Читать онлайн книгу «Transformatie» автора Dana Lyons

Transformatie
Dana Lyons
Mens, dier of onmens? Als het onduidelijk wordt, is er een speciaal iemand nodig om klaarheid te scheppen. FBI speciaal agent Dreya Love werkt liefst alleen. Maar wanneer haar vriendin, de dochter van een senator, vermoord wordt, is ze verplicht samen te werken met rechercheur Rhys Morgan, want anders moet ze in de diepste krochten van de hel gaan werken. Wanneer meer doden vallen met een lichaam dat lijkt op dat van het eerste slachtoffer wordt Interpolagent Quinn Kingston aan het team toegevoegd. De zaak wordt dodelijk wanneer hun onderzoek een geheim genetisch onderzoeksprogramma, een doofpotoperatie van de overheid en een waarschuwing om het op te geven aan het licht brengt. De jacht op een moordenaar, een medicijn en een buitenaards ingrediënt brengen hen samen op een manier die ze zich nooit hadden kunnen voorstellen. Ze zullen snel ontdekken dat de waarheid naar een hel leidt waarvan ze het bestaan niet afwisten. DREYA LOVE bijt zich vast … als een pitbull Dana Lyons comb Dreya Love Transformatie is een aantrekkelijke thriller die de recentste romantische trends combineert met de omgekeerde harem, gedaanteverwisselingen, een detectiveverhaal en een snuifje sciencefiction. FBI speciaal agent Dreya Love werkt liefst alleen, ze drinkt mescal en ze houdt van vrijblijvende seks. Vraag haar telefoonnummer dus maar niet. Bij de FBI heeft ze haar eigen, erg principiële manier van werken, maar ze is bereid de regels te overtreden als dat nodig is om een leven te redden of een misdaad te voorkomen. Wanneer haar vriendin, de dochter van een senator, vermoord wordt, is ze verplicht samen te werken met rechercheur Rhys Morgan, want anders moet ze in de diepste krochten van de hel gaan werken. Ze worstelen om een spoor te vinden terwijl meer doden vallen waarvan het lichaam dezelfde afwijkingen vertoont als hun eerste slachtoffer, dus wordt Interpolagent Quinn Kingston aan het Europese team toegevoegd. Dankzij een officieuze tactiek, zoals inbreken in het huis van de senator, komt ze samen met Rhys een doofpotoperatie van de overheid op het spoor rond een geheim genetisch onderzoeksprogramma in een ruimtestation op de planeet Draco Prime. Ze worden gewaarschuwd om ”het op te geven”; door dit dreigement wordt de zaak dodelijk. De jacht op een moordenaar en een dodelijke fancy drug, gemaakt met een buitenaards ingrediënt, brengen hen samen op een manier die ze zich nooit hadden kunnen voorstellen. Ze zullen snel ontdekken dat de waarheid naar een hel leidt waarvan ze het bestaan niet afwisten. Ze sporen de chemicus, Gideon Smith, op die de dodelijke drug verkocht. Smith voelt zich in het nauw gedreven en geeft hen een dosis van de Nobilityformule die Dr. Anthony Lazar gecreëerd heeft in het geheime Dracoruimtestation. En hoewel Nobility hen niet doodt, verandert de formule wel hun DNA; ze zijn niet langer wat ze waren. Dreya heeft een andere kleur ogen gekregen en haar zicht is enorm sterk geworden. Ze kan micro-expressies op iemands gezicht lezen en interpreteren, een talent dat een tweesnijdend zwaard blijkt te zijn. Bovendien heeft Nobility haar ook telepathische gaven gegeven om in contact te blijven met Rhys en Quinn als ze een dierlijke vorm aannemen. Rhys is een raaf; Quinn een wolf. Ze zijn alle drie uitzonderlijk. Onmenselijk. Uitzonderlijk. Nobel. Nadat ze Nobility overleven, nemen ze Smith gevangen. Radeloos neemt hij de drug en sterft. Maar de zaak is nog niet gesloten. Een nieuw slachtoffer drijft Dreya, Rhys en Quinn naar een buitenaardse opdracht – het Dracoruimtestation in Boek 2. Het eerste wat ze willen doen, is Dr. Anthony Lazar, de schepper van Nobility, ondervragen. Het is zijn droom om het menselijk ras genetisch te veranderen en een nobeler wezen te creëren met de positieve kenmerken die in de natuur aanwezig zijn. Zijn doel is alle negatieve menselijke kenmerken, zoals hebzucht, afgunst, corruptie en jaloezie uit te schakelen en ze te vervangen door aantrekkelijker kenmerken, zoals trouw, vastberadenheid en niet-aflatende toewijding.

Dana Lyons
Transformatie: Dreya Love Boek 1

TRANSFORMATIE
DREYA LOVE BOEK 1

DANA LYONS

Transformatie Dreya Love Boek 1
Een Shifter Reverse Harem Serie
Engels
Copyright © 2018 door Dana Lyons
Uitgegeven op 18 januari 2018 door Dana Lyons
Alle rechten voorbehouden.
Zonder schriftelijke toelating van de auteur mag dit boek of een deel ervan niet worden gereproduceerd onder gelijk welke vorm of via elektronische of mechanische middelen, behalve korte citaten voor een recensie.
Dit is een fictief verhaal. Alle personages, namen, gebeurtenissen, organisaties en gesprekken in deze roman zijn ofwel ontsproten uit de levendige fantasie van de auteur of worden op een fictieve manier gebruikt voor de samenhang van het verhaal.
Omslagontwerp door Ivan Zanchetta:
https://www.bookcoversart.com/ (https://www.bookcoversart.com/)

Vertaald door Leen Vermeersch
Fool Stop vertaling en correctie
Opgedragen aan al wie heeft bijgedragen aan mijn transformatie. Zonder jou zou het me niet gelukt zijn.


Mens, dier of onmens?
Als het onduidelijk wordt, is er een speciaal iemand nodig om klaarheid te scheppen.
FBI speciaal agent Dreya Love leidt een nieuw leven nadat ze een moordpoging door genetische modificatie heeft overleefd. Nu moet ze gewoon blijven leven.

Dreya werkt liefst alleen. Maar wanneer haar vriendin, de dochter van een senator, vermoord wordt, is ze verplicht samen te werken met rechercheur Rhys Morgan, want anders moet ze in de diepste krochten van de hel gaan werken.  Wanneer meer doden vallen met afwijkingen op hun lichaam die lijken op die van het eerste slachtoffer wordt Interpolagent Quinn Kingston aan het team toegevoegd.

De zaak wordt dodelijk wanneer hun onderzoek een geheim genetisch onderzoeksprogramma, een doofpotoperatie van de overheid en een waarschuwing om het op te geven aan het licht brengt.

De jacht op een moordenaar, een designerdrug en een buitenaards ingrediënt brengen hen samen op een manier die ze zich nooit hadden kunnen voorstellen.  Ze zullen snel ontdekken dat de waarheid naar een hel leidt waarvan ze het bestaan niet afwisten.

DREYA LOVE bijt zich vast… als een pitbull

Dana Lyons combineert de nieuwste romantische trend – de omgekeerde harem – met gedaanteverwisselingen en misdrijven oplossen in dit slim, sexy en verrassend avontuur!

