot het boek en schoof het onder zijn wiskundeboek.
"In dat geval, kan je me vertellen wat je op het bord ziet staan?"
"Een vierkantsvergelijking."
"Ja en voor de andere leerlingen, die het afgelopen half uur opgelet hebben, maar niets begrepen hebben van mijn uiteenzetting, wat is jouw definitie van een vierkantsvergelijking?"
"Een vierkantsvergelijking is een tweedegraadsvergelijking met één variabele, in dit geval x."
“Opnieuw correct." Mr. Anderson hield zijn boek tegen zijn borst en keek rond naar de anderen. "En zou je ons nu ook de wortelformule willen geven?"
Fuse concentreerde zich een ogenblik op het bord en antwoordde dan: "x is gelijk aan min b, plus of min de vierkantswortel van b kwadraat, maal vier ab, gedeeld door twee a."
Mr. Anderson bladerde in zijn wiskundeboek naar een pagina. “Zeer goed, Mr. Fusilier.” Hij ging weer vooraan in de klas staan.
"Wijsneus." fluisterde iemand links van Fuse.
Hij draaide zich en zag Monica Cuddlestone naar hem glimlachen. Ze was een brunette met diepblauwe ogen en ze had de schattige gewoonte alleen met de rechterkant van haar mond te glimlachen. Toen ze haar tong over haar bovenlip liet glijden, verslikte hij zich en keek snel weer naar de leraar. Ze giechelde.
"Lees maar verder in Gray's Anatomy nu, Mr. Fusilier." zei de leraar terwijl hij het bord wiste en er een nieuwe vergelijking op begon te schrijven. "Ik zeg het je wel als we weer hulp nodig hebben."
Fuse pakte zijn anatomieboek en opende het waar een potlood zijn plaats had gehouden. Het was geen schoolboek voor vakken die hij kreeg, maar een universiteitsboek dat hij uit de bibliotheek ontleend had. Hij bladerde een paar pagina's verder en begon te lezen over de ruggengraat en het ruggenmerg.

* * * * *

Fuse zette zijn fiets tegen een hoge eik naast de porch. Hij liep de trap met twee tredes tegelijk op en duwde de voordeur open.
"Hallo, papa." riep hij en liet zijn boeken en tennisraket achter bij de voordeur. Hij liep rond de rolstoel van zijn vader en keek hem aan. "Heb je al je oefeningen gedaan vandaag?"
Zijn vader antwoordde niet.
Fuse nam de post van de schouw waar Mrs. Smithers hem altijd legde. Hij zag een brief van de bank, een rekening van zes dollar en vijftig cent van de kruidenier voor twaalf balen luzerne en een cheque van vijf dollar voor de melk van vorige week. Maar niets van zijn moeder of Octavia Pompeii. Hij dropte de post weer op de schouw en staarde een ogenblik in het vuur, dan schoof hij het bijzettafeltje tot voor zijn vader.
"Is het goed als ik een witte lijn op de muur van de schuur schilder? Cameron zei dat ik vooruitgang zou boeken als ik in de schuur oefen tegen de muur."
Hij keek naar zijn vader en zag hem knipperen. Hij merkte ook op dat hij verse kleren aanhad en pas geschoren was. Fuse wist niet wat hij zou doen zonder verpleegster Smithers. Hij kon koken en zijn vader eten geven en hem 's avonds in bed stoppen, maar voor een invalide zorgen zonder hulp ging zijn petje te boven. De dokter kwam tweemaal per week langs, maar het was Mrs. Smithers die hem levend en gezond hield. Hij had er geen idee van hoeveel het kostte om de hele dag een verpleegster te hebben - de bank bekommerde zich om de medische facturen - maar hij was dankbaar voor haar hulp.
Toen Fuse het schaakbord wilde nemen, bewogen de ogen van zijn vader maar ze konden de beweging van zijn hand niet volgen, alsof het een hele tijd duurde voor de actie tot hem doordrong.
"Ik heb een nieuwe openingszet bedacht in de geschiedenisles vandaag." Fuse zette de schaakstukken klaar. "Ik wil weten wat je ervan vindt."
Hij zette de schaakstukken voor beide kanten klaar en voerde de eerste vier zetten van het spel uit. Zijn vader bracht zijn kin schuin naar onder om de zetten te volgen.
"Oké, bekijk dit maar terwijl ik naar Stormy ga kijken. We hebben misschien al een nieuw veulen. Nadat ik de dieren verzorgd heb, zal ik wat ham en eieren bakken voor het avondeten. Wat denk je daarvan?"
Fuse trok zijn jas aan en ging langs de achterdeur naar buiten waar Ransom hem stond op te wachten. Het kleine paard hinnikte, zette een twaalftal snelle stappen in de richting van de schuur en rende dan terug naar Fuse.
"Ransom, hoe ben je buiten geraakt?" Hij aaide de nek van het paard. "Ik weet dat je niet over die omheining kan springen en de grendel is aan de buitenkant. Heb je de omheining kapotgetrapt? Ik ga eerst naar Stormy kijken en dan gaan we je omheining herstellen."
Het paard liep voorop naar de schuur en Fuse haastte zich achter hem aan.
Toen ze bij Stormy's stal kwamen, was het hek open. Fuse knipperde en schudde zijn hoofd.
"Ben ik aan het hallucineren, Ransom, of bewoog dat hek toen we binnenkwamen?" Hij keek rond in de stille schuur en omhoog naar de koerende duiven. Hun kopjes gingen op en neer en heen en weer terwijl ze hem bekeken. Hij haalde zijn schouders op. "Misschien heb ik een bril nodig."
Stormy stond zwaar te ademen naast haar trog met haar hoofd naar beneden.
"Hallo, Stormy, schatje. Nog steeds geen baby, hé?"
Hij streelde haar nek en ze tilde haar hoofd op naar hem met haar ogen halfdicht.
Hij knielde in het hooi en voelde met zijn hand langs haar buik. "Ik voel hem bewegen. Het zal niet lang meer duren nu." Hij controleerde haar trog; hij was halfvol. "Je hebt niets gegeten vandaag."
Ransom keek ook in de trog en begon dan Sormy's haver op te eten.
“En je hebt nog genoeg water. Ik weet dat je je ellendig voelt, maar je kan niet de hele dag zonder eten en drinken." Hij zag dat ze nog meer dan genoeg hooi had. "Wel," zei hij en stopte even, "er valt hier niet veel te doen voor mij. Ik ga de varkens verzorgen en de koeien melken. En dan zal ik terugkomen om te zien hoe het met je gaat."

* * * * *

Fuse werd wakker van een luid gebons. Hij greep zijn kussen en trok het over zijn hoofd. Even later was het geluid er weer. Hij gooide de dekens van zich af en ging rechtop zitten.
Zou het mama zijn? Maar waarom zou ze kloppen?
In enkel zijn pyjamabroek haastte hij zich de trap af. Toen hij bij de voordeur aankwam en het licht aanklikte, was het gebons er weer, maar het kwam van de achterkant van het huis.
Hij keek naar de klok op de schouw: 3:45.
Wie staat er in godsnaam aan de achterdeur op dit uur?
Toen Fuse zich door de donkere keuken haastte, werd er weer geklopt; dit keer met nog meer aandrang. Hij deed het licht aan in de keuken en gooide de deur open.
"Jij!"
Het was het meisje dat hij de dag voordien slapend in de schuur gevonden had. Ransom huppelde rond bij de trap naar de porch en was bijna even opgewonden als zij.
Het meisje brabbelde iets en gebaarde naar de schuur.
"Wat zeg jij allemaal?" Fuse rilde van de kou. "Ik versta je niet."
Opgewonden ratelde ze weer wat onverstaanbare woorden en stampte met haar kleine voet op de grond. Dan bewoog ze heen en weer met haar armen alsof ze een baby vasthield die ze wiegde.
“Stormy!” riep Fuse en rende naar de schuur.