1
Washington, DC

De laatste dag van haar leven was de jonge Libby Stanton een vrouw met een missie. Ze draaide rond voor de spiegel in haar appartement in Georgetown terwijl ze haar spiegelbeeld bewonderde en haar jurk glad streek over haar heupen. Er glinsterde een diamant aan haar halsketting en ze droeg bijpassende oorbellen. Haar handtas, schoenen en jurk beoogden een maximum aan effect – opvallen en de aandacht houden.
"Zo zal ik beslist een hevige reactie krijgen." voorspelde ze. Ze tuitte haar lippen en borstelde haar haren en dacht terug aan wat ze de vorige avond gehoord had in de toiletten van Smith Point.
"Hij komt terug op de markt." had een jonge, vrouwelijke stem gezegd.
"Ja, ik hoorde dat hij Libby en haar grillen beu was."
Giechel, giechel, grinnik, grinnik.
Libby's getuite lippen trilden even. Ze rilde alsof ze de kilte van de afwijzing over haar schouders voelde glijden. Haar lief had zich de laatste tijd moeilijk gedragen.
"Maar," herpakte ze zich en ze verklaarde aan haar spiegelbeeld: "Ik kan het niet laten gebeuren dat hij het uitmaakt met mij."
Ze toetste zijn nummer in en tikte van nervositeit met haar voet tot hij antwoordde. "Oh, dag schat. Ik ben klaar. Ja, in de George vanavond. Het zal er vol zitten normaal gezien. Oké. Tot later."
Ze checkte haar spiegelbeeld nog een laatste keer en was tevreden.
Niemand maakt het uit met de dochter van de senator.
Hij kwam haar afhalen, de perfecte gentleman… met een geheim achter zijn bruine ogen. Toch glimlachte ze en groette hem hartelijk; dit moest helemaal volgens plan verlopen. "Hè schat, je ziet er goed uit vanavond."
"Jij ook." antwoordde hij.
Hij monsterde haar van kop tot teen, misschien beklaagde hij zich dat hij besloten had het uit te maken met haar, dacht ze. Brute pech! Zodra een nieuwtje het roddelcircuit bereikt, is er geen weg meer terug.
Tijdens de korte rit naar de club hingen onuitgesproken woorden in de lucht, verleden, heden en toekomst. Libby bekeek hem vluchtig en speculeerde wie hij zou ontmoeten nadat hij het had uitgemaakt met haar. Wel, dacht ze, hij zal de kans niet krijgen. Zoals ze zich had voorgenomen, hield ze de lippen stijf op elkaar.
Ze was een bekend gezicht in de club, dus hoefde ze haar lidkaart niet eens te laten zien. Ze staken de lange wachtrij voorbij en ze knikte naar de buitenwipper; hij opende het fluwelen koord.
Ze liep voorop, speurde de mensenmassa af op zoek naar iemand die ze kende en die zijn gsm in de aanslag hield om een foto of video te maken. In de hoek was een tafeltje met fotomodellen; ze zwaaide ook al haatte ze hen. Maar ze wist dat de kleine brunette met de lange benen jaloers was op haar status en beslist snel zou filmen mocht er iets gebeuren. Libby zag de krantenkop morgen in de Daily Gossip al voor zich: Libby Stanton gooit drankje in gezicht geliefde en stormt naar buiten.
"Perrier, zonder citroen." bestelde ze.
Haar drankje arriveerde net toen de muziek even stilviel omdat de dj een nieuwe set klaarzette. Het was het perfecte moment. Ze ging staan en nam haar drankje beet.
Hij heeft geluk dat ik geen Singapore Sling besteld heb.
Ze gooide het glas ijskoude Perrier in zijn gezicht, nam ruim de tijd om te genieten van zijn verraste uitdrukking… en om de flashes te zien die aankondigden dat het voorval zeker vastgelegd was. "Niemand maakt het uit met de dochter van de senator." verklaarde ze luid genoeg zodat iedereen het hoorde. Ze nam haar tas en wandelde traag naar buiten zodat hij nog de tijd had om te zien wat hij nooit meer zou hebben.
Hem laten zitten met opgeheven hoofd en een glimlach om haar lippen was geweldig. Zo'n publieke vertoning deed haar hart bonzen van opwinding; ze wist dat het voorval morgen het nieuws zou halen.
Buiten de club haalde ze diep adem en waaierde dan in haar gezicht tot ze gekalmeerd was. Uiteindelijk vertraagde haar hartslag en de adrenaline ebde weg. Met een blik op haar horloge zag ze dat het even over middernacht was. "Hm, waar zou ik heen gaan?" Ze haalde haar gsm boven toen een mannenstem vroeg: "Heb je een lift nodig?"
Ze keek op. Een blinkend nieuwe wagen aan de stoeprand; passagiersraampje naar beneden; chauffeur van rond de dertig, goed gekleed, knap en met ogen om in te verdrinken. "Oh? En wie ben jij?" Ze bleef hem met een oog aankijken terwijl ze met het andere oog door haar contacten ging.
Hij glimlachte; er verscheen een charmant kuiltje. "Ik ben een man die een mooie vrouw ziet die opgemaakt is voor een feestje. Heb je gezelschap nodig? Ik wilde net binnengaan."
Opnieuw binnengaan was het laatste wat ze wilde doen. Maar zijn stem was aangenaam en zijn toon ontwapenend. Ze liet haar telefoon weer in haar tasje glijden. "Er is een vreselijke menigte vanavond. Daarom ben ik weggegaan."
Hij opende het slot van de deur. "Dan gaan we gewoon ergens anders heen."
Ze inspecteerde hem nog eens grondig; hij was echt knap. "Vertel eens, knapperd, wat doe jij?"
"Ik ben wetenschapper. Kom je iets met me drinken, juffrouw…?"
Een rilling van genoegen liep over haar rug en ze glimlachte breed. Toen ze nog klein was, luisterde ze altijd graag naar de wetenschappers die met haar vader kwamen praten. Mannen die grote woorden gebruikten, gaven haar een veilig en beschermd gevoel. "Ik ben Libby." Ze stak haar hand uit naar de deur.
"Welkom, Libby. Ik ben Gideon. Gideon Smith"


Libby wandelde Gideons moderne woning binnen. Deze onverwachte wending beviel haar wel. De nacht maakte van haar de overwinnaar. Hij was knap, hoogopgeleid, goedgemanierd en had schijnbaar financiële zekerheid. Oorspronkelijk was ze van plan geweest iets te drinken met hem en dan een taxi te bellen, maar ze begon de voordelen te zien van wat langer blijven.
Hij bleef staan bij een bar in de hoek van de keuken. "Wat wil je drinken?"
"Kan je een margarita maken? Met ijs en zout? En ik zou graag even naar het toilet gaan."
"Tuurlijk kan ik een margarita maken." zei hij enthousiast. "Dat is mijn favoriete drankje. Je vindt het toilet," zei hij wijzend," verderop in de gang links."
Ze liep geïntrigeerd door zijn woning terwijl ze zijn smaakvol ingerichte woonkamer vol meubels en respectabele kunstwerken bewonderde. Ze liep de gang door voorbij het toilet en ging de slaapkamer binnen. "Hm, misschien blijf ik wel." mompelde ze als ze het knusse, grote bed zag. Ze stapte de badkamer binnen. Een mooie jacuzzi. "Misschien, na een paar margarita's."
Ze zette haar tasje op een lavabo en nam een stap achteruit om een selfie te nemen in de spiegel. "Zo." bevestigde ze. Ze vond de foto geslaagd, dus bewaarde ze hem. Op de achtergrond in de foto zag ze iets eigenaardigs.
"Wat is dat?" Op een rek achter haar stond iets dat haar aandacht trok; het leek op een sneeuwbol, maar was rood in plaats van wit. Ze nam hem beet, schudde ermee en keek toe hoe de rode vlokjes rond een vulkaan dansten. "Wat bizar." Ze zette de bol terug op het rek.
Ze ging terug naar de spiegel, maakte haar ooghoeken schoon en onderzocht haar gezicht opnieuw. Een klein beetje lippenstift, een vleugje gezichtspoeder en even met haar vingers door haar haren en ze straalde tevreden. "Ik ben klaar voor een margarita."
Ze wilde haar gsm nemen, maar haar hand begon te trillen. Het trillen breidde zich zichtbaar uit naar haar arm en verspreidde zich dan over haar hele lichaam. "Wat?" mompelde ze terwijl ze de boord van de lavabo probeerde vast te grijpen en zo haar gsm een duw gaf, waardoor hij over het harde oppervlak gleed en op de grond viel. Het trillen werd snel erger. Ze wilde gillen, maar haar keel was toegesnoerd.
Krijg geen adem!
Ze gleed naar beneden op de betegelde vloer en probeerde naar haar keel te grijpen, maar door stuiptrekkingen over haar hele lichaam verstijfden haar spieren. "Groak." kermde ze. Het fonkelde voor haar ogen. Ze wilde niets liever dan rechtstaan en wegrennen, naar huis gaan en haar kamerjas aantrekken. Maar de enige klank die ze voort kon brengen, was: "Groak."
Hitte jaagde door haar lichaam. Ze stond in brand vanbinnen. Haar bloed borrelde razend heet als gesmolten metaal waardoor ze wilde gillen. Een helse pijn maakte zich meester van haar lichaam. Haar huid was een verzengend perk stekelige cactussen. De fonkeling in haar ogen benam haar het zicht en werd een groot wit vlak. Ze stuiptrekte verschillende keren. Haar ogen rolden weg. Ze verloor de controle over haar blaas.
Ondertussen mixte Gideon vrolijk de margarita's in de keuken. Hij neuriede terwijl hij de margarita's naar het lekker ding, "Libby", bracht. Hij kon zijn geluk niet op; de kans op seks leek veelbelovend.
De woonkamer was leeg, dus liep hij door de gang richting het toilet. Ook leeg. "Hm, zou ze…?" Hij liep verder naar zijn slaapkamer. Bij de deur riep hij: "Libby?"
Niemand lag in bed. "Misschien zit ze al in de jacuzzi." Hij ging richting badkamer.
Hij gilde toen hij haar op de grond zag liggen. Ze was duidelijk dood, haar ogen waren wit, haar lichaam verkrampt. "Wat is dit verdomme?" Hij zette de drankjes neer en deed een stap terug terwijl hij naar haar staarde. "Wat? Had ze drugs genomen voor we hierheen kwamen?"
Hij stapte behoedzaam over haar lichaam, probeerde niet te kijken naar het schuim op haar rode lippen, het bloed aan haar neus of het plasje dat vanonder haar jurk naar buiten lekte. Uit een van de lades nam hij een lang wattenstaafje en woelde ermee door haar handtas. Geen drugs.
"Wat, wat, wat moet ik doen?" kreunde hij.
Libby's dode lichaam riep herinneringen op aan zijn laatste avond in het Dracostation. Alleen was het dode lichaam toen van Annie Cooper geweest. "Ze betrapte me op stelen. Ik kon niet anders dan haar doden." ontglipte het hem in de hoop op verlossing. Wroeging over het verleden en angst voor de toekomst verscheurden hem plots. "Annie, ik ben weggekomen met jouw moord – maar dit…"
Hij boog prompt voorover; zijn maag dreigde zich te legen. Tranen striemden uit zijn ogen en hij moest wat gal weer inslikken. De ellendige ironie van de situatie ontsnapte hem niet.
Het overlijden door ongeval leidt rechtstreeks tot de moord.
"Ik mag niet betrokken worden bij een onderzoek." Terwijl hij nadacht over het probleem, ijsbeerde hij. "Wat was verdomme de oorzaak van jouw dood, Libby? Wat deed je eigenlijk in de badkamer?" Hij keek om zich heen; de sneeuwbol van het Dracostation viel hem in het oog. "Oh, nee, heeft ze dit aangeraakt?"
Hij sloeg zich verschillende keren voor het hoofd. "Denk na. Heb ik de overdracht verknoeid toen ik de drug uit de bol verwijderde?" Hij herinnerde zich de dag waarop hij het klein beetje Nobility van Lazar gestolen had. Het zakje leek intact, maar misschien had er een heel klein gaatje in gezeten en waren zijn handschoenen gecontamineerd geraakt…
"Verdomme, verdomme, verdomme." vloekte hij met gespannen lippen. Hij liep naar de slaapkamer en staarde naar haar lichaam met zijn hand tegen zijn voorhoofd gedrukt. "Hier ligt een lijk." Hij kreunde: "Dit is mijn schuld niet." en ijsbeerde opnieuw. Hij zag zijn leven als mooie jongen in de gevangenis voor zijn ogen passeren en voegde eraan toe: "Ik zit zo diep in de problemen hierdoor." Hij wreef over zijn gezicht terwijl hij nadacht over een oplossing. "Oké, ze ligt op een tegelvloer en er is niet te veel bloed. We hebben zelfs niet gekust, dus kan er niet veel DNA overgedragen zijn."
Hij begon weer te ijsberen. Geleidelijk vormde zich een plan. Hij stopte en voelde aan zijn zakken naar sleutels. "Blijf hier, Libby. Ik ben onmiddellijk terug."
Twee uur later keerde hij terug. Hij opende de garagepoort met de afstandsbediening en reed binnen. "Wow." hij hapte naar adem. Hij liet zijn hoofd achterovervallen tegen de hoofdsteun en ademde alsof hij terwijl hij weg was zijn adem de hele tijd had ingehouden. In gedachten zei hij wat moest doorgaan voor een schietgebedje, wetende dat hij niet echt in een positie was om hemelse hulp te vragen.
En toch. Iedereen heeft wel eens hulp nodig.
Hij bracht zijn aankopen naar binnen. Hij deed handschoenen aan, haalde een zeil uit de verpakking en rolde het uit naast het lichaam van Libby. Hij plaatste een nieuw gekocht vloerkleed op het zeil.
"Ziezo." Hij sleurde haar lichaam op het vloerkleed en rolde haar erin. Hij gebruikte het zeil als een soort slee om het vloerkleed door de gang, door de keuken en door de garage te slepen. Hij propte het geheel in de koffer van zijn auto, gooide het deksel dicht en ging er hijgend van de inspanning op zitten. Toen hij weer op adem was, klaagde hij kwaad: "Shit – geen seks vanavond. En nu?"
Terwijl hij ongerust met zijn vingers op de koffer trommelde, herinnerde hij zich een donkere plek langs de rivier in het Anacostiapark. "Ja. Da's een goede plaats om haar te dumpen."

2
FBI speciaal agent Dreya Love werd langzaam wakker. Zonder haar ogen te openen, evalueerde ze haar situatie. Ze lag in bed, maar de lakens roken naar een ander wasmiddel dan ze zelf gebruikte.
Niet thuis.
Via een mentale controle van haar lichaam stelde ze vast dat er bepaalde lichaamsdelen onderaan uitgebreid gebruikt waren. Ze vertrok haar gezicht in een poging zich te herinneren wie… toen ze plots een beeld voor zich zag, een beeld van lichamen in de greep van een erg atletische seksuele handeling, een beeld dat duidelijk haar vermoedens bevestigde.
Ze opende een oog. Toen ze niets engs zag, opende ze ook het andere oog. Ze herkende niets in de kamer aangezien het licht niet had gebrand toen zij en… iemand hier binnengevallen waren. Een mannenschoen en een onderbroek op de vloer gaven haar een hint.
Uit een andere kamer kwam bewijs van leven. Geluiden, beweging, stromend water. De geur van koffie en… spek? "Is hij aan het koken?" mompelde ze. "Lieve God, haal me hier weg." Ze rolde zich op haar zij om haar kleren en een klok te zoeken. "Halfzes. Wie eet in godsnaam om halfzes 's morgens?"
Ze merkte in de hoek een stapeltje kleren op met een rode schoen met een hoge hak. "Ah." Eindelijk, iets dat ze herkende. Ze kroop uit het bed en sloop ineengedoken naar haar kleren. Haar jurk gleed over haar hoofd. Met een schoen in haar hand ging ze op haar knieën zitten om onder het bed naar haar slipje te zoeken. "Gevonden." zei ze, terwijl ze haar slipje vastnam.
Ze duwde haar haar uit haar ogen en hurkte neer. Een tamelijk indrukwekkende mannelijke figuur verscheen plots in haar gezichtsveld. "Oh. Jij bent het. Hallo." Ze herinnerde zich zijn naam niet meer. Hij was groot, donker en enorm knap en ze vermoedde dat hij plannen had voor de zondagmorgen. Eten, meer seks, babbelen…
Sorry dat ik je moet teleurstellen.
Ze was niet goed in knuffelen na de seks en ook onbenulligheden als gezellig samen eten en elkaar je diepste geheimen vertellen, vond ze maar niks. Ze huiverde bij de gedachte.
"Dreya, je telefoon trilt al sedert vijf uur vanmorgen." Hij gaf hem aan haar. Meteen begon hij te zoemen als een boze bij alsof hij zijn woorden kracht wilde bijzetten. Ze nam de telefoon en vroeg zich af of de knapperd opzettelijk haar naam gebruikte omdat hij wist dat ze de zijne vergeten was.
Op het scherm van haar telefoon zag ze dat ze twaalf oproepen had gekregen voor het ochtendgloren op een zondagmorgen; haar hart bonkte bezorgd. "Dit ziet er niet goed uit." De telefoon begon weer te trillen in haar handen en ze aanvaardde de oproep van haar baas, de adjunct-directeur verantwoordelijk voor het kantoor in DC. "Met Love."
"Dreya, waar ben je?"
Het feit dat hij haar voornaam gebruikte, was al een slecht teken. Ze haalde fors adem. "Niet thuis, mijnheer. Wat is er aan de hand?" Ze sloot haar ogen en zei haar bekende gebedje op.
Alsjeblief, nee, zorg dat het niet…
"Ik heb je nodig op een misdaadlocatie." Zijn toon veranderde en wat hij toen zei deed haar ineenkrimpen. Wat kende hij haar goed. "Moet je eerst nog naar huis?"
Ze keek even naar het slipje en de schoen in haar handen. "Ja, mijnheer. Wat is er gebeurd?"
Groot, donker en enorm knap stond in de deuropening geleund en fronste, zich er duidelijk van bewust dat zijn zondagmorgenplannen in het water vielen. Hoewel ze dankbaar was dat ze van dat spelletje verlost was, vond ze het vreselijk dat ze eraan ontsnapte ten koste van iemands leven.
"Ga naar huis." beval Jarvis. "Kleed je aan. En bel me dan."
"Mijnheer." flapte ze eruit, maar hij had al opgehangen.
"Slecht nieuws?" vroeg enorm knap.
"Ja." Ze vermeed hem in de ogen te kijken; ze wilde zo snel mogelijk vertrekken. "Ik bel je nog." zei ze terwijl ze haar andere schoen meegriste en net lang genoeg stil bleef staan om haar slipje aan te trekken. Ze schoot langs hem, greep haar handtas van op het aanrecht en haastte zich richting de deur.
"Ik heb je mijn nummer nog niet gegeven." riep hij.
"Geen probleem." zei ze over haar schouder terwijl ze buiten stapte. "Ik ben van de FBI."