Hoofdstuk vier
Fuse hoorde Stormy's gekrijs zodra hij door de deur van de schuur was.
Hij haastte zich naar de stal waar de merrie trillend door de weeën met haar hoef over de grond schraapte. Ze keek naar hem met grote ogen en maakte een keelgeluid.
Een lantaarn die aan een haakje hing, verspreidde een flikkerend geel licht. Fuse vroeg zich af waarom hij brandde. Toen het meisje achter hem binnenkwam, besefte hij dat ze daar de hele nacht geweest moest zijn.
Stormy hinnikte en liep in een halve cirkel terwijl ze naar haar achterhand keek.
"Oh, nee." fluisterde Fuse toen hij controleerde hoever het stond met de bevalling. "Stuitligging."
Hij liet zijn hand langs de zij van het paard glijden en keek dan naar het meisje. Ze keek van hem naar het paard en was duidelijk ongerust.
"Het veulen probeert er achterwaarts uit te komen."
Ze schudde haar hoofd.
"Ransom!" Fuse struikelde bijna over het andere paard dat met wijd open ogen naast Stormy stond. "Je loopt in de weg."
Met zijn knie duwde hij Ransom opzij terwijl hij Stormy probeerde te troosten. Het meisje nam Ransom vast bij zijn manen om hem de stal uit te trekken. Zodra hij eruit was, kwam zij weer binnen en sloot de deur.
"Bedankt."
Fuse knielde bij de wateremmer om zijn handen en armen te wassen en gluurde naar haar gehavende koffer die in het stro lag. Hij was blij dat ze daar geslapen had, anders waren Stormy en haar baby misschien gestorven voor het ochtend werd.
"Ik moet de achterbenen vinden." zei hij terwijl hij zijn handen afspoelde in het ijzige water.
Het paard ging liggen, wriemelde rond en ging dan weer staan. Fuse bracht de emmer naar haar achterhand en hield haar staart uit de weg om haar te wassen. Stormy vond het koude water maar niks. Ze probeerde hem te bijten.
"Ik heb dit nog nooit alleen gedaan." Fuse ontweek de paardentanden. "Maar ik heb papa al geholpen met de koeien." Hij spoelde zijn handen opnieuw in de emmer. "Hou haar hoofd even vast."
Het meisje zei iets dat Fuse niet begreep en toen hij naar haar keek, haalde ze haar schouders op. Plots had hij het door: Ze sprak geen Engels.
"Haar hoofd!" zei hij en wees naar Stormy terwijl hij op zijn eigen hoofd tikte om duidelijk te maken wat hij bedoelde.
Het meisje knikte begrijpend, maar voor ze Stormy kon vastpakken, probeerde ze Fuse weer in zijn been te bijten. Hij sprong weg en gooide de wateremmer bijna omver. Het meisje sloeg haar armen om Stormy's nek en hield het paardenhoofd stevig vast tegen haar zij.
"Ja, dat bedoelde ik. Hou haar goed vast."
Stormy schopte naar Fuse, maar raakte de metalen emmer in de plaats waardoor hij tegen de muur vloog.
"De achterhand van het veulen is eruit, maar zijn voeten niet." Fuse veegde zijn handen aan zijn pyjamabroek. "We hebben maar een paar minuten meer voor hij zal proberen te ademen. Zo zal het nooit lukken. En het kan ook Stormy's dood betekenen." Hij wist dat het meisje hem niet begreep, maar benoemen wat hij deed, maakte het duidelijker voor hem.
Toen Fuse het veulen weer naar binnen begon te duwen, viel Stormy op haar knieën en rolde op haar zij. Fuse en het meisje probeerden het tegenstribbelende paard vast te houden. Hij duwde tegen het veulen en stak zijn hand ernaast. Stormy schreeuwde en kwam weer recht in een poging weg te raken van Fuse. Hij hield haar vast en stak zijn arm tot aan zijn elleboog in haar om de voeten van het veulen te zoeken.
Het meisje verloor haar grip en voor ze haar armen weer om de nek van het paard kon slaan, zette Stormy haar tanden in de dij vanFuse. Hij schreeuwde het uit en gaf een klap op haar neus met zijn vrije hand zodat ze losliet.
Het meisje kon eindelijk haar armen weer rond de nek van Stormy slaan en trok haar hoofd weg. Fuse vond de achterbenen van het veulen, hij pakte de hoeven in zijn hand en trok ze naar achteren. Stormy viel zwaar ademend op het strobed. Ze probeerde weg te wriemelen, maar het meisje hield haar stevig vast.
"Ik heb zijn voeten beet."
Fuse probeerde de achterbenen van het veulen in de goede positie te krijgen - zij moesten er eerst uit. Stormy verzette zich tegen het getrek, maar hij liet niet los en trok dan zijn voorarm en de hoeven voorzichtig uit haar zodat de hoeven niet tegen de vliezen zouden stoten.
Stormy probeerde weg te komen van Fuse en het meisje, en kwam moeizaam recht. Het meisje schreeuwde tegen Stormy terwijl ze haar grip op haar hoofd weer probeerde te verstevigen.
"Pers nu maar hard, Stormy." zei Fuse.
De achterhand van het veulen kwam eruit en Fuse liet Stormy even rusten. Na enkele minuten trok hij voorzichtig. De rest van het lichaam van het veulen begon tevoorschijn te komen.
Stormy kromde haar rug, hinnikte en perste hard. De rest van het veulen kwam snel en Fuse ving het op toen het uit Stormy viel. De navelstreng brak en Fuse legde de baby in het stro.
"Het is een merrieveulen." zei hij.
Hij maakte de mond van het veulen vrij en wreef het schoon met handenvol stro. Het meisje liet los en Stormy staarde naar het veulen. De kersverse moeder schudde zich van kop tot teen en begon dan haar baby schoon te likken. Het veulen opende de ogen en keek wild in het rond naar haar nieuwe omgeving. Fuse maakte plaats zodat Stormy haar kon schoonlikken. Hij was uitgeput, maar voelde zich euforisch toen hij zag hoe het veulen de wereld voor het eerst bekeek met haar grote bruine ogen.
"Ik denk dat ze allebei oké zijn."
Toen hij zijn armen schoonveegde met stro, rilde hij van de kou en hij keek naar Stormy's petroleumkachel. Hij brandde met een warme gloed, maar aangezien Fuse op blote voeten was en niet eens een T-shirt droeg, verwarmde de kachel hem niet echt.
Het meisje zei iets achter hem en dan voelde hij iets over zijn schouders; het was haar oude canvasvest. Het stelde niet veel voor, maar het gaf een beetje warmte. Hij was dankbaar en wenste dat hij haar taal sprak om te kunnen zeggen hoe erg hij het waardeerde.
"Bedankt." zei Fuse toen ze naast hem knielde.
Ze keken toe hoe het kleine paardje probeerde recht te komen. Het kreeg zijn voorste voeten onder zich, maar als het zijn achterste benen probeerde, wankelde het en viel op zijn zij in het stro.
Fuse en het meisje lachten.
Stormy moedigde het veulen met haar neus aan om het nog eens te proberen. Het worstelde zich recht en zette zijn eerste stapjes.
"Ze is nog maar vijf minuten oud en ze stapt al rond." zei Fuse. "Zie je die blonde manen en haar romige, bruine kleur? Ze is een palomino, net als haar moeder."
Hij zag het meisje glimlachend toekijken hoe het veulen rond waggelde en aan het been van haar moeder snuffelde.
"Goed zo." zei hij.
Het meisje keek naar hem. "God zo."
"Goed zo."
"Good zo?"
"Goed zo."
"Good zo." Ze streelde het veulen dat begon te drinken. "Good zo."
De staldeur opende krakend achter hen en Ransom kwam binnen. Hij wrong zich tussen Fuse en het meisje en stond dan naar het veulen te kijken.
"Hoe voelt het om papa te zijn?" Fuse legde zijn arm om het paard.
Ransom stapte naar voor om aan het veulen te snuffelen en Fuse liet hem doen. Stormy snoof, liet haar tanden zien en verplaatste zich tussen Ransom en haar baby. Ransom deinsde een stap achteruit en dan nog een. Hij had een verraste blik in zijn ogen en ging dichter bij het meisje staan.
"Ja, Ransom." Fuse wreef over zijn dij waar Stormy gebeten had. "Laat ze beter even met rust, tenzij je een oor wil verliezen."
Het meisje legde haar arm rond Ransoms nek en zei: "Good zo." Ze wees naar het veulen.
Ransom maakte een keelgeluid en snuffelde dan aan de wang van het meisje dat hierom moest lachen.
"We zouden het veulen Kerstman moeten noemen aangezien het kerstavond is." Fuse ging staan. "Nee, dat gaat niet voor een merrie. Ze is zo mooi, misschien noemen we haar Monica."
Het meisje fronste haar voorhoofd.
"Ik ga naar binnen een paar suikerklontjes halen voor Stormy. Ik kom onmiddellijk terug." Hij hield zijn wijsvinger omhoog en hoopte dat ze snapte dat hij maar een minuutje weg zou zijn.
Fuse stopte bij de deur van de schuur, verrast dat er grote sneeuwvlokken stil aan het neerdwarrelen waren. Er ligt al bijna vijf centimeter sneeuw. Hij trok de vest van het meisje dicht tegen zijn borst en rende naar het huis. Toen hij bij de achterdeur aankwam, stampte hij met zijn blote voeten op de porch en schudde de sneeuw van zijn schouders. Toen hij binnenkwam, merkte hij dat het er niet veel warmer was dan buiten.
Ik zal vuur maken als ik terugkom van de schuur.
Hij trok zijn laarzen aan en grabbelde zijn jas van het haakje achter de deur. Hij zag dat er nog een halfvolle doos suikerklontjes waren, dus nam hij een handjevol en haastte zich weer naar buiten met de vest van het meisje over zijn arm. Hij was snel weer in de schuur.
"Ik heb mijn jas aangetrokken." Hij ging naar de staldeur. "Jij mag dus..."
Ze was weg.