Rechercheur Rhys Morgan van de politie van DC leunde tegen zijn auto terwijl hij naar beneden keek naar het kleverige slijk dat aan zijn mooie lederen schoenen bleef plakken. Er heerste een drukte van jewelste in het gebied langs de rivier. Er stonden verschillende politieauto's, een ambulance en een wagen van de lijkschouwer, allemaal met flitsende zwaailichten. Op dit godvergeten uur rees nevel op uit de rivier die de lucht afkoelde.
"Wat een puinhoop." kreunde hij stil. Zijn telefoon rinkelde. "Morgan." antwoordde hij. De stem van zijn baas horen, deed zijn ongelukkige gefronste gezicht alleen maar dieper fronsen. "Nee, chef, de FBI is hier nog niet. Ja, ik hou de locatie afgesloten. Natuurlijk, ik laat het je weten als ze arriveren." Hij keek op en zag twee FBI-dienstwagens toekomen. "Oh, hier gaan we, chef." rapporteerde hij. "De cavalerie is er."
Een zwarte man stapte uit de eerste wagen en wachtte op de chauffeur van de tweede wagen. Rhys boog wat voorover om beter te zien; hij verwachtte een klassiek prototype agent in een maatpak. In de plaats echter…
Zijn mond viel open. De agent was een vrouw en ze was helemaal geen klassiek prototype van niets. Ze had lang honingblond haar, groene ogen en een stel benen die om hoge hakken smeekten. Hij kneep zijn lippen op elkaar en sloot zijn ogen in de hoop haar beeld uit zijn geest te wissen. "Dit kan niet waar zijn."


Dreya arriveerde op de locatie vol verschillende uniformen, flitsende zwaailichten en meters geel politielint. Ze slikte haar slechte voorgevoelens weg en ging naar haar baas, Herb Jarvis. "Directeur, waarom zo geheimzinnig? Is het een bekend persoon?"
Ze knikte richting het zeil dat het lichaam van het slachtoffer verborg. Doordat Jarvis aan de telefoon zo ontwijkend was geweest over het slachtoffer, was ze zenuwachtig geworden. Ze wilde het zeil wegrukken en weten waarop haar baas haar probeerde voor te bereiden.
Zeg het toch gewoon. Dan is dat achter de rug.
Toen hij sprak, had ze spijt van haar gedachte.
"Dreya, het is Libby."
Zodra de woorden zijn mond hadden verlaten, nam ze een stap terug. "Nee." Ze schudde ontkennend haar hoofd. "Nee, niet Libby." Ze draaide zich om en liep op haar auto af, ze wilde de misdaadlocatie niet zien. Tranen sprongen in haar ogen en ze keek omhoog om te voorkomen dat ze zouden neervallen. Maar ze vielen toch neer, ze liepen langs haar gezicht tot ze ze van haar kin veegde.
Verman jezelf.
Ze veegde haar gezicht droog met haar mouw en herpakte zich mentaal. Ze bleef een ogenblik staan, een hand op haar heup, terwijl ze haar gedachten ordende en de woede probeerde te beheersen die ze telkens voelde als ze op een misdaadlocatie van een onschuldig slachtoffer arriveerde. Dat dit onschuldig slachtoffer een jonge vrouw was die ze kende, mocht haar prestaties niet beïnvloeden. Ze ademde helemaal uit en duwde haar schuldgevoelens en verdriet naar een andere dimensie.
Sorry dat ik er deze keer niet voor je was, Libby.
Jarvis wachtte op haar. Ze keerde terug naar hem. "Wat kan je me vertellen?" Ze zette zich schrap.
"Er zijn geen externe verwondingen. We gaan eerst zelfmoord uitsluiten."
Dat is compleet onmogelijk, dacht ze. Libby was veel te levendig. Ze zuchtte diep, ongelooflijk dankbaar dat ze niet te maken had met een lijk dat neergeslagen, neergestoken of opengereten was. Ze keek even naar de talrijke geüniformeerde agenten en vroeg: "Wie heeft hier de leiding over?"
“Rhys Morgan, politie DC. Hij staat daar tegen zijn auto geleund."
Ze monsterde rechercheur Morgan met haar hoofd schuin. Haar eerste gedachte was wat een knappe man -zwart haar, hoekig gezicht, groot en slank. Maar de vernietigende blik die hij haar gaf, veranderde haar opinie. "Hij ziet er niet blij uit om ons te zien."
"Dat zijn ze nooit, hé." zei Jarvis.
Ze stapten op hem af en Jarvis stelde haar aan hem voor. Als hij haar naam zei, zag Morgans ongelukkige gezicht er op slag nog ongelukkiger uit. Hij stak zijn hand niet uit voor een handdruk.
Dreya snoof.
Ook goed, hoor. Misschien is hij gewoon geen ochtendmens.
Ze staarde naar het bedekte lichaam van Libby. Morgan haalde zijn notitieboekje boven en las. "Blanke vrouw, halverwege de twintig, de dochter van…"
Zijn expressieloze toon irriteerde haar. En ook al verwachtte ze niet dat hij haar verdriet om dit verloren leven zou voelen, toch vond ze zijn houding ergerlijk. Ze onderbrak hem. "Ze is de dochter van senator Stanton. Ik ken het slachtoffer, rechercheur Morgan."
Ze wandelde weg en liet hem alleen met Jarvis terwijl ze op het zeil afstapte. Dood en verderf waren oude vrienden van haar en ze had al meer lijken gezien dan ze kon tellen. Maar ze vond – gelukkig – zelden iemand onder het zeil om wie ze gaf.
Behalve vandaag.
Ze deed handschoenen aan, hurkte neer en trok het zeil weg. Toen ze Libby's gezicht zag, hapte ze naar adem en sloot haar ogen.
Ze had geen zachte dood gekregen.
Libby's lichaam had niet afgezien door lange tijd in het water te liggen, maar haar verstijfde gezicht droeg een uitdrukking van pijn en doodsangst. "Lieve Libby, wat heb je gedaan?" Ze trok het zeil helemaal weg van het lichaam, niet alleen om te zien wat eronder lag, maar ook om te zien wat er ontbrak. Nadat ze even had geijsbeerd, stopte ze, tilde een arm op en tikte met haar vinger tegen haar kin.
Er waren geen duidelijke verrassingen te merken aan het lichaam van Libby. De jurk, de make-up, haar ene schoen. Ze stelde vast dat er een schoen ontbrak. Aan de andere kant van het lichaam ging ze hurken om beter te kunnen kijken. Ze zag iets glinsteren en reikte tussen Libby's borsten waar de jurk laag uitgesneden was. "Wat is dit?" Wat ze had opgemerkt, bleek een veer te zijn, een piepklein veertje. Ze wilde het vastnemen, maar het zat vast.
"Huh." gromde ze. Ze keek snel even om zich heen en zag dat niemand interesse had in wat ze aan het doen was. Rechercheur Chagrijn stond met zijn rug naar haar en was geanimeerd aan het spreken met iemand van het medische team. Jarvis was versmolten met zijn telefoon en staarde omhoog met een vinger in zijn vrije oor gedrukt.
Ze trok zachtjes aan het veertje; het zat inderdaad vast. Ze gaf het een klein rukje en met een plopje kwam het los. Ze haalde een bewijszakje boven, liet het veertje erin vallen en liet het zakje weer in haar zak glijden.
"Is hier nog iets dat niet klopt?" mompelde ze. Ze bekeek Libby's arm en kneep haar ogen samen; ze was niet zeker van wat ze zag. De huid had… een schaduw.
Ze legde het zeil terug, bedekte Libby's verkrampte gezicht, het verwrongen lichaam, de lege ogen. "Maak je geen zorgen, meid." zei ze terwijl ze ging staan. "Iemand zal hier beslist voor opdraaien."
Jarvis stond teken te doen dat ze naar hem toe moest komen. Op het ogenblik dat ze bij hem was, beëindigde hij net heftig knikkend zijn telefoongesprek. "Ja, senator Stanton. Dat begrijp ik. Ik zal het haar zeggen." Hij stopte de telefoon in zijn zak.
"Wat?"
"De senator wil dat jij aan deze zaak werkt."
Ze haalde haar schouders op. "Dat verwachtte ik al; ik zou het zelf niet anders willen."
"Hij wil dat je samenwerkt met Morgan. Hij kent de rechercheur van een vroegere zaak en hij wil dat hij ook meewerkt aan het onderzoek." Jarvis trok haar opzij. "Wat de senator wil, zal gebeuren. Hij wil jou omdat hij jou kent en hij weet hoe… integer je bent." Hij keek haar nadrukkelijk aan. "Hij weet ook dat je zonder partner werkt."
Ze zuchtte want ze wist dat ze een niet-zo-subtiel standje zou krijgen; ze staarde over de schouder van Jarvis naar rechercheur Morgan die met de lijkschouwer aan het spreken was. Jarvis ging verder.
"Iedereen bij de FBI vindt het geweldig dat je je partner hebt aangegeven omwille van corruptie, maar je kan niet blijven alleen werken."
Ze antwoordde robotachtig. "Niet mijn schuld dat niemand met me wil samenwerken."
Hij trok haar dichter bij hem en siste in haar oor. "Je bent over de schreef gegaan door die opname aan de vrouw van je partner te geven en je weet het maar al te goed."
"Wat ik maar al te goed weet," siste ze terug, "is dat zijn vrouw moest weten waarmee ze getrouwd was." Ze trok zich terug en bekeek hem uitdagend van kop tot teen. "Ik zou het zo weer doen."
Hij negeerde de uitdaging. "Door wie Libby is, is dit een zaak voor de FBI, dus jij bent verantwoordelijk. Maar je moet goed weten dat dit je laatste zaak is zonder partner – je moet daarop voorbereid zijn." Hij gebaarde met zijn hoofd richting Morgan. "Je werkt samen met de rechercheur want dat is wat Stanton eist. En je werkt samen met hem want je moet je sociale vaardigheden opfrissen."
Ze snoof verontwaardigd, maar zweeg en liet Jarvis verder praten. Achter hem was de lijkschouwer geamuseerd door een grapje van rechercheur Morgan.
"Luister je wel naar me?"
Ze keek abrupt weer naar Jarvis en zag dat zijn mond een rechte, boze lijn vormde, een duidelijk teken dat ze iets had gemist. "Ja, mijnheer. Natuurlijk. Wat zei u?"
"Ik zei dat dit je laatste zaak is waar je alleen aan werkt; ik laat je niet meer zomaar doen. Hierna doe je de volgende test en maak je promotie of anders zadel ik je op met een partner uit je ergste nachtmerrie. Begrepen?"
Ze knipperde met de ogen en vroeg zich af wat Jarvis dacht dat haar ergste nachtmerrie was. Ze wilde het niet weten. "Ja, mijnheer."
"Hou me op de hoogte en ga nu samenwerken met je nieuwe partner." Hij stapte op zijn auto af en reed weg.
"Wow." ze ademde fluitend uit. Ze keek Morgan en de lijkschouwer aan en kwam dichter met haar lippen stijf op elkaar in afwachting van Morgans negatieve houding. Wat zijn probleem ook was, hij raakte er maar beter snel overheen.
De lijkschouwer zag haar en knikte naar Morgan die zich omdraaide en keek hoe ze naar hen toe liep; met elke stap gleed zijn glimlach verder weg. Tegen dat ze hij hem was, waren zijn ogen hard, zijn lippen een stijve streep vol afkeuring en zaten zijn handen diep in zijn zakken.
Ze negeerde hem. Ze haalde haar notitieboekje boven en sprak de lijkschouwer aan. "Tijdstip van overlijden?"
"Het tijdstip van overlijden, rekening houdend met de duur dat het lichaam zich in het water bevond en de temperatuur van het water…"
"Ja, ja." zei ze terwijl ze cirkeltjes maakte met haar vinger om hem te doen voortmaken.
"Rond 1 uur vanmorgens, misschien iets later. Als het geen zelfmoord…"
"Libby Stanton heeft geen zelfmoord gepleegd." De lijkschouwer keek haar snel even aan. "Ik ken haar." protesteerde ze. "Het is geen zelfmoord."
"Dan zal de doodsoorzaak moeten blijken uit het toxicologisch rapport, aangezien er geen duidelijke fatale wonden te zien zijn. Ik zal meer weten als ik haar opensnij, maar ik durf wedden dat het antwoord in toxicologie te vinden is. Dat verklapt altijd het hele verhaal."
Ze dacht aan het veertje dat ze van Libby's borst geplukt had.
Dat zal nogal een verhaal zijn.
Tijdens het hele gesprek hield ze Morgan zijdelings in het oog. Hij zette een stap achteruit en leunde tegen de auto met gekruiste enkels, zijn handen nog steeds in zijn zakken, kin omhoog… neerkijkend op haar op een erg neerbuigende manier.
Hij zal klooien en me kwaad maken.
Ze concentreerde op professioneel blijven en stelde Morgan haar volgende vraag. "Zijn er getuigen? Weten we waar en wanneer ze in het water terechtgekomen is? Is er een handtas gevonden? Gsm?"
Hij zette zijn voeten naast elkaar en duwde zich weg van de auto terwijl hij zijn kin liet zakken om te antwoorden. "Nee. Nee en nee. Nee. Nee."
Ze sloot haar ogen en telde tot tien.
In de stilte die volgde, schraapte de lijkschouwer zijn keel. "Ahum. Eh, excuseer me, ze hebben me ginder nodig."
Als ze bij tien kwam, opende ze haar ogen en zag nog net hoe de lijkschouwer zich snel uit de voeten maakte om toe te zien op het inladen van Libby's lichaam. Ze keerde zich naar rechercheur Morgan. "Je weet toch dat de senator me heeft bevolen met jou samen te werken aan deze zaak? Je weet ook dat ik de leiding heb?" Ze zweeg even zodat hij verplicht was te reageren. Ze fronste een wenkbrauw.
"Ja. En ja."
Terwijl ze haar twee vragen had gesteld, knipperde het vuur in zijn ogen uit en zijn onverschillige houding veranderde in vastgevroren weerstand. Fantastisch, dacht ze. Hoe zal ik in godsnaam Libby's moordenaar vinden met deze idioot als een blok aan mijn been.
"Stanton wacht op ons in zijn woning in Kalorama." zei ze. "We zien elkaar daar." Ze draaide zich abrupt om en wandelde zo kalm mogelijk weg om met de lijkschouwer te gaan praten. Achter haar hoorde ze Morgans voetstappen knisperen in het grint, dan een auto die startte en snel de snelweg opreed.
"Shit." ademde ze uit. Haar handen trilden en haar hart bonkte tegen haar ribben. Enkel het dreigement van Jarvis met haar ergste nachtmerrie weerhield haar ervan rechercheur Morgan een dreun te verkopen en zijn hatelijke houding terwijl hij op haar vragen antwoordde te doen verdwijnen. Ze ademde diep en liep naar de ambulance. "Vertel eens." vroeg ze aan de lijkschouwer. "Is er je iets vreemds opgevallen aan het lichaam toen je het voor het eerst zag?"
Hij tuitte zijn lippen. "Je hebt al veel lijken gezien, toch?"
Ze knikte en wachtte tot hij haar vaststellingen bevestigde.
"Ik vond de kleur van haar huid… niet…"
"Wat je verwacht had?" vulde ze aan.
"Ja. Eigenlijk vond ik dat het er anders uitzag dan wat ik ooit heb gezien."
"Hoe bedoel je?"
"Haar huid was op een bepaalde manier verkleurd die ik helemaal niet snap. Ik zal dat nauwkeurig onderzoeken."
Ze knikte. De huid van Libby leek een schaduw te hebben, alsof ze met as was ingewreven. Haar huid was altijd erg zuiver geweest omdat ze de zon vermeed. Wat kon ervoor zorgen dat het leek of er een schaduw lag op haar hele lichaam? Was die informatie gelinkt aan het veertje? "Bedankt." Ze wilde zich omdraaien en weggaan, maar hij hield haar tegen.
"Je weet het niet, hé?" vroeg hij.
"Wat weet ik niet?"
“Rhys, rechercheur Morgan."
Ze was niet geïnteresseerd in de problemen van rechercheur Morgan. Ze haalde aarzelend haar schouders op. "Wat is er? Vertel het me."
"Je lijkt sprekend op zijn vrouw."
"Oh." antwoordde ze met een stalen gezicht. "En dan? Is ze op een tragische manier om het leven gekomen?" Ze draaide met haar vinger naast haar slaap. "Is dat de reden waarom hij niet goed overeenkomt met andere mensen?"
"Nee. Hij heeft haar in bed betrapt met zijn partner."
Ze snoof. "Net wat ik nodig had."