* * * * *

Tegen de tijd dat Fuse vuur gemaakt had in de keuken en koffiegezet had voor zijn vader was de zon op. Hij bleef even bij de gootsteen staan en staarde door het raam naar de vallende sneeuw. Er lag al meer dan vijftien centimeter sneeuw en de dikke vlokken bleven maar vallen; hij kon de schuur nog nauwelijks zien.
Fuse wachtte tot zijn vader wakker was zodat hij hem kon aankleden en de rolstoel voor het knapperende vuur zetten. Hij zou hem dan helpen wat koffie drinken voor hij de koeien ging melken, de andere dieren ging voederen en Stormy en haar nieuw veulen nog eens ging controleren.
Hij dacht aan het meisje terwijl hij voor het keukenraam stond. Ze was daarbuiten, in de sneeuw en nu had ze geen vest.
Waar komt ze vandaan en waarom kent ze geen Engels?
Als hij wegbleef uit de schuur zou ze misschien weer in Stormy's stal binnengaan, waar het warm was.
Twintig minuten later hield Fuse een lepeltje gesuikerde koffie voor de lippen van zijn vader. "Zuster Smithers komt vandaag niet, papa."
Zijn vader slurpte van de koffie en likte aan zijn lippen.
Fuse had een laaiend vuur gemaakt in de haard en de kachel in de keuken was witheet dankzij de grote hoop hout die hij erin gestopt had. Het huis zou snel warm en gezellig zijn.
"Het is kerstavond. Mrs. Smithers moet voor haar eigen gezin zorgen."
Fuse keek naar de vier kerstcadeaus op de sofa - twee voor zijn vader en twee voor zijn moeder. Hij had een overhemd en een lederen portefeuille gekocht voor zijn vader en een lange gele sjaal en een broche met camee voor zijn moeder.
"Het is het eerste jaar dat we geen kerstboom hebben." Hij draaide zich naar zijn vader. "Weet je nog die keer dat we samen die den van bijna vier meter omgehakt hebben daar aan de andere kant van de grote vijver? We moesten er nog een halve meter afhalen onderaan voor hij daar in de hoek bij de trap kon staan." Hij nam nog een lepeltje koffie. "Het was de mooiste kerstboom die we ooit gehad hebben."
Mr. Kupslinker van de bank gaf Fuse altijd geld als hij het nodig had. Niet voor tennisballen of zo, maar voor boodschappen, schoolbenodigdheden en andere noodzakelijke dingen, zoals boeken. Het geld van de melk hielp een beetje om de elektriciteitsrekening en eten voor de dieren te betalen. Verder had hij niets van inkomen. Mr. Kupslinker zei dat kerstcadeaus volgens hem zeker noodzakelijk waren.
Fuse wist wel dat het geld van de bank ooit terugbetaald moest worden, maar hij wist niet wanneer of hoe.
Hij dacht weer aan afgelopen maandag, toen hij naar de bank geweest was om tien dollar te vragen aan Mr. Kupslinker om kerstcadeaus te kopen voor zijn ouders. De bankier had naar zijn vader gevraagd en dan had hij een suggestie gedaan.
"Misschien moet je overwegen de boerderij te verhuren aan iemand die erop kan werken."
"Verhuren?" vroeg Fuse.
"Ja. Binnen vier maanden is het al lente en moet er geplant worden. Als je vader dan nog niet hersteld is, zal je misschien nog een jaar zonder inkomen zitten." De bankier zette zijn bril af en haalde een witte zijden zakdoek uit het borstzakje van zijn krijtstreeppak. Hij poetste een van de glazen op met de zakdoek. "In feite," hij hield zijn bril tegen het licht, "zal je je nog dieper in de schulden steken."
Meer dan tachtig hectare ploegen en beplanten was het zwaarste werk van het hele jaar. Zelfs als Fuse zou stoppen met school, kon hij het niet alleen aan.
"Kunt u me genoeg geld lenen om twee boerenknechten te betalen?"
"Vincent, je weet dat ik dr. Mathews en zuster Smithers elke maand betaal." Hij zette zijn bril weer op en vouwde zorgvuldig de zakdoek. "Ik heb je al meer geld voorgeschoten dan ik had mogen doen. Als onze raad van bestuur te weten komt dat ik geld uitgeleend heb zonder onderpand, kan ik mijn job verliezen."
"Het spijt me, Mr. Kupslinker. Dat wist ik niet." Fuse had er nooit bij stilgestaan dat het mogelijk was dat zijn vader lange tijd invalide zou zijn. Als hij na vier maanden niet verbeterd was, zou hij misschien nooit beter worden.
"Iemand anders de boerderij laten leiden, is een goede optie." Mr. Kupslinker glimlachte twee rijen kleine, regelmatige tanden bloot. Ze zagen eruit alsof ze afgevijld waren.
Fuse wist niet wat hij moest antwoorden. Hij had nooit gedacht aan de mogelijkheid dat er iemand anders dan zijn vader voor de boerderij zou zorgen.
"Je zou de boerderij voor lange termijn kunnen verhuren. Het land in handen geven van een ... eh..." De bankier stopte even om zijn keel te schrapen. "Een competente boer, iemand die we vertrouwen, iemand die het werk aankan."
Fuse aarzelde om iemand op de boerderij te laten werken omdat het te veel klonk als deelpacht en hij wist dat dat iets was dat zijn vader nooit goed zou keuren. Zijn vader had bijna tien jaar op de boerderij gewerkt, met de hulp van boerenknechten als het nodig was, tot het ogenblik dat hij van de windmolen gevallen was en zijn ruggengraat verwond had in oktober. Hij had geprobeerd een moersleutel te grijpen toen hij bezig was een bus op de as te vervangen wanneer een plotse windstoot de schoep deed draaien en hem van het platform stootte.
Dr. Mathews had gezegd tegen Fuse dat hij niets kon doen. De gebroken arm van zijn vader was al genezen, maar zijn rugletsel moest vanzelf genezen. Zuster Smithers gaf hem fysiotherapie om de spieren aan het werk te houden, maar alleen tijd en rust zouden zijn ruggenmerg herstellen. Tot die tijd was zijn vader verlamd vanaf zijn nek.
"Ik denk niet dat papa graag zou hebben dat de boerderij verhuurd wordt." zei Fuse tegen de bankier.
"Tja, in dat geval kan ik niet verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt als de raad van bestuur te weten komt dat ik een groot bedrag voorgeschoten heb voor de boerderij. Er is een kans dat er beslag op gelegd wordt en dat ze geveild wordt."
Beslaglegging.Waar moeten papa en ik dan heen? Was mama hier maar.
Zij had altijd alle financiële beslissingen genomen.
"Je kent toch Buford Quackenbush, hé, Vincent?"
Fuse knikte.
"Zijn boerderij grenst aan die van jullie aan de noordkant. Hij heeft veel arbeiders en ik denk, als we een goeie deal voorstellen, dat hij misschien wel bereid zal zijn om jullie boerderij over te nemen en de twee boerderijen tegelijk uit te baten."
"Daar moet ik over nadenken, Mr. Kupslinker."
"Ik kan de papieren deze middag opstellen en aangezien je vader wettelijk niet handelingsbekwaam is en je moeder in het buitenland zit, kan jij tekenen in naam van je vader."
Fuse wist niet of dat wettelijk zou zijn, maar hij had tijd nodig om erover na te denken.
"I-ik weet niet goed wat ik moet doen."
"Soms moet je voor zulke zaken vertrouwen op het oordeel van iemand die ouder is. Iemand die meerdere jaren ervaring heeft met zakendoen. Je kent mijn reputatie, jongen, en je weet dat ik nog nooit geaarzeld heb om je te helpen."
"Ja, mijnheer. Ik weet het."
"Ga nu maar naar huis en denk erover na. Maar er moet iets gebeuren voor het einde van het jaar. Dat is dus binnen een week. Als je moeder dan nog niet terug is... wel..." Hij spreidde zijn handen in een gebaar van hopeloosheid.
Fuse ging staan om te vertrekken en Mr. Kupslinker stak zijn hand uit. Hij had zijn hand nog nooit geschud. Zijn hand voelde zacht en vochtig aan en deed Fuse denken aan de huid van de nek van een varken als hij het wegtrok van de trog om de biggetjes te laten eten.
Het knisperen van het vuur onderbrak zijn gedachten. Hij opende het haardscherm om nog wat hout op het vuur te leggen.
"Ik ga de varkens verzorgen voor ik het ontbijt klaarmaak, papa."
Hij gaf het laatste slokje koffie aan zijn vader en keek naar de hoek van de kamer bij de trap.
"Mama zal wel niet thuis zijn voor Kerstmis zeker."