Gideon Smith goot zijn recentste chemische creatie voorzichtig in kleine plastic zakjes. Hij woog ze zorgvuldig af op een halve gram. "Ziezo." zei hij terwijl hij het laatste zakje afsloot. "We hebben de nieuwste designerdrug in de moderne scheikunde, bedankt, doctor Lazar." Hij liet de zakjes in een andere plastic zak vallen en verzegelde hem.
Naar aanleiding van zijn advertentie op het donkere web had een klant een bestelling geplaatst nadat hij de chemische formule voor zijn drug had doorgegeven. Er was een staaltje afgeleverd om te testen en er werd een voorschot betaald. Morgen zou hij het product opsturen en de volle betaling ontvangen op een buitenlandse rekening. Het ging maar om vijfduizend dollar, maar het was een goed begin van zijn carrière in designerdrugs.
Hij grinnikte: heilig boontje dr. Anthonly Lazar zou een toeval krijgen als hij wist dat er een staaltje van zijn dierbare Nobility ontsnapt was uit het laboratorium van het Dracostation. Het ruimtestation was top secret, dus kon miljardair Aaron Monk en zijn zakenpartners-in-crime verder hun obscene winsten binnenrijven door vulkillium te oogsten op Draco Prime.
“Draco Prime. Wat een hellegat."
De 'Dracodemonen' die door Lazar met zijn genetische experimenten gecreëerd werden om op Draco Prime te werken, waren de ruggengraat van Pantheons erg lucratieve Dracostation. Wisselaars creëren om op Draco Prime te werken was legaal; hen terug laten keren naar de aarde niet. Zolang de gevoelige activiteit en het Dracostation top secret bleven, zou de wildewestenproductie voor de rijken en nog rijkeren door de armen en de armsten aan het werk te zetten, voortgaan zonder moreel toezicht.
"Het draait allemaal om geld en macht."
Hij kon de horror van de vorige nacht, toen hij Libby dood op de grond had gevonden, niet vergeten. Hij stopte even en rilde; hij was dankbaar dat zij eerst de bol had aangeraakt – anders kon hij dood op de grond beland zijn. Door haar dood was zijn aandacht voor het protocol wel toegenomen. Hij kon zich echt geen moorden meer veroorloven; hij had geluk dat hij al kon wegkomen met twee moorden.
Hij verpakte de dubbel verzegelde zakjes in nog een zak en herhaalde dit proces terwijl hij ervoor zorgde dat er geen DNA of vingerafdrukken op de pakketjes achterbleven. Die stopte hij in een zware bruine envelop met een voorgedrukt adreslabel. Zodra het label gescand was, zou hij de helft van zijn geld ontvangen. De andere helft zou hij krijgen als het pakketje opgehaald en geopend was.
Een eitje, dankzij dr. Lazar.
Zijn eerste designerdrug was een combinatie van cathinonen voor de euforie met een extraatje op het einde op basis van de Nobility die Lazar had gecreëerd. Hij had altijd gevonden dat Lazar gek was om met menselijk DNA te knoeien, maar die oude man was een genie op gebied van scheikunde.
"Van het Dracostation naar het uitgaansleven, bereid je voor op een weergaloze high."

3
Dreya arriveerde bij het huis van senator Stanton en hoopte dat ze deze ondervraging kon afwerken zonder dat er bloed vloeide. Ze zag dat de auto van Morgan op de oprit stond, binnen de afzetting van de Geheime Dienst, dus parkeerde ze op straat en liet ze haar politiepenning zien voor ze binnen mocht.
Senator Sanford Stanton ijsbeerde in de zitkamer van zijn landhuis dat twee verdiepingen telde. Ze ging de kamer binnen en hield haar hoofd onmiddellijk schuin terwijl ze haar ogen dichtkneep.
Hier klopt iets niet.
"Dreya." riep de senator toen hij haar in de deuropening zag. Hij haastte zich tot bij haar en leidde haar in de kamer. "Wat is er met mijn dochter gebeurd?" Hij nam haar mee naar een sofa, ging zitten en nam haar hand beet. "Wat weet je al? Wie heeft Libby dit aangedaan?"
Dreya werd snel nog achterdochtiger. Ze bewoog haar neus en rook niet alleen whisky, maar ook het politieke drama. "Dat weten we nog niet, mijnheer. "Wat kan u ons vertellen over Libby's activiteiten gisteren, waar is ze zoal geweest?"
"Gevonden." zei rechercheur Morgan. Hij liep naar haar toe en gaf haar zijn gsm.
Ze nam de telefoon aan en het viel haar op dat Morgan zich niet langer zo arrogant gedroeg. "Bedankt." Op het scherm van de gsm stond een populaire webpagina over beroemdheden; Morgan had een video klaargezet. Ze keek hoe Libby een drankje in het gezicht van een jonge man gooide.
Drama. Het is een obsessie binnen de familie Stanton.
Ze gaf Morgan zijn telefoon terug en vroeg aan de senator: "Kan u ons zijn naam geven, mijnheer?"
Senator Stanton ging staan, zijn gesloten gezicht verried dat hij zijn interesse verloren was. "Praat met mijn pr-medewerkers. Zij houden dat allemaal bij." Hij knoopte zijn jasje dicht en streek over zijn broek. "Jij en Rhys moeten te weten komen wie dit gedaan heeft, begrepen? Excuseer me, ik heb nu een vergadering."
Ze stond recht. Hoewel Libby's dood nog niet officieel moord was, was ze overtuigd dat ze geen zelfmoord had gepleegd, of per ongeluk in de rivier was gevallen. "Uw dochter is net vermoord; wilt u geen dag vrij nemen om te rouwen?" Ze kon het niet laten haar woorden uitdagend te doen klinken. Haar stembanden klonken verontwaardigd omwille van Libby… gestorven en blijkbaar al afgehandeld.
Hij stopte en doorboorde haar met een harde blik. "Het is al een hele tijd geleden dat je hier werkte, Dreya, maar er is nog niet veel veranderd. Je weet dat Libby altijd al hield van risicosituaties. Je hebt haar leven verdorie al eens moeten redden. Ik ben zeker dat jij, samen met Rhys, deze hele vreselijke zaak zal kunnen afhandelen."
Zodra hij uit de kamer was, ademde ze boos uit. "Er is in elk geval nog niet veel veranderd, dat is een feit." Ze keek even naar Morgan. "Probleem?"
Hij keek haar aan met gefronste wenkbrauwen en een priemende blik. Als reactie tilde hij zijn handen onschuldig op en trok zijn kin in. "Nee, geen probleem." Hij kuchte. "Waarheen nu?"
Ook al zag hij er best rustig uit, ze zag een ader kloppen in zijn voorhoofd. Ze vroeg zich af wat de senator tegen hem had gezegd voor zij arriveerde. "We gaan haar vriend aan de tand voelen."
"Ik vraag zijn adres aan de pr-medewerkers."
"We zien elkaar bij de voordeur."
De omgeving buiten het landhuis was nu verlaten. Stanton en zijn bewakers waren verdwenen. Ze ging naar haar wagen terwijl ze haar sleutels tegen haar dij tikte.
Wat kan er met Libby gebeurd zijn? Wat kan er een veertje doen groeien en een schaduw op haar huid achterlaten?
Ze fronste en kon, zelfs in haar wildste verbeelding, geen scenario verzinnen dat paste bij de bewijzen. Morgan kwam buiten en gaf haar een stukje papier. "Het adres. We zien elkaar daar."
"Hé." zei ze. "Gaan we aparte wagens gebruiken gedurende het volledige onderzoek?"
Hij bekeek haar van kop tot teen. "Dat hangt ervan af."
Ze knikte. "Dat dacht ik ook. We zien elkaar daar." Ze stapte in haar auto.