Hoofdstuk vijf
Cleopatra en Alexander schonken geen aandacht aan Fuse toen hij hun staldeur opende. De twee percherontrekpaarden zwaaiden met hun gecoupeerde staart terwijl ze aan het eten waren. Hun eiken troggen stonden elk aan een kant van de enorme stal, maar toch raakten hun staarten elkaar bijna.
"Dag Alexander," zei Fuse die zich naast het dier van een ton wrong, "ik zie dat je al haver gekregen hebt vanmorgen."
Het grijs en bruin gevlekte paard tilde zijn hoofd op en stapte opzij terwijl hij op het graan kauwde met zijn sterke kaken. Fuse vond dat het geluid leek op dat van de wielen van een koets die over een landweggetje met los grind rolt.
Cleopatra was een beetje groter dan Alexander. Ze had een schofthoogte van een meter tachtig. De bovenkant van het hoofd van de merrie bevond zich meer dan twee meter boven de grond. Ze was helemaal zwart, behalve haar rechter voorbeen dat wit was vanaf de knie. Haar wollige winterhaar had een gezonde glans. De twee paarden waren sterk genoeg om een eg met veertien tanden voort te trekken terwijl Fuse erop stond om hen te leiden.
De boerderij van de Fusiliers was 145 hectare groot, had twee beken die door dichtbegroeide bossen met berken en grote eiken liepen en er was ook een klein woud met loblollydennen en Amerikaanse eiken. Dat was hun houtvoorraad om te verwarmen en te koken. Zestien hectare diende als grasland voor de paarden en de koeien en twee vijvers namen nog eens anderhalve hectare in beslag. Zo bleef er meer dan tachtig hectare vruchtbare grond over om gewassen te verbouwen.
Als het goed ging, kon Fuses vader zes hectare ploegen met Alexander en Cleopatra aan de Fergusonploeg met drie risters. Zonder de trekpaarden zou het zo goed als onmogelijk zijn voor Mr. Fusilier en Fuse om de boerderij alleen uit te baten. Ze zouden een Henry Fordtractor kunnen gebruiken, maar ze konden zich de prijs van driehonderdvijfennegentig dollar of de dure brandstof die nodig was niet permitteren. Brandstof voor de paarden - hooi, haver en maïs - konden ze zelf telen, maar diesel niet.
Fuse klopte op Alexanders zij en ging Cleopatra controleren.
"Schuif eens op, schat."
Hij klopte op haar achterhand en wrong zich tussen haar en de stalmuur. Het grote dier gehoorzaamde en stapte opzij. Hoewel ze Fuse moeiteloos zou kunnen verpletteren met haar gewicht alleen, deed ze wat er gevraagd werd zonder aarzelen.
"Ze heeft jou ook eten gegeven." fluisterde Fuse terwijl hij in de nek van Cleopatra kroelde.
Het linkeroor van de merrie draaide naar het geluid van zijn stem, maar ze bleef verder op haar haver kauwen.
Fuse keek omhoog naar de zware eiken balken. Ruw gezaagde planken lagen bovenop de balken en vormden zo de vloer van de hooizolder.
Zou...
Ransom kwam de stal binnen, stapte onder Cleopatra's buik door en duwde tegen Fuse om bij de haver te komen, maar de trog was te hoog. Cleopatra maakte een keelgeluid en snuffelde aan de bovenkant van het hoofd van het miniatuurpaard. Ransom deed alsof hij haar wilde bijten. Cleopatra rechtte haar hoofd met een ruk en stapte achteruit. Ze stootte tegen Alexander die omkeek om te zien wat er aan de hand was.
Random snoof en liep op een drafje naar de andere trog. Hij kon er ook niet bij, dus dook hij onder Alexander en verliet de stal.
De twee percherons waren de grootste en sterkste dieren op de boerderij, maar ze hadden het temperament van een colliepuppy: vriendelijk, zachtaardig en altijd klaar om hun meester te gehoorzamen.
"Jullie produceren normaal gezien genoeg mest om een kruiwagen mee te vullen, maar ik zie dat het meisje dat ook al gedaan heeft. Waar zou ze de mest gedumpt hebben?”
Hij opende de zijdeur en maakte hem vast aan de muur van de schuur zodat de paarden de wei in konden voor verse lucht en een beetje beweging. Ze zouden niet kunnen grazen met de sneeuwlaag op de grond, maar ze zouden genieten van de zon. Ze zouden vanzelf wel terugkeren naar de schuur als de avond viel. "Het enige wat jullie nodig hebben is twee emmers maïs, een beetje vers hooi en veertig liter water. Daarmee kunnen jullie de hele dag doorkomen."
Er was veel graan en hooi nodig voor de trekpaarden in de wintermaanden, maar ze maakten dat weer goed in de lente als er geplant moest worden om gewassen te verbouwen in de zomer en om te oogsten. In het seizoen werkten ze allebei hard van het eerste ochtendlicht tot na zonsondergang. 's Middags kregen ze een uur pauze om graan te eten en water te drinken en dan gingen ze weer ploegen en planten.
Fuse ging naar de achterkant van de schuur en zag dat het meisje het vuile stro uit de paardenstal op de mesthoop gedumpt had. Het was koud buiten, maar de warmte binnenin de hoop ontbindende dierenmest had de sneeuw erop doen smelten.
Ik zal die hoop heel binnenkort naar het maïsveld moeten verplaatsen.
Hij bekeek de enorme hoop een ogenblik om te schatten hoeveel wagens vol hij zou moeten verplaatsen om de hoop weg te krijgen.
Acht keer heen en weer naar het veld, waarschijnlijk.
De mest was een goede voedingsstof als het uitgespreid en ondergeploegd werd.
Hij staarde naar de grond naast de hoop. Het meisje had de sneeuw weggeruimd en de koeienvlaaien in rijen op de bevroren grond gelegd.
Dat is eigenaardig. Ze moet een schop gebruikt hebben om de koeienmest naar hier te brengen.
Hij schudde zijn hoofd en ging weer naar binnen. Hij klom via de ladder naar de hooizolder en trippelde op zijn tenen naar de verste hoek waar hij het meisje vond, precies waar hij haar verwacht had. Ze had een bed voor zichzelf gemaakt met de jutezakken die hij beneden op de hooistapels achtergelaten had. Ze had de zakken op een laag hooi uitgespreid, boven de stal van Stormy.
Goed gezien.De warmste plek in de schuur waar de warmte van Stormy's petroleumkachel naar boven kwam.
Het meisje zat met haar rug naar hem gekeerd. Ze zat haar haar te borstelen op het bed. De kleine koffer lag open voor haar, maar hij kon er niet in kijken. Haar oude canvasvest lag op haar bed. Hij had hem in Stormy's stal laten liggen de vorige nacht.
Fuse wilde haar niet doen schrikken en hij had het gevoel dat hij haar aan het bespioneren was, dus glipte hij weg. Er hingen twee hooivorken aan haken aan de muur van de schuur. Hij nam ze er allebei af en liep naar de andere kant van de zolder, waar hij een ervan gebruikte om hooi naar beneden te gooien. Terwijl hij aan het werk was, floot hij een nieuwe melodie die hij op school gehoord had - In the Good Old Summertime.
Er kwam een gedempt geluid uit haar schuilplaats, dan stilte. Hij keek uit zijn ooghoeken terwijl hij een hooivork vol hooi oppakte en op de grond beneden liet vallen. Ze gluurde voorbij de scheidingswand om te zien waar hij mee bezig was.
Het middelste deel van de zolderdeur was open en Fuse stond aan de rand te kijken naar Ransom die rond de hoop vers hooi aan het snuffelen was. Twee boerderijkatten kwamen uit de schaduwen geslopen om hun dagelijks spelletje paardje-bang-maken te spelen. Fuse leunde op zijn hooivork om van de show te genieten terwijl hij ook het meisje in de gaten hield.
Ze kwam tevoorschijn om te zien wat zo interessant was daar beneden. De twee katten kwamen elk van een andere kant van de schuurdeur. Ze werkten samen om hun nietsvermoedende prooi te belagen.
Ransom snuffelde aan de hoop hooi alsof hij ongelooflijk interessant was, maar zijn ogen en oren hielde zijn kattenvijanden nauwgezet in de gaten.
De katten naderden laag tegen de grond; ze bewogen traag en steels en maakten geen enkel geluid.
Ransom keek omhoog naar Fuse en hinnikte zacht.
De katten verstijfden.
Fuse legde een vinger tegen zijn lippen. Ransom blies een wolkje uit zijn neus en nam een hapje hooi.
Fuse wist niet precies hoeveel katten in de schuur woonden omdat ze altijd wegvluchtten als hij binnenkwam. Er waren er minstens vijf. Ze betaalden voor onderdak door de ratten en muizen onder controle te houden. Zonder de katten zouden de Fusiliers een kwart van het opgeslagen graan verliezen aan knaagdieren. Hoewel hij elke morgen en elke avond een kom melk klaarzette voor de katten hadden ze geen hulp nodig om aan eten te komen en, in tegenstelling tot alle andere dieren, waren ze ongelooflijk onafhankelijk.
Er kwam een luide miauw van de kat aan de rechterkant. Ze sprong naar Ransoms voet, hij schopte zijn beide achterbenen in de lucht en draaide zich om om de grommende zwarte kat aan te kijken. Ze bleef staan terwijl de andere kat aanviel. Ransom hinnikte en draaide zich snel naar zijn tweede vijand; ook een vrouwtje, maar een lapjeskat.
Toen Fuse het meisje hoorde giechelen, glimlachte hij en wees naar de hoop hooi op de grond.
"Kijk wat er nu gebeurt."
Ze kwam ook bij de rand staan tegenover hem.
Ransom wisselde af tussen de twee katten aanvallen en met zijn voet stampen en ondertussen miauwde een derde kat - een getijgerde kater - en sprong van achter de hoop hooi. Ransom draaide zich en stapte achteruit als zijn drie tegenstanders samen naderden. Hij stootte zijn achterste tegen de koeienstal en hij tilde zijn hoofd op naar Fuse en hinnikte alsof hij echt doodbang was. De katten kwamen grommend dichter met hun oren plat, klaar voor de definitieve aanval.
Een van de koeien loeide en leidde de katten af zodat Ransom de gelegenheid kreeg waarop hij wachtte. Hij sprong over de katten en rende naar de achterkant van de schuur. Het meisje en Fuse lachten als de drie katten de achtervolging inzetten.
Fuse nam dan de tweede hooivork vast en stak hem uit. "Help me even. En dan gaan we eens kijken hoe het gaat met het nieuwe veulen."
Ze keek van hem naar de hooivork en ging dan naar hem toe. Hij gaf haar de hooivork en gebruikte dan de zijne om verder hooi naar beneden te gooien. Ze deed hetzelfde.
"Ik heb gezien dat je de meeste dieren al gevoederd hebt. Als we ze wat hooi gegeven hebben, zal ik je tonen hoe je maïs uit de silo kan halen voor de koeien, de paarden en de varkens. Dan melken we de koeien en strooien we wat voor de kippen om in te scharrelen."
Een uur later zaten ze in Stormy's stal te kijken hoe het veulen dronk.
"Ze is al een kilo of zo bijgekomen." zei Fuse en hij keek even naar het meisje. "Is ze niet mooi?"
"Mooi." zei ze en keek dan naar Fuse om te zien of ze het woord correct uitgesproken had.
Fuse knikte terwijl ze naar het veulentje keken.