"Brandon Carlisle, 33ste Straat, Georgetown," zei Dreya. Ze stopte bij het stenen flatgebouw en zag Morgan al staan wachten op haar, weer leunend tegen zijn auto. "Hij neemt die nonchalante houding alleen aan om mij te ergeren. En hoe kan hij hier zo snel zijn?"
Ze liep naar hem toe, hij knikte en duwde zichzelf weg van de auto. Met een beweging waarvan ze onmiddellijk vermoedde dat hij haar er opzettelijk mee wilde ergeren, stak hij zijn arm uit en boog zodat ze voor kon gaan. Ze ademde uit en beklom de treden aan Brandons voordeur. Toen ze op de bel wilde drukken, stak Morgan zijn arm uit van achter haar schouder en drukte als eerste op de bel. Ze trok zich terug en gaf hem een boze blik die betekende: 'hou ermee op'.
Hij trok een schouder op en zei ter verdediging: "Waarvoor ben ik hier anders?"
Ze draaide zich weer naar de deur en gaf niet toe aan de drang om de top van haar laars op zijn kin te planten.
De deur ging open. Er stond een verfomfaaide, knappe jonge man voor hen, halfweg de twintig met donker haar, bloot bovenlijf, indrukwekkende borstkast, goede buikspieren, pyjamabroek rond zijn heupen. Hij bekeek haar voor hij een blik op Morgan wierp. "Ja?"
"Dreya Love, FBI." Ze trok haar jasje weg zodat hij haar politiepenning en pistool kon zien.
“Rechercheur Rhys Morgan." Hij liet zijn identificatie zien.
De ogen van de jongeman puilden uit en hij haalde een hand door zijn haar. "Wow. Eh, wat kan ik doen voor u?" Hij fronste en keek hen bezorgd aan. "Wat is er aan de hand? Is er iets gebeurd?"
"Mogen we even binnenkomen?" vroeg ze.
Hij stapte achteruit. "Tuurlijk, kom binnen."
Ze stapten binnen. Zij hield zich bezig met Brandon terwijl Morgan rondliep. "Waar was u vorige nacht tussen middernacht en 1 uur?"
"Waarom? Wat is er gebeurd?"
"Waar was u?"
Hij grinnikte. "Ha. U bent waarschijnlijk de enige persoon in DC die dat niet weet. Waarom? Wat is er gebeurd?"
"Libby Stanton is vorige nacht overleden."
Zijn mond viel open en hij zette een stap achteruit, zijn hand greep naar zijn borst. "Oh, nee, Libby? Ze heeft het gisteravond uitgemaakt met me…"
"Wat hebt u gedaan na het beruchte incident met het drankje in uw gezicht?"
Hij greep naar zijn telefoon en toonde haar een reeks selfies met een paar jonge brunettes; op elke foto stond de tijd van 12u15 tot na 2u00. "We zijn van de club naar hier gekomen." Hij gebaarde naar de gang en de slaapkamerdeur. "Als u het hen wil vragen…"
Ze gaf hem zijn telefoon terug. "Dat zal niet nodig zijn."
Morgan had zijn ronde gedaan en kwam bij haar staan. "Hoe laat ben je aangekomen in de George?"
"We waren net aangekomen, rond middernacht, en hadden ons eerste drankje besteld toen ze flipte en een scène maakte als een dramaqueen. Ze gooide haar drankje over me heen en verkondigde 'Niemand maakt het uit met de dochter van de senator’ en vertrok gewoon."
"Weet u waar ze heen ging? Zag u haar met iemand spreken in het buitengaan?" vroeg Morgan.
"Nee, ik heb niets gezien. Ik was druk bezig haar drankje van mijn gezicht te vegen. Het was gelukkig maar Perrier."
"Welke partydrugs nam Libby?" vroeg Dreya. Ze keek even naar Morgan. Hij schudde subtiel met zijn hoofd; hij had niets interessants gevonden terwijl hij aan het rondlopen was.
"Ze hield wel van een klein beetje cocaïne."
"Hebt u gisteravond samen met haar cocaïne gebruikt?" vroeg Morgan. Hij rees boven Brandon uit en keek naar beneden om hem aan te kijken.
"Nee." Brandon schudde heftig met zijn hoofd. "Geen cocaïne gisteravond. We hadden er geen en waren net toegekomen, de party was nog niet begonnen."
"Wist u dat ze het zou uitmaken met u?" Morgan keek de jonge man aan met een strenge blik. Ze vroeg zich af wat er door de rechercheur heen ging om hem met zo'n blik aan te kijken.
"Nee." Brandon keek naar beneden en grimaste. "Eigenlijk was ik van plan het gisteravond uit te maken met haar, ik wachtte alleen op…"
"Had ze een handtas bij zich?" vroeg ze.
"Eh, ja. Een zwart rechthoekig ding."
Dreya was klaar; ze keek naar Morgan. Hij fronste een wenkbrauw. Ze wees met haar kin naar de deur. Brandon liep met hen mee en wilde de deur openen toen hij vroeg: "Wat is er gebeurd… met Libby? Hoe is ze…?"
Ze hoorde de bezorgdheid in zijn stem, maar zoals voordien met de senator, was het te weinig en te laat… of gewoon handig. "Verlaat de stad niet." antwoordde ze.
Buiten wachtte ze op Morgan. Hij naderde met zijn handen in zijn zakken, duidelijk aan het wachten op haar instructies.
"De George. Laten we hun beveiligingsbeelden gaan bekijken."
"Goed idee." beaamde hij.
"We zien elkaar daar."
Ze slaagde erin de George te bereiken voor Morgan. "Hou ermee op." berispte ze zichzelf om haar competitieve aard. Ze stapte uit haar wagen en ging naar het trottoir. Aan de overkant van de straat was een parking; ze zag geen zichtbare veiligheidscamera's.
Er kwam een auto aangereden voor de ondergrondse parking en de chauffeur riep iets. Ze herkende hem niet en keek dus om. Morgan zat achter haar op een muurtje van het terras van een restaurant.
Hoe had hij dat klaargespeeld?
Hij wuifde naar de chauffeur, stond recht en ging naar haar toe. "Dat is het hoofd van de beveiliging. Ik heb hem gebeld en gezegd dat we de beveiligingsbeelden moeten bekijken."
Ze weerhield zichzelf ervan hem te vragen hoe hij hier zo snel geraakt was en in de plaats daarvan waardeerde ze zijn speurwerk in stilte. Dat hij de beveiligingsman kende, was geen verrassing; dat was het voordeel van werken met iemand uit de buurt.
Ze volgden de auto tot in de ondergrondse parking. De chauffeur stapte uit en begroette Morgan enthousiast. "Hé, man, hoe gaat het met je?"
Morgan antwoordde met een uitgebreide handdruk en zei: "Wesley, mijn vriend, het leven is mooi. Zo te zien zit je goed bij de George."
Terwijl ze hun ritueel afwerkten, wachtte ze. Wesley keek even in haar richting en fluisterde iets in Morgans oor. Morgan schudde nadrukkelijk met zijn hoofd. Wesley fluisterde nog iets meer tot Morgan instemmend knikte. Wesley nam een stapje terug en glimlachte breed.
Morgan kondigde aan: "Agent Love, dit is Wesley, hoofd van de beveiliging."
Ze bood de enthousiaste Wesley een hand aan. "Bedankt dat we hier zo snel konden afspreken." zei ze en was dankbaar toen hij eindelijk haar hand losliet.
Hij knipoogde. "Wanneer je de George eens binnen wil, vermeld je gewoon mijn naam."
"Bedankt, Wesley. Ik zal het onthouden." Met een snelle blik op Morgan zag ze dat zijn gezicht weer zijn chagrijnige blik had teruggekregen.
Huh, hij is wispelturig.
Wesley had een deur geopend naar een beveiligingskast in de garage en zette de video klaar. "Om middernacht, zei je?"
"Begin een beetje vroeger – 11u30." zei ze.
Ze bekeken de beelden over Wesleys schouder. Auto's reden voorbij terwijl ze uitkeek voor de rode BMW van Brandon. "Daar." ze wees. "Stop." De rode wagen viel erg op; ze zag Libby naast de chauffeur zitten, de tijdsaanduiding stond op 11u49. "Doe maar voort."
De video begon weer af te spelen. Er kwamen en gingen mensen en auto's. "Daar is ze." zei Morgan. "Stop de video."
Libby kwam buiten en stond op het trottoir. Ze keek op haar horloge en haalde toen haar telefoon uit haar zwarte handtas. "Misschien wilde ze naar een ander feestje?" mijmerde Dreya. "Of ze wil een Uber bellen om naar huis te gaan?" Ze checkte de tijd: 12u10.
Een auto stopte voor haar. Libby sprak met iemand die in de auto zat; ze had haar telefoon nog in haar hand. "Kan je beelden laten zien vanuit een andere hoek?" vroeg ze. "Ik kan niets zien."
Libby babbelde enkele minuten met de chauffeur die niet zichtbaar was. Om 12u15 stopte ze haar telefoon weer in haar tasje en stapte in de auto. De auto reed weg zonder dat ze de chauffeur of de nummerplaat hadden gezien.
"Dit is alles wat we hebben." zei Wesley. "Er hangt buiten maar een camera." Hij bekeek de beelden op het scherm van dichtbij. "Libby Stanton. Is er iets gebeurd met haar?"
"Vergeet dat we hier waren, Wesley." zei Morgan. Zijn toon was minder familiair dan voorheen, eerder autoritair. "Begrepen?"
"Eh, tuurlijk, man. Heb je anders nog iets nodig?"
"Nee. Ga maar naar huis."
Dreya liep naar buiten, naar het trottoir en staarde naar de straat. "Wat is er met je gebeurd, Libby? Waar ben je heengegaan? Waarom ben je bij die man ingestapt? Was hij een vreemde? Of was hij iemand die je kende? Welke richting ben je uitgegaan?"
Morgan kwam bij haar staan. "Dus, om 12u15 is ze in een onbekend voertuig gestapt." Hij keek in westelijke richting. "De enige verkeerscamera's ten westen van Wisconsin bevinden zich langs M Street, dus als ze niet via M gereden zijn, zijn we haar kwijt. Richting oosten, daarentegen…"
Haar telefoon zoemde, waardoor hij stopte. "Huh." gromde ze. "Dat is snel. Bailey, de assistent van de lijkschouwer, wil ons spreken." Ze liet haar telefoon in haar jaszak glijden. "We zien elkaar daar, Morgan."
Hij gaf haar een scherpe blik met gefronste wenkbrauwen alsof hij zich voorbereidde op een taak waar hij tegen op zag. "Ja. We zien elkaar daar, Love."