* * * * *

Het duurde even voor Fuse het meisje kon overhalen om binnen te komen in het huis. Ze aarzelde om de schuur te verlaten, maar uiteindelijk, nadat hij zijn hand naar zijn mond had gebracht om 'eten' uit te beelden, volgde ze hem door de diepe sneeuw naar de achterdeur. Hij probeerde naast haar te lopen, maar ze vertraagde altijd en kwam dan achter.
Het was die nacht gestopt met sneeuwen. Glinsterend zonlicht verlichtte de mooie, heldere ochtend. Er was geen wind en de sneeuw lag als een pure, witte deken op de afsluitingen en gebouwen. Het leek alsof de hele wereld ermee bedekt was en de strakke hoeken en lijnen die door de mens gemaakt waren, waren natuurlijke rondingen en zachtheidgeworden.
Fuse stampte de sneeuw van zijn voeten op de veranda en zij deed hem na. Eens in de keuken, trok hij zijn jas uit en hing hem aan een haak achter de deur. Zij deed hetzelfde.
"Kom, ik wil je aan mijn vader voorstellen."
Ze stonden voor de warme haard en keken naar zijn vader. Het schaakbord stond op een tafel tussen hen.
"Hé, papa," zei Fuse en hij verhief zijn stem, "kijk wie ik in de schuur gevonden heb."
Fuse zag het meisje kijken naar het gezicht van zijn vader die naar het schaakbord staarde. Na een ogenblik knielde ze naast hem en legde haar hand op de leuning van de rolstoel. Mr. Fusilier draaide traag zijn hoofd, zijn ogen draaiden met rukjes tot ze in de hare keken.
Ze zei een paar woorden die Fuse niet begreep en wachtte dan terwijl ze naar zijn gezicht keek. Fuse zag dat zijn vader slikte en dan met zijn ogen knipperde.
Dan zei ze een enkel woord: 'Rajiani' en raakte haar borst aan, net boven haar hart.
"Rajiani." zei Fuse. "Is dat je naam?"
Het meisje herhaalde het woord.
"Mijn naam is Vincent." Hij stak zijn hand uit naar haar. "De meeste kinderen op school noemen me Fuse, maar sommige oudere jongens noemen me Fusilier."
Ze fronste haar voorhoofd.
"Fuse." zei hij, nog steeds met zijn hand uitgestoken naar haar.
Ze keek naar zijn hand, maar nam hem niet in de hare. “Fuse.”
“Rajiani.” Hij liet zijn hand vallen. Hij had erop gelet dat ze zijn vader ook niet had aangeraakt. "Wat een mooie naam. Wist ik maar waar je vandaan komt en welke taal je spreekt."
Ze ging staan en zei iets dat evengoed Chinees kon zijn voor hem.
"Je bent erg donker. Zou je uit Afrika komen? Maar hoe ben je hier, in Virginia, geraakt zonder Engels te kennen? En waarom verstop je je in onze schuur? Zoekt er je iemand?"
Rajiani glimlachte en legde haar handen op haar rug.
Fuse glimlachte breed naar haar en ze keek naar beneden, naar het schaakbord.
"Wel, jij mag met papa babbelen terwijl ik het ontbijt klaarmaak." Hij wandelde weg in de richting van de keuken. "Het zal niet lang duren."
Een paar minuten later kwam Rajiani de keuken binnen. Ze keek toe hoe hij broodjes in de oven van de houtkachel schoof. Toen hij begon spek te snijden, nam ze een pan van een haak boven het aanrecht en zette hem op het fornuis. Dan nam ze de speklapjes en liet ze in de pan vallen. Ze keek rond alsof ze iets zocht.
"Daar." Hij wees naar een lade naast de gootsteen.
Rajiani trok hem open en glimlachte toen ze er een vork uithaalde om het spek om te draaien.
Fuse goot verse melk in drie glazen en gaf een aan Rajiani. Hij nam een slokje en deed dan teken met zijn glas naar haar. Ze nam een klein slokje uit haar glas, likte haar lippen af en dronk het glas dan halfleeg. Ze stopte om te ademen en dronk dan de rest uit.
"Wow." zei Fuse. "Wanneer heb je laatst iets gegeten of gedronken?"
Hij vulde haar glas opnieuw en zette de kan weer in de koelkast. Tegen dan was haar glas alweer leeg. Hij gniffelde toen ze een witte snor aflikte en haar glas op het aanrecht zette, maar hij was een beetje vertwijfeld toen hij zich realiseerde dat ze half uitgehongerd was en dat hij gemeen was geweest tegen haar de vorige morgen toen hij haar slapend in de schuur gevonden had.
Het spek siste en het vuur knisperde en de twee tieners staarden elkaar aan. Fuse had er geen idee van wat ze van hem dacht, maar hij had een ongemakkelijk gevoel, als spelen met vuur: het was leuk en gevaarlijk tegelijk. Hij voelde nog iets anders: de voldoening nodig te zijn.
Toen het spek klaar was, bekommerde Rajiani zich erom met de vork.
Fuse haalde een mandje eieren uit de koelkast. Als de tweehonderdvijftig gram spek klaar was, zouden ze het vet gebruiken om er de eieren in te bakken. Dit was een maaltijd die hij wel tien of vijftien keer per week bereidde; soms verving hij het spek door ham.
Tegen dat de eieren klaar waren, waren de broodjes gaar. Nadat Fuse het glas van Rajiani nog eens gevuld had, brachten ze twee dienborden eten naar de voorste kamer.
Fuse zag meteen dat er een schaakstuk verplaatst was.
"Hé," zei hij tegen Rajiani terwijl ze haar dienblad op het bijzettafeltje plaatste, "je mag niet prutsen aan dingen waar je niets van kent."
Hij plaatste zijn dienblad op de tafel, naast het hare. "Jij moet dat verplaatst hebben nadat ik naar de keuken ging om aan het ontbijt te beginnen." Hij wilde het witte paard terugzetten waar het hoort, maar stopte dan om naar het schaakbord te staren. "Jij weet dus hoe je een paard verplaatst, is het niet, Rajiani?"
Ze had het verplaatst naar een van de drie plaatsen waar het heen mocht.
"Ik heb nog nooit een meisje gekend dat schaakspeelt." Hij keek naar het bord en dacht over de volgende paar zetten. "Of dat zelfs ook maar geïnteresseerd is om het te leren." Hij zette het paard terug op het vakje waar zij het gezet had. "Hm, interessant." Hij bestudeerde het schaakbord. "Nog een zet en je kan mijn toren en mijn dame vorken." Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. "Ik vraag me af of je dat weet, of heb je per toeval de best mogelijke zet gedaan?"
Rajiani grinnikte, knielde bij het tafeltje en nam een mes om de eieren en het spek te snijden.
Fuse tilde een stuk spek naar de lippen van zijn vader. Zijn vader leek verrast, maar nam dan de hap voedsel en begon te kauwen.
Fuse verplaatste een pion om te zien wat zij zou doen. Rajiani ademde uit met een geluidje dat op een giechel leek en verplaatste dan meteen het witte paard om zijn toren en zijn dame te vorken. Ze brak een stuk brood af en hield het voor Fuses vader zodat hij het in zijn mond kon nemen, dan at ze de rest op.
"Hier," zei Fuse en hij stopte een lepel in haar hand, "geef papa wat ei." Hij ging staan. "Ik kom onmiddellijk terug."
Hij rende naar de trap en nam hem twee treden tegelijk. Hij kwam terug van zijn slaapkamer en liep traag de trap af, terwijl hij aan het lezen was in een open boek in zijn handen. Hij bladerde erin terwijl hij naar Rajiani en zijn vader liep aan de andere kant van de kamer.
"Dit is een boek over de geschiedenis van schaken." Fuse keek hoe zijn vader op een hap eten kauwde en ging dan in kleermakerszit op de vloer zitten naast haar terwijl hij verder bladerde in het boek. "Ah, hier heb ik het. Luister, Rajiani.” Hij keek haar aan terwijl ze nog een hap ei naar de lippen van zijn vader bracht. "Veel landen beweren dat ze het schaakspel onder een of andere prille vorm hebben uitgevonden." las hij voor uit het boek. "De meest gangbare opvatting is dat schaken ontstaan is in Sindh, India. Het Arabische, Perzische, Griekse en Spaanse woord voor schaken zijn allemaal afgeleid van het Sanskriet Chaturanga. De huidige vorm van schaken die over de hele wereld gespeeld wordt, is gebaseerd op een vorm van Chaturanga die rond de zesde eeuw v.Chr. in India gespeeld werd."
Hij keek op om te zien of ze luisterde en zag dat ze een spekreep nam en erin beet.
"Het Italiaanse woord voor schaken is scacchi."
Ze kauwde op het spek en keek van hem naar het boek.
"In Duitsland heet het Schach."
Geen reactie.
"Het Spaanse woord is ajedrez." zei hij en wachtte.
Rajiani gaf Mr. Fusilier nog een hapje ei.
"Het woord voor schaken in Hindi is..." Fuse wachtte even terwijl hij het woord in zijn hoofd probeerde uit te spreken. “Shatamgi.”
Ze stak haar wijsvinger op. “Shatranj.”
"Ha." Hij lachte en deed het boek dicht met een klap. "Nu weet ik dat je uit India komt en Hindi spreekt."
Fuse sprong recht en rende weer naar de trap. Hij keerde terug met een groot, plat boek. Hij legde het op de vloer en ging op zijn buik liggen om erin te bladeren.
Toen Rajiani haar bord op de tafel zette en naast hem ging liggen, merkte hij op dat ze ervoor zorgde dat haar lichaam minstens vijftien centimeter van het zijne verwijderd was. Ze trok haar donker, lang haar weg uit haar gezicht en gooide het over haar schouder terwijl ze keek hoe hij in het boek bladerde. Toen hij eindelijk de kaart gevonden had die hij zocht, duwde hij het boek naar haar.
"Bharata!" riep ze.
"Bharata." Fuse herhaalde het woord. "Wij noemen het India."
Ze legde een vinger op de kaart bij de oostelijke kant van het land.
Hij leunde voorover om het woord te lezen: "Calcutta."
"Calcutta." zei ze en tikte op haar borst. “Rajiani.” Ze wees naar de kaart. “Calcutta.”
"Dus," zei Fuse, "jij komt uit Calcutta in India. Je spreekt Hindi, maar geen Engels en je kent genoeg van schaken om een van de moeilijkste zetten van het spel te doen." Hij keek naar haar. "Het enige wat ik nu nog wil weten, is: waar zijn je ouders en voor wie verstop je je?"

Hoofdstuk zes
Rajiani keek naar Fuse die naast haar zat op de grond. Ze wist dat hij iets over haar gevraagd had, maar ze snapte niet waarom hij het antwoord wilde weten.
Waarom zou hij geïnteresseerd zijn in een kasteloos meisje als ik? Hij woont in een prachtig huis en heeft veel waardevolle dieren. Hij moet tot een van de hogere kasten behoren. Misschien niet tot de brahmanen, maar toch zeker de vaishya's zoals de meeste boeren en kooplui.
Ze keek naar het open boek voor hen op de grond en bestudeerde de kaart even.
Hoe ver zou ik van Calcutta zijn? Misschien zal hij me helpen om thuis te raken.
“Hum kahan hai? (Waar zijn we?)" vroeg ze terwijl ze naar de kaart van India wees.
Fuse keek van de kaart naar haar en trok dan een schouder op.
Waarom begrijpt hij geen Hindi? Wordt het niet in heel India gesproken? Hij kende het Hindi woord voor schaken, ook al sprak hij het niet correct uit. Misschien zijn we ergens in het westen van het land, waar ze een ander dialect spreken. Of verstaat hij alleen Punjabi?
Rajiani wees naar de westelijke kant van India en vroeg in Punjabi waar ze waren, maar hij begreep haar vraag nog altijd niet.
"Rajiani." zei ze met haar hand op haar borst en wees dan naar Calcutta. "Fuse." zei ze en ze knikte naar hem en trok haar schouders op.
Het gezicht van de jongen lichtte op alsof hij het begreep. Hij bladerde dan terug naar het begin van het grote boek en toonde een grote kaart aan Rajiani die de twee bladzijden besloeg van het boek; ze herkende hem niet.
Hij wees naar een plaats aan de rechterkant. Rajiani keek goed en zag een kleine kaart van India, maar ze snapte niet wat al de andere kaarten errond waren.
Fuse tikte met zijn vinger op de kaart van India. Rajiani trok haar haar weg, leunde voorover en zag een heel klein gedrukt woord.
"Calcutta?" vroeg ze.
Fuse glimlachte en knikte en dan bewoog hij zijn vinger traag over India naar het westen, over een groot gedeelte water naar een ander gedeelte land. Ze ging rechtop zitten om naar zijn vinger te kijken die over de grote kaart bewoog. Het nieuwe gedeelte land was groter dan India. Hij bewoog zijn vinger over nog een groot gedeelte water naar een ander gedeelte land. Een beetje verder stopte hij.
"Virginia." zei hij. "Fuse, Rajiani, Virginia." Hij tikte met zijn vinger op de kaart.
“Virginy?” vroeg Rajiani.
“Virginia.”
“Virginia.”
Dan snapte ze wat Fuse bedoelde.
Is dit waar we zijn? Dit Virginialand?
Ze keek weer naar India, dan terug naar Virginia.
Zo ver. Mijn India is ongelooflijk ver weg.
Toen Fuse een hand op haar schouder legde, rukte Rajiani zich weg.
“Saba loga (mag niet aanraken)!” Ze nam haar lange haar in beide handen, trok het naar achter en draaide het in een stevig knotje in haar nek.
Ziet hij dan niet dat ik een kasteloze ben? Lager dan de laagste kaste. Niet geschikt om bij een ander mens te zijn, behalve bij mijn eigen soort.
Ze ging staan, maar bleef staren naar het kaartenboek op de grond.
Hajini, moeder, het is bijna negen jaar geleden dat ik je laatst zag. Ben je daar nog, in Calcutta, je aan het afvragen wat er met je dochter gebeurd is?
De immense omvang van de wereld schokte haar. Ze wist niet veel af van de geografie van India. Ze wist het meest over de deelstaat West-Bengalen, waar Calcutta was, maar heel weinig over het land. Haar vader bezat een kaart van India en hij had haar geleerd wat hij wist, maar hij wist niets over de rest van de wereld. Of als hij er toch iets over wist, vertelde hij het niet aan zijn vijfjarige dochter. Hij had gesproken over de andere landen als over de buitenwereld; nu besefte ze dat ze verloren was in die buitenwereld. Al de voorbije jaren, sinds de phansigars, een bende gangsters en slavenhandelaars,haar van de straten in Calcutta gepluk hadden, had ze gedacht dat ze gewoon in een van de grote steden van India was. Maar dat klopte niet. Ze was heel ver weg van thuis.
Haar herinnering aan Klaanta, haar vader, was vaag. Ze herinnerde zich dat hij haar had leren schaken. Tenminste, hij had haar geleerd hoe elk schaakstuk op het bord verplaatst wordt, maar hij leerde haar geen strategie. Dat had ze zichzelf geleerd. Ze leek het van nature te kunnen. Ze leerde zo snel dat ze al gauw haar vader versloeg bij elk spel.
Of liet hij me misschien winnen? vroeg ze zich af. Hij had altijd een gekke grijns op zijn gezicht als ik hem schaakmat zette.
Haar moeder, Hajini, herinnerde ze zich nog best goed. Ze was altijd lief en begaan met haar vijfde kind, haar laatste telg en enige dochter. Die mooie zijden sari's die ze droeg, zo kleurrijk in tinten van rood, geel en groen. En de rode stip op haar voorhoofd die er altijd was om te laten zien hoe trots ze was dat ze getrouwd was. Rajiani had altijd net als haar moeder willen zijn, met een mooie sari en, ooit, zelfs met een rode stip.
Ze herinnerde zich ook de geur van Brahma Kamal, de wilde bloem van de Himalaya. Haar moeder bracht elke dag een kom met de purperen bloemen naar de tempel, samen met rijst en enkele munten, als offer voor de godin Annapurna en de god Krishna. De zoete geur van de vereerde bloemen hing altijd rond haar moeder. Nu vroeg Rajiani zich af of ze haar ooit nog terug zou zien.
Kleine prinses had haar moeder haar altijd genoemd.
Dat is wat je naam betekent. Vergeet het nooit, Rajiani, mijn kleine prinses.
Ze wendde zich van het boek af. Ik zal niet huilen. Ze knipperde met haar ogen en slikte. Ik zal niet huilen.

* * * * *

Fuse stond te kijken naar Rajiani die naar de atlas op de vloer staarde.
Ze weet niet waar ze is. Hoe is dat mogelijk? Hoe kan ze naar de andere kant van de wereld reizen en niet weten waar ze is?
Hij wilde haar troosten, maar wist niet hoe. Toen hij geprobeerd had om een hand op haar schouder te leggen, had ze zich weggerukt.
Hij keek naar een traan die over haar wang rolde.
"Ik kom onmiddellijk terug." zei Fuse en rende de trap op. In de slaapkamer van zijn ouders trok hij een lade open en zocht er tussen de spullen erin tot hij vond wat hij zocht. Hij haastte zich de trap af en gaf Rajiani de kanten zakdoek van zijn moeder. Ze nam de zakdoek aan, vouwde hem open en keek naar het kleurrijke borduurwerk.
"Mijn grootmoeder heeft hem voor mijn moeder gemaakt toen ze nog een klein meisje was. Ik denk niet dat ze het erg vindt als jij hem gebruikt."
Rajiani sprak enkele woorden en hield dan de zachte stof tegen haar gezicht. Ze sloot haar ogen en ademde diep in. Na een moment veegde ze langs haar wangen en glimlachte naar Fuse. Het was de mooiste glimlach die hij ooit had gezien. Haar tanden waren perfect gelijkmatig en schitterend wit tegen haar donkere huid. Ze had al gelachen naar hem, maar nooit op die manier. Zelfs haar ogen leken voor hem te glimlachen. Het was als een zonsopgang op zee na een nachtelijk onweer.
"Nu voel je je beter." zei hij. "Ik zie het wel. Maar je wist niet dat je zo ver van thuis was, hé? Wat ik moet doen, is je afleiden tot we leren praten met elkaar. Dan zal ik te weten komen hoe je hier geraakt bent en misschien kunnen we een manier bedenken om je weer thuis te krijgen."
Toen hij een van de dienbladen en een paar schotels vastnam, zei Rajiani iets achter hem. Het klonk als een vraag. Hij draaide zich om en zag haar wijzen naar een ingekaderde foto op de schouw.
"Ja." zei hij in het gedacht dat ze gevraagd had of ze hem eraf mocht nemen.
Ze pakte de foto vast terwijl hij haar bord en glas van de tafel nam.
"Papa." zei Rajiani.
"Wat?"
"Papa." Ze wees naar de foto en dan naar Mr. Fusilier in zijn rolstoel.
"Ja, dat is papa op de foto, voor zijn ongeval."
"Fuse." zei ze.
Hij zette het dienblad neer en ging naast haar staan. "Ja, dat ben ik. De foto is vorig jaar met Kerstmis genomen. Zie je de kerstboom in de achtergrond? Hij stond daar." Hij wees naar de hoek van de kamer bij de trap.
Ze keek ernaar en dan weer naar de foto. Ze raakte de afbeelding van zijn moeder aan en stelde een vraag.
"Sorry. Ik begrijp je niet."
Ze keek om zich heen in de kamer en trok haar schouders op alsof ze niet vond wat ze zocht.
"Oh, mama is hier niet. Ze is in Afrika."
“Afka?”
"Afrika. Ze is mee als vrijwilliger op een missie van het Rode Kruis om kinderen te helpen vaccineren tegen de pokken." Fuse staarde een ogenblik naar de glimlachende afbeelding van zijn moeder. "Het was de bedoeling dat ze drie maanden weg zou zijn, tijdens de zomervakantie, maar het is al meer dan zes maanden. De laatste brief die we ontvingen, kwam van Nairobi. Ze waren een boot aan het volladen om het Victoriameer over te steken en dan over de Nijl te reizen naar het noorden van Uganda, waar een grote uitbraak van de ziekte de helft van alle kinderen heeft gedood. We hebben die brief een maand geleden ontvangen en ze weet het nog altijd niet van papa's ongeval. Als mijn brieven haar ooit kunnen inhalen, zal ze beslist het volgende schip naar huis nemen."
Rajiani staarde hem aan.
"Je begrijpt geen woord van wat ik zeg."
Ze glimlachte.
"Als jij een paar van mijn woorden leert, zal ik er een paar van de jouwe leren. Oké?"
Ze haalde haar schouders op.
Hij wees naar de foto. "Papa." zei hij.
"Papa."
“Fuse.”
"Fuse." zei ze.
"Mama."
"Mama."
"Kerstboom."
Ze fronste haar voorhoofd en zei: "boom".
"Hé, weet je wat?"
"Hé." zei Rajiani.
"Als ik klaar ben met de keuken opruimen, kunnen we een kerstboom gaan omhakken."
"Boom?"
Hij zette de foto weer op de schouw en pakte het dienblad op. Rajiani nam het van hem over, zette er de rest van de schotels op en ging dan naar de keuken.
"Ik kom onmiddellijk terug, papa." zei Fuse en volgde Rajiani uit de kamer. "Je hoeft dat niet te doen." zei hij tegen Rajiani als ze de vuile schotels in de gootsteen zette en de afvoerstop op zijn plaats duwde.
Ze wilde water pompen, maar er kwam niets uit.
"Je moet hem eerst opgieten." Fuse nam een glas water van het aanrecht en goot het bovenaan in de pomp. Na een paar keer pompen met de hendel kwam het water uit de put onder het huis naar boven. "Dan vul je het glas opnieuw en zet het hier klaar voor de volgende keer."
Rajiani knikte dat ze het begreep en pompte verder. Als de gootsteen halfvol was, nam ze het stuk loogzeep uit het schoteltje en begon de afwas te doen.
"Oké." zei Fuse. "Als je per se de afwas wil doen, dan help ik wel."
"Oké." zei Rajiani.
"Oké."
Ze bleef op een afstandje en lette er goed op dat ze hem niet aanraakte als ze hem de afgewassen schotels gaf om af te drogen.
Als ze klaar waren met de keuken opruimen, gingen ze terug naar de voorste kamer om even naar zijn vader te kijken. Hij leek op zijn gemak te zijn en warm genoeg te hebben, daar bij het vuur.
“Wacht hier.” zei Fuse tegen Rajiani.
Hij ging naar de kast onder de trap en kwam terug met wat kleren.
"Dit is mijn sweater van toen ik klein was, maar ik denk het hij jou zal passen."
Ze trok de blauw en bruin gebreide sweater over haar hoofd, stopte haar armen in de mouwen en trok dan haar haar uit de kraag achteraan. Ze zei iets tegen Fuse en grinnikte terwijl ze haar hand over de wollige sweater liet glijden.
"Ja, mijn grootmoeder heeft die ook gemaakt. Pas die laarzen eens, maar trek eerst twee paar kousen aan."
Rajiani ging op de vloer zitten om de kousen en dan de laarzen aan te trekken.
"Ze zijn een beetje te groot voor je."
Ze knoopte de veters dicht van een van de laarzen.
"Maar dat is beter dan in de sneeuw rondlopen met jouw oude, versleten schoenen." Hij knielde om de andere veter dicht te knopen, maar ze trok haar voet weg.
Rajiani ging staan nadat ze klaar was met de tweede laars. Ze trok de lederen handschoenen aan die hij haar gaf en liep dan rond in een cirkel voor Fuse terwijl ze naar haar voeten keek.
Ze stopte voor hem en stelde dan een vraag terwijl ze naar beneden wees.
"Laarzen." zei hij.
"Laarzen."
"Papa." zei Fuse terwijl hij het haardscherm opende. "We gaan naar de overkant van de grote vijver om een kerstboom om te hakken. Is het goed als we je een paar uur alleen laten?" Hij rakelde in de gloeiende kooltjes met een pook en gooide dan nog twee blokken hout op het vuur.
"Papa." hoorde Fuse Rajiani zeggen achter zich. Hij draaide zich om en zag haar staan voor Mr. Fusilier die naar haar gezicht keek.
Ze wees naar haar voeten. "Laarzen."
Zijn hoofd bewoog traag naar beneden. Na een ogenblik bewogen zijn ogen terug naar haar gezicht en hij knipperde met zijn ogen.