In het forensisch labo ging Dreya het kantoor binnen dat toegang gaf tot de autopsieruimte. Als het niet echt nodig was, zag ze Libby's opengesneden lichaam op de tafel liever niet. Ze ging zitten wachten op Morgan en dacht terug aan de eerste keer dat ze Libby ontmoette.
Dreya kwam net uit de marine en dacht na over haar toekomst. Dankzij haar machtiging op het hoogste militaire niveau, werd ze ingelijfd voor privébeveiligingswerk bij het team van interne bewakers van de senator die voor de veiligheid van zijn tienerdochter instonden. Die zomer was ze zeventien en Libby was een ongeleid projectiel dat rebelleerde tegen de politieke carrière van haar vader.
"Hij geeft alleen om mij als het hem uitkomt." klaagde Libby. Ze zat met haar voeten in het zwembad om 1 uur 's morgens, een fles tequila in haar hand.
Dreya, die zelf een doorgewinterde drinker was, herinnerde zich hoe de zeventienjarige de sterke tequila met tranende ogen binnen goot. Ze probeerde voorzichtjes de fles van het meisje af te nemen. Maar dat wilde Libby helemaal niet, dus pruilde ze en hield de tequila tegen haar borst. "Mijn fles. Haal je eigen fles."
Dreya deed haar schoenen uit en rolde haar broekspijpen op. Ze ging naast Libby zitten met haar voeten in het warme water. "Vind je niet dat je wat streng bent voor je vader?"
Libby tuitte haar lippen met een zucht van minachting en een gebaar met haar hand. "De senator heeft belangrijkere dingen te doen… zoals de wereld redden."
Ze nam een slok van de fles en veegde haar mond af met haar mouw. Ze draaide zich naar Dreya en haar ogen waren plots heel helder boven een grijns die zei: 'raad eens wat ik weet'. "Je zou moeten weten waar ze zoal over spreken." Ze sprak zachter en keek even snel om zich heen. "Wat mijn papa doet is niet van deze wereld. Niet van deze wereld."
Libby ging staan met een verrassende elegantie, de fles tequila was immers bijna leeg. "Papa," zei ze smalend, "heeft alleen tijd voor belangrijke veren." Voor de nadruk zwaaide ze dronken met de fles. "Veren zijn belangrijk – dochters niet." Ze rechtte zich en gaf de fles aan Dreya. "Hier, ik ga naar bed." Ze bleef staan zwaaien terwijl Dreya haar schoenen weer aantrok en de fles aannam.
"Ik vind je leuk." flapte Libby eruit voor ze weg kuierde.
Dreya beende Libby bij en zorgde ervoor dat ze in haar bed belandde zonder iets te breken. Ze was duidelijk een drinker met ervaring: de tiener slaagde erin haar bed te vinden en met kleren en al in slaap te vallen zonder te braken. Dreya zette een vuilnisbak naast het bed voor alle zekerheid.
"Slaap lekker." zei ze terwijl ze de slaapkamerdeur sloot. Ze bleef daar een tijdje staan luisteren om zeker te zijn dat Libby geen hulp nodig had. Ze snoof omwille van de ironie. Hoe vaak had ze dit gedaan voor haar beschonken moeder, die 'volg-de-drinkerroutine'. "Zo zie je maar dat je nooit weet waarop het leven je voorbereidt."
Toen ze eindelijk vertrok die avond vroeg ze zich af welk woord de dronken Libby had willen gebruiken toen ze over 'veren' sprak. Toen dacht ze dat het gewoon het gebazel was van een aangetast brein, maar terwijl ze in het kantoor van de lijkschouwer zat, met Libby opengesneden in de ruimte ernaast, vroeg ze zich af… of 'veren' het woord was dat Libby had bedoeld, waar had ze het in hemelsnaam over gehad?
Twee mannenstemmen haalden haar uit haar gepeins. Tot haar verbijstering zag ze Morgan babbelend met de lijkschouwer uit de autopsieruimte komen. Ze stond recht en tuurde met haar hoofd schuin naar de rechercheur.
Hoe doet hij dit toch verdomme?
Bailey keerde terug naar de autopsieruimte en Morgan stapte naar haar toe. Ze onderdrukte haar verbazing over het feit dat hij haar op elke locatie te vlug af was. Ze was geërgerd, maar ook dankbaar op een perverse manier want dankzij zijn timing had ze de autopsieruimte niet binnen moeten gaan terwijl Libby er op de tafel lag. Hij haalde zijn notitieboekje boven en overliep zijn lijst.
"Bailey wist niet zo heel veel te vertellen." rapporteerde hij. "Aangezien het nog wat vroeg is, maken we een lijstje van wat het niet is. Libby's maaginhoud was onschuldig; ze was niet zwanger; er was geen teken van seksuele activiteit of aanranding; en geen aanwijzingen dat ze drugs had gebruikt via een injectie of snuiven die avond; en er zaten geen vingerafdrukken op het lichaam. De afgeknipte nagels onderzoeken zal een dag of twee duren."
Ze wachtte tot hij sprak over…
"De lijkschouwer zei wel dat de afwijking van haar huidkleur niet beperkt was tot haar huid."
Ze fronste en probeerde die zin te ontleden.
"Blijkbaar is de afwijkende kleur overal aanwezig. Hij heeft weefsel genomen op verschillende plaatsen en de afwijking is te zien in de spieren, de huid en de organen. Hij weet nog niet wat de oorzaak hiervan is."
Ze kneep in de brug van haar neus. "En het zal nog weken duren voor we de toxicologische rapporten ontvangen."
Een afwijkende kleur. Een veertje. Wat is er verdorie toch aan de hand?
"Laten we naar haar appartement gaan." zei ze. "P Street, Noordwest. We zien elkaar daar."
Ze kende de weg. Het appartement op P Street was eigendom van de familie geweest tot Libby het erfde nadat ze vorig jaar haar diploma politieke wetenschappen had behaald aan de Georgetown Universiteit. Dreya had toen een kleine afstudeerviering bijgewoond daar.
Libby was die avond vrolijk en levendig geweest, zo trots op haar diploma. Ze had op haar vader gewacht, maar hoe later het werd, hoe meer haar vrolijkheid wegebde. Toen het duidelijk werd dat hij niet meer zou komen, opende ze een fles tequila en schonk een royale portie in een glas. Ze hield het glas omhoog richting Dreya en zei: "Zie je wel – ik heb gelijk!"
Dreya duwde de herinnering weg en verklaarde: "Libby, meid, je ben als slachtoffer geboren." Ze parkeerde voor het gebouw en glimlachte tegen haar zin toen ze zag dat Morgan er al was.
Hij kwam haar tegemoet. "Klaar?" Hij toonde een sleutel.
"Hoe ben je daaraan geraakt?"
"Van de pr-medewerkers van de senator."
Hij liep voorop en opende de deur, dan ging hij naar het alarmsysteem en tikte de code in. Ze trok handschoenen aan. Hij nam de woonkamer en de keuken voor zijn rekening; zij doorzocht de slaap- en badkamer.
Ze voelde met haar hand onder de rand van de matras; rommelde in het nachtkastje en vond een seksspeeltje, een paar condooms en een erotische roman. Ze ging op haar knieën zitten en keek met haar zaklamp onder het bed. Niets te zien daar, maar ze vond verschillende gebruikte condooms in het vuilbakje naast het bed. Ze stopte ze in een bewijszakje om mee te nemen.
In het medicijnenkastje in de badkamer vond ze geen geneesmiddelen. Op het lavabokastje lag een arsenaal aan cosmetica en huidverzorgingsproducten verspreid; allemaal dure producten, niets uit een drogisterij.
Morgan was bijna klaar in de woonkamer. "Niets te vinden. De bar is goed bevoorraad met enkel de beste drank."
"Geen telefoon?"
"Geen telefoon."
"Dan zullen we een huiszoekingsbevel nodig hebben voor de server."
"En we moeten verkeerscamera's zoeken." voegde hij eraan toe.
Ze haalde haar telefoon boven. "Ik zal de senator bellen. Aangezien we hier niets gevonden hebben, moeten we weer bij het begin beginnen."
Morgan hield haar tegen. "Stanton is de stad uit. Hij zal pas morgen terug zijn. Luister, ik heb een vriend bij de verkeerspolitie. Ik ga wat beelden bekijken van de verkeerscamera's. Bereid jij het huiszoekingsbevel voor de server voor en ga dan naar huis. We kunnen niets meer doen tot morgen wanneer we toegang hebben tot de server."
Hij had gelijk. Hij was ook erg efficiënt. Ze begreep waarom de senator wilde dat hij aan de zaak werkte. Ze keek op haar horloge. Het was pas middag. Wat was het al een lange morgen geweest.
Zo zal ik tijd hebben om de middag met Kit door te brengen.

Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/dana-lyons/transformatie/) на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.