Hoofdstuk zeven
Het was prachtig in het bos, voorbij de grote vijver. De zon scheen, er was geen wind en het enige geluid was het zachte geknisper van de sneeuw onder hun voeten.
Fuse verliet het pad en liep door de dikke pakken sneeuw. Rajiani liep achter hem en Ransom volgde haar. Hij trok een kleine slee waarop een bijl lag.
"Hert." Fuse wees naar de sneeuw voor hem, waar een spoor hun pad kruiste.
"Hert?" Rajiani stond naast hem en volgde het spoor met haar ogen tot op een punt waar het verdween voorbij de oever van een beek.
De onstuimige beek stroomde snel genoeg om niet te bevriezen.
"Ze is daar gaan drinken." fluisterde Fuse.
Rajiani fronste haar voorhoofd.
Hij deed alsof hij een glas naar zijn mond bracht en wees naar de beek. "Drinken."
"Hert drinken."
Ze hurkte neer om het spoor voorzichtig aan te raken. Even later liepen ze verder door het bos.
Fuse wist welke boom hij wilde. Hij stond aan de verste kant van het bos, dicht bij de omheining die de grens aangaf met de boerderij van de Quackenbushes. Hij had de boom al sedert augustus in het oog, toen hij de omheining aan de noordkant van hun boerderij hersteld had. Onbewust had hij zich de boom voorgesteld als kerstboom omwille van zijn perfecte kegelvorm. Hij was niet zo groot als de spar van vorig jaar, maar doordat hij niet zo hoog was, zou het makkelijker zijn om hem te versieren.
"Dat is de boom die ik wil." zei Fuse toen ze aan de andere kant van het bos aanbeland waren. Hij ging naar de loblollyden van meer dan twee meter hoog en knielde eronder. "Ik zal hier zo in de stam hakken."
Hij wees met zijn bijl naar de stam. Ze boog zich voorover om onder de takken te kunnen kijken.
"Kom hier, dan zal je het beter zien." Fuse deed teken dat ze onder de boom moest knielen.
Ze liet zich op haar handen en knieën vallen en kroop eronder. Hij trok de bijl terug, zwaaide er hard mee en hakte in de stam, net boven de grond. Door de inslag werd de sneeuw uit de takken geschud en tuimelde naar beneden waar hij hen allebei bijna begroef. Eerst gilde ze, maar toen Fuse lachte, lachte ze ook. Toen ze zich plots realiseerde dat hij haar misleid had, dook ze naar hem. Ze rolden samen door de sneeuw en rolden vanonder de boom. Met een kleine kreet sprong ze recht en stapte weg van Fuse; ze begon de sneeuw van haar armen en schouders te vegen.
“Saba logo." zei hij met een grijns. Hij ging staan en schudde de sneeuw van zijn jas. "Niet aanraken, hé?"
Ze keek naar hem, dan naar de grond, en legde haar handen op haar rug. Ze fluisterde: "Saba loga." om zijn uitspraak te verbeteren.
“Saba loga. Als jullie niet van aanrakingen houden, hoe kunnen jullie dan ooit..." Hij hield op. "Laat maar."
"Laat maar."
"Juist."
Fuse hakte verder, tilde de boom op de slee en dan trok Ransom de slee zonder probleem terug langs het pad.

* * * * *

Na het avondeten nagelde Fuse een houten voet aan de boom en haalde dan twee dozen kerstversiering van de zolder. In de dozen zaten twee sets grote glazen versieringen in rood, groen en blauw, samen met lange slingers zilveren engelenhaar, tere sneeuwslingers en slingers van uit papier geknipte figuren die hij gemaakt en gekleurd had toen hij drie of vier jaar oud was. Hij moest even stoppen toen hij aan zijn moeder dacht die hem geholpen had om de papieren figuren uit te knippen en aan elkaar te plakken aan de keukentafel. Hij wenste vurig dat hij terug kon gaan in de tijd en het opnieuw kon doen.
Mama is zo ver van hier en ze weet zelfs niet...
Raji zei iets en onderbrak zijn gemijmer. Hij keek naar haar en zag dat ze een van de versieringen vast had.
"Dat hoort daar." Hij wees naar de bovenkant van de boom.
"Ah." Ze legde de lichtgele glazen ster op de grond.
"Ik weet niet welk soort god jullie hebben in India," Fuse ging naar zijn vader en duwde zijn rolstoel tot bij de boom, "maar ik twijfel of het dezelfde is als de onze."
Hij wist dat ze de betekenis van de boom niet snapte, maar ze vond hem versieren duidelijk leuk.
Ze nam een blauwe glazen versiering vast en keek hem vragend aan. Fuse nam een rode uit de doos.
"Hang het aan een tak, zo."
"Ah, oké."
Na de groene slingers en de papieren figuren draaiden hij en Rajiani ook het engelenhaar rond de boom. Als alle versieringen op hun plaats hingen, ging Fuse op de middelste trede van de trap staan, leunde voorover en plaatste de ster op de top.
"Goed gedaan." zei hij nadat hij de cadeaus voor zijn moeder en vader onder de boom gelegd had. Hij zette een stap achteruit om het geheel te bewonderen.
"Goed gedaan." zei Rajiani.
“Nu moet ik papa klaarmaken om te gaan slapen." Hij deed teken dat ze hem de trap op moest volgen. "Maar eerst, kom, ik zal je tonen waar je mag slapen."
Ze liepen door de gang boven, voorbij zijn kamer naar een deur tegenover de slaapkamer van zijn ouders.
"Dit is een logeerkamer." zei hij en haalde de lichtschakelaar over.
Ze volgde hem de koude kamer in. Hij ging naar het bed en legde het deken open. "Als we de deur een tijdje openlaten, zal het warm worden. Is dat goed?"
Ze fronste haar voorhoofd en trok haar schouders op.
"Je mag hier slapen." Fuse deed zijn handen tegen elkaar, hield zijn hoofd schuin en legde het op zijn handen alsof ze een kussen waren. Dan sloot hij zijn ogen.
"Oh." zei ze. "Oké."
Toen hij de kamer verliet, sloot Rajiani de deur achter hem.

* * * * *

Op kerstdag stond Fuse op voor de zon op was. Hij rilde in zijn koude slaapkamer en kleedde zich haastig aan. De kachel in de keuken en de haard hielden het huis de hele dag warm, maar als het hout in de vroege ochtenduren opgebrand was, werd het erg koud binnen.
Toen hij uit zijn kamer kwam en het licht in de gang aanzette, zag hij dat de deur van Rajiani's kamer openstond. Hij ging niet naar binnen, maar hij kon zien vanuit de deuropening dat ze er niet was en dat het bed opgemaakt was.
"Vertel me niet dat ze in de schuur geslapen heeft." fluisterde hij terwijl hij zijn hemd dichtknoopte.
Tot zijn verbazing had ze de slingers en het engelenhaar uit de boom gehaald. De andere versieringen hingen er nog in; alleen het engelenhaar en de groene slingers waren weg.
Hij keek in de slaapkamer van zijn vader, aan de andere kant van de woonkamer op de benedenverdieping. Het was eigenlijk de naaikamer van zijn moeder, maar Fuse had het bed van zijn vader daar gezet omdat hij de rolstoel niet op en van de trap kreeg. Hij sliep nog, dus ging Fuse naar de keuken.
De geur van verse koffie verwelkomde hem in de warme keuken. Er lagen plakken ham op de snijplank met een mandje eieren ernaast, klaar voor de pan.
Hoe zou ze leren koffiezetten hebben?
Hij trok zijn laarzen en zijn jas aan. Hij zou zijn vader laten slapen tot alle karweien afgewerkt waren.
Toen hij bij de schuur aankwam en de deur openduwde, zag hij de kippen en duiven hun voeder oppikken van de grond. De paarden, Cleo en Alex, waren ook verzorgd. Stormy en haar veulen hadden het naar hun zin op een vers bedje van stro.
Fuse stapte naar buiten langs de achterdeur van de schuur en zag de stomende hoop stro en mest die ze al uit de stallen geruimd had. Ze had ook de koeienvlaaien weer netjes op een rij gelegd. Nu lagen er vier rijen koeienmest uitgespreid alsof ze moesten drogen.
Waarom in hemelsnaam legt ze dat zo op de grond?
Hij ging de koeien controleren. Daar, in de koeienstal, vond hij het engelenhaar en de slinger van de kerstboom; ze had ze gebruikt om de koeien te versieren. De zilveren en groene slingers waren over hun hoorns en rond hun nek gedrapeerd.
Wat heeft ze toch met koeien?
Hij keek toe hoe ze de maïs opaten die ze in hun trog gegoten had. De koeien leken zich niets aan te trekken van hun versieringen en kauwden alsof er niets gebeurd was.
"Oké?"
Fuse schrok van het geluid van haar stem. Hij draaide zich om naar een lachend meisje met een pas afgewassen melkemmer in haar handen. Het duurde even voor hij zijn stem weer gevonden had.
"Oké." Hij was blij te zien dat ze de laarzen droeg en ook de sweater onder haar vest. "Jij moet al uren op zijn."
"Melk." Ze bood hem de melkemmer aan.

* * * * *

Rajiani won hun eerste spelletje schaak tijdens het ontbijt. Ze gaf Fuses vader eten terwijl hij zich concentreerde op het schaakspel. Het leek alsof ze meer tijd spendeerde aan zijn vader helpen dan aan schaakspelen, maar ze won met gemak en zette hem schaakmat in niet meer dan vijftien zetten. Ze deden de afwas en ruimden de keuken op voor ze het schaakbord klaarzetten voor een tweede spel, maar ze werden onderbroken toen er op de voordeur werd geklopt.
Fuse was verrast dat er op kerstdag iemand langskwam, maar nog meer dat Rajiani rechtsprong en naar de keuken rende. Haar zwarte dame en twee pionnen rolden op de vloer toen ze met haar knie tegen het schaakbord stootte. Een paar seconden later sloeg de achterdeur dicht.
Hij stapte over de schaakstukken om naar de voordeur te gaan en vroeg zich af wie het zou zijn. Hij was verrast te zien wie op de porch stond.
"Hallo, buurman."
Het duurde even voor Fuse zijn stem vond. "G-goeiemorgen Mr. Quackenbush."

Hoofdstuk acht
Buford Quackenbush stapte binnen en liep naar de haard om zich te warmen. Hij haalde een zakmes uit zijn overall en nam dan een plug pruimtabak. Hij sneed er een grote plak van, stopte hem in zijn wang en bood de plug aan Fuse aan die zijn hoofd schudde.
Quackenbush veegde het lemmet aan zijn broek en stopte zijn mes weg. Hij kauwde de tabak tot het een prop was in zijn bolle wang en bruin kwijl uit zijn mondhoek liep, terwijl hij rondkeek alsof hij een plaats zocht om te spuwen.
"Ik heb een hert neergeschoten vanmorgen." mompelde hij met de kleffe klomp in zijn mond.
Hij opende het haardscherm en spuwde een straal tabakssap in de vlammen. Een rotte geur volgde na een kort gesis.
Fuse keek naar het vuur en trok zijn neus op. "Een hert?"
"Ja, een mooie, kleine hinde." Quackenbush veegde zijn mond aan de mouw van zijn jas. "Bij het eerste schot was ik wat bibberig en trof ik haar in een poot. Met het tweede schot raakte ik haar zij, maar het derde schot doodde haar meteen." Hij maakte een snel gebaar bij zijn nek, onder zijn rechteroor. "Een kogel recht door de nek."
Fuse nam de pook en porde ermee in het vuur en rommelde wat met de half opgebrande houtblokken. "Ik dacht dat het jachtseizoen voorbij was?"
"Wel, ik veronderstel dat dat klopt, wettelijk gezien, maar ik zal zwijgen als jij dat ook doet." Quackenbush wees naar Fuses vader. "En ik weet dat hij er niet over zal praten met de politie." Hij lachte. Fuse vond dat het klonk als een ezel die met zijn mannelijke delen in de prikkeldraad blijven hangen was.
Hij voelde woede opkomen in zijn borst. Jagen buiten het jachtseizoen stoorde hem, maar niet half zo veel als zijn vader beledigen. Ook al mocht hij de man niet, zijn moeder had hem geleerd respect te hebben voor mensen die ouder waren dan hem. Dus beet hij op zijn tong en hield zijn mond dicht.
Quackenbush droeg een zwart jasje van de marine over een vuile overall en een grijze, platte, slappe hoed met een rand vol zweetvlekken. Hij rook naar natte herdershonden en de warmte van het vuur maakte het alleen maar erger.
"Ik neem aan dat je het niet erg vindt dat ik dat hert op jouw grond heb neergeschoten." Hij kneep zijn ogen tot spleetjes als hij Fuse aankeek, alsof hij hem uitdaagde tegen te spreken. "Het stond op de oever van die beek achter jullie vijver. Ik heb wat sneeuw op het bloed en de ingewanden geschopt, dus niemand zal het ooit te weten komen."
Fuse gooide zijn pook in de houtbak en dacht aan de dag voordien, toen hij Rajiani het spoor van het hert had aangewezen. Hij maakte zich zorgen om het meisje dat buiten in de kou was.
Hoe kan ik die vreselijke man kwijtraken voor hij het hele huis doet stinken? Ik was beter ook de achterdeur uit gevlucht samen met Rajiani.
Quackenbush keek naar de hete pook terwijl hij zijn tabak van de ene wang naar de andere kauwde. "Is je mama thuis?"
"Nee."
"Oh? Ik dacht dat ik een deur hoorde dichtvallen net voor ik binnenkwam."
"Dat was ik... ik kwam binnen uit de keuken."
Ze keken allebei naar de keukendeur - hij stond open.
"Het is de eerste keer van toen Marie veertien was dat ik hier binnen kom."
Quackenbush liep naar het midden van de kamer terwijl hij goed om zich heen keek, alsof hij de waarde van het huis aan het schatten was. Hij ging naar de trapleuning en legde zijn hoofd in zijn nek om naar boven te kijken.
Fuse had nog nooit iemand over zijn moeder horen spreken met haar voornaam. Zelfs zijn vader had haar altijd 'mama' genoemd, of toch als Fuse erbij was.
Waarom kwam Quackenbush naar ons huis toen mama een tiener was? Dat moet geweest zijn voor papa haar ontmoette.
Het huis en de boerderij waren eigendom geweest van de ouders van zijn moeder. Nadat zijn grootvader in 1918 overleed door een beroerte, had zijn grootmoeder maar zes maanden meer geleefd. De lieve oude dame leek weg te kwijnen en smachtte naar haar levensgezel na achtenvijftig jaar.
"Marie was toen een mooi klein meisje." zei Quackenbush en Fuse schrok op uit zijn herinnering. "Waar is ze eigenlijk? Ik zou haar graag nog eens zien."
"Ze is in Afrika." Fuse wenste dat hij dat niet gezegd had. Het waren Quackenbush' zaken niet.
"Afrika?"
Fuse knikte.
"Heeft ze daar familie wonen?" Nog een lach als van een ezel.
"Nee. Ze is er als vrijwilliger voor het Rode Kruis."
"Ah, dan zal ze lang wegblijven."
"Ik verwacht haar iedere dag terug."
Quackenbush wreef met de achterkant van zijn vingers over zijn onverzorgde stoppelbaard. Zijn bloeddoorlopen ogen stonden te dicht bij zijn haakneus. Hij leek ongeveer even oud als de moeder van Fuse.
"De ouwe Kupslinker van de bank zei dat je het hier wil verhuren."
“Ik twijfel nog om het land te verhuren."
"Wel, Kuppy zei dat je binnenkort een overeenkomst zou ondertekenen."
"Dat is niet wettig."
"Niemand zal dat weten."
Dit gaat dezelfde richting uit als met de arme, kleine hinde.Ik moet die stomme vent kwijtraken en iemand vinden die me kan adviseren over de boerderij. Als ik die papieren moet tekenen, zal er niets goeds van komen. En bovendien moeten we dan elke dag deze aap zien.
"Mr. Kupslinker zei dat ik erover na mocht denken tot het einde van het jaar."
"Wel, ik zal je erover helpen nadenken." zei Quackenbush. "Ik heb twee boerenknechten." Hij warmde zijn achterste en liet zijn hand dan in zijn broek glijden om te krabben. "Ze zitten graag eens aan mijn drank, maar zolang iemand ze een beetje in het oog houdt, doen ze hun werk wel. We zouden de omheining tussen onze boerderijen kunnen afbreken en jullie weide achteraan samenvoegen met mijn maïsveld. Dat zou ons daar waarschijnlijk een vijfentwintigtal hectare maïs opleveren. Ik kan mijn knechten morgen naar hier sturen om je te helpen en voor het huis te zorgen terwijl jij naar school gaat."
Fuse spreidde het rood-en-gele deken over de benen van zijn vader om tijd te winnen. Mr. Fusilier bewoog zijn hoofd en Fuse keek naar hem. Zijn vader knipperde tweemaal snel na elkaar met zijn ogen. Na een ogenblik knipperde hij nog eens tweemaal na elkaar.
"Speel jij schak?" vroeg Quackenbush en gebaarde met zijn hoofd naar het schaakbord.
"Het is schaak. En ja, ik speel schaak."
"En met wie speel je dan schak? Ik weet dat het niet met je papa is."
Fuse antwoordde voor hij weer naar die vreselijke lach moest luisteren. "Ik speel gewoon... aan beide kanten."
"Had je maar een damspel. Ik zou je zeker met mijn ogen dicht verslaan met dammen."
"Ik moet mijn karweien nu doen, Mr. Quackenbush."
"Ja, ik ga maar eens naar huis dan. Ik heb die twee drinkebroers vrijgegeven vandaag, dus nu moet ik al het werk zelf doen." Hij liep naar de deur, maar voor hij de klink vasthad, stopte hij. "Bijna vergeten. Mijn wederhelft nodigt jullie uit voor het kerstdiner. We eten kalkoen, hertenvlees en alles wat erbij hoort. Waarschijnlijk eten we rond drie uur." Hij deed teken naar de vader van Fuse. "Ik veronderstel dat je papa kan komen, maar ik weet niet hoe je die rollenstoel tot bij mij zal krijgen. Ik veronderstel dat hij hier wel een uur of twee, drie alleen kan blijven." Hij staarde naar Fuse, maar kreeg geen reactie. "Niet vergeten, jongen, we moeten heel binnenkort tot een overeenkomst komen."
Quackenbush trok de deur open en stapte naar buiten op de porch. Fuse haastte zich om de deur vast te grijpen.
"Het is kouder dan het achterste van een heks op een bezemsteel."
Quackenbush knoopte zijn jas dicht tegen de wind en liep naar zijn Durant stationwagen. Hij zag er nieuw uit en de houten zijkanten en de verchroomde bumpers waren helemaal opgeblonken.
Fuse gooide de deur dicht en ging naar het raam. Hij trok het gordijn een paar centimeter open en keek om zeker te zijn dat Quackenbush wegreed. Toen de stationwagen van hun oprijlaan de landweg opreed, ging Fuse naar de keuken, trok zijn jas aan en rende naar buiten om Rajiani te zoeken.

Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=63533371) на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